Door de wijzigingen in de WAO en de daarmee verbonden herkeuringen daalt sinds enkele jaren het aantal gevallen van arbeidsongeschiktheid. Daarnaast daalt ook de mate van arbeidsongeschiktheid. Dit heeft ertoe geleid dat de opslagen voor de verzekering van het arbeidsongeschiktheidspensioen en de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid voor 1997 voorlopig met 25% zijn verlaagd. Na beoordeling van de definitieve cijfers over 1996 is besloten tot het extra verlagen van de opslag voor de verzekering van het arbeidsongeschiktheidspensioen met bijna 5%. Ook werd besloten de opslag voor de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid met bijna 15% te reduceren. Beide aanpassingen gelden vanaf 1 januari 1998. In de CAO voor het Bankbedrijf (1995-1998) is afgesproken dat een paritaire werkgroep een studie zal uitvoeren naar een nieuwe pensioenvoorziening die inspeelt op de trend naar individualisering en flexibilisering. Begin 1998 is overeenstemming bereikt over een nieuw pensioen protocol dat per 31 december 1998 van kracht wordt voor werknemers die op of na deze datum in dienst treden. De belangrijkste items van dit protocol zijn: een flexibel pré-pensioen zal de VUT vervangen. Daarbij zal een afbouwregeling voor de VUT van kracht worden. de nieuwe pensioenrichtleeftijd is 62 jaar. het verplichte eindloonstelsel wordt vervangen door een keuze tussen middelloon- of eindloonsysteem. het beoogde niveau van het pensioen daalt van 75% tot minimaal 60% van het laatst verdiende salaris. werknemers kunnen kiezen of zij het nabestaandenpensioen wel of niet willen meeverzekeren. Als er geen behoefte bestaat aan een nabestaandenpensioen zal een hoger ouderdomspensioen bereikt kunnen worden. er geldt geen minimumleeftijd meer voor toetreding. Arbeidsongeschiktheid Herziening pensioenregeling

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 1998 | | pagina 18