Opties of verlof? II NGi'nHG Met: Cbristian Mol Functie: General Manager P.T. Rabobank Duta Indonesia Standplaats: Jakarta Verlofregeling voor directeuren Christian Mol (41) is bij dc Rabobank International Conference (RICO) in Antwerpen. Honderdvijfentwintig general managers en global pro ductmanagers van alle kantoren van Rabobank International komen elk jaar twee dagen bijeen om te praten over het te voeren beleid én met elkaar. Hij kon erheen, omdat sinds het aantreden van Habibie een 'gespannen rust' heerst in Indonesië. "Het straatbeeld in Jakarta is weer normaal. Als vanouds sta ik 's ochtends drie kwartier in de file. De Rabobank blijft in Indonesië en daar ben ik blij om. We willen er zijn voor onze klanten en voor onze 80 medewerkers. Hoewel er minder economische activiteit is, wordt er een groter beroep op ons gedaan, omdat er minder lokale banken over zijn. De kwaliteit van onze debiteuren is achteruitge gaan. Ook onze klanten zijn ge raakt door de crisis. Ik verwacht dat we dat over enkele jaren meer dan terugverdiend hebben, als we de kansen om te groeien aan grijpen. Daarnaast is het in de Javaanse cultuur zo dat de baas voor zijn personeel zorgt. Dat doen wij ook. De laagst betaalde medewerkers krijgen halverwege de maand rijst, zodat ze in elk geval te eten heb ben. Ik vind het een enorme uitda ging om hier de zaak overeind te houden. Namens 27 buitenlandse banken voer ik het overleg met de ministe ries van Financiën en de Centrale Bank van Indonesië over de finan ciële en economische hervormin gen. De Rabobank wordt door haar Triple A-status beschouwd als sterkste financiële partner. Dat maakt die bijzondere positie plausibel." Rabokrant Extra 11 Pn Nader bekeken Beursgenoteerde ondernemingen hebben vaak aan trekkelijke optie regelingen voor hun topmanagers. Voor directeuren van de Rabobank zijn dit soort regelingen niet mogelijk. Zij krij gen eens in de vijf jaar drie maanden betaald verlof. Een aantrekkelijk alternatief'i Hans van den Berg, directeur Rabobank Tiel: "Je kunt die twee dingen niet met elkaar vergelij ken. Honderdduizenden of zelfs miljoenen ten op zichte van drie maanden verlof. Ik ben geen voor stander van optieregelingen voor directeuren. Die passen niet in normale arbeidsverhoudingen. Een directeur plaatst zich in een uitzonderingspositie en dat strookt niet met het teamverband waarin wij werken. Medewerkers zouden een evenredige belo ning moeten krijgen." Over de uitvoerbaarheid van de verlofregeling: "Bij een grote bank met veel ma nagers kan een directeur wel drie maanden weg, maar bij een 'familie Doorsnee'-bank is dat moei lijk. Daar gaat dat alleen als de directeur afbouwt en een opvolger inwerkt. Maar ja, de situatie doet zich pas over vijf jaar voor. Tegen die tijd komt er wel een aanpassing. Mijn voorkeur gaat uit naar een stage -naar keuze- van twee weken per jaar." Rienk van Splunder, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de CNV Bedrijvenbond: "Wat er gebeurt met de optieregelingen loopt ons voor de voeten in aanloop naar nieuwe CAO- onderhandelingen. Om in de nieuwe CAO's grote loonsverhogingen tegen te gaan kan de factor tijd dienen als 'loonventiel'. De variant van de Rabobank is een mooi voorbeeld. Of drie maan den verlof opwegen tegen de optieregelingen? Nee, er is niks te bedenken dat opweegt tegen die gigantische uitwassen. De overheid moet die ex cessen een halt toeroepen, anders verrot de overleg economie. Doet de regering niks, dan houd je de loonontwikke lingen in Neder land niet meer in de hand." Mark Paasschens, voorzitter van Jong Rabo, de club van ambitieuze jonge medewerkers: "Drie maanden verlof zijn natuurlijk maar een peulenschil bij de optieregelingen die bijvoorbeeld de ING voor topmanagers heeft. Het geld dat ze daarmee verdienen, vind ook ik buiten proporties. Maar ik heb niks tegen een optieregeling, zoals de ING die voor medewerkers kent. Daar heb je direct financieel voordeel van. Zeker op jonge leeftijd spreekt dat meer aan dan extra vrije dagen. Bovendien denk ik dat het de betrokkenheid bij de organisatie verhoogt. Voor mij is geld een belang rijk aspect voor een functie, je kunt dit echter niet los zien van secundaire factoren als bedrijfscultuur en functie-inhoud. De Rabobank is een groeiende organisatie met veel potentieel. Een fijne organisa tie om voor te werken, maar een extra beloning in de vorm van bijvoorbeeld een optieregeling kan zeker een stimulans zijn." Jan Luijben, directeur Rabobank Oost-Duiveland: "De optieregelingen voor topmanagers vind ik bui tengewoon smakeloos en walgelijk. Het staat in geen enkele verhouding tot de prestatie die ze leveren. En hoe groter de fout die ze maken, hoe hoger de gouden handdruk. Drie maanden betaald verlof is geen alter natief, maar wel aardig. Het past in onze organisatie. Alleen moet iedere medewerker van zo'n regeling ge bruik kunnen maken. De werkdruk op een lager niveau kan namelijk net zo hoog zijn als voor een manager. Druk is subjectief. En als je werk goed ver deelt en de mentaliteit en moraliteit van de medewer kers goed is, kun je dat verlof prima opvangen."

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 1998 | | pagina 36