Organisatie nu aangepast aan
evolutie in afgelopen 100 jaar
'Die weg moet verder worden ingeslagen'
Van buiten naar
binnengekeken
Herman Wijffels: 'Dat maakt de zaak er een stuk duidelijker op'
Colofon
Ido van Veen, Rabobank Groningen
In de rij geïnterviewden voor deze special van de Rabokrant mocht
één naam niet ontbreken. Herman Wijffels, hoogste baas en de grote
inspirator achter de coöperatie-discussie. We legden hem de interviews
voor en vroegen eerst wat hij vindt van de afloop van de discussie.
"Daar ben ik heel gelukkig
mee, met name omdat er nu hel
derheid is. De organisatie is aan
gepast aan de evolutie die ze de
afgelopen honderd jaar heeft
doorgemaakt. Het bedrijf was in
die eeuw heel strikt genomen ver
deeld geraakt. Een deel van de
medewerkers - degenen in de kre
dietsector - had een coöperatieve
opdracht. Een veel groter deel
had dat niet, omdat de coöpera
tieve opdracht zich niet uitstrek
te tot hun werkzaamheden. Wat
we nu doen is alle activiteiten
onder de coöperatieve doelstel
ling brengen waardoor ook alle
medewerkers een coöperatieve
opdracht krijgen. Dat maakt de
zaak er een stuk duidelijker op."
Een van de geïnterviewden zegt
dat zijn klanten geen boodschap
hebben aan de coöperatie.
Wijffels: "Dat hoeft ook niet.
Wij willen opereren op basis van
het belang van de klant. Die klant
moeten we zo goed mogelijk die
nen door de best mogelijke finan
ciële dienstverlening te bieden.
Of hij of zij daarbij wel of niet
een boodschap heeft aan de coö
peratie, is van secundair belang."
Maar we willen toch ook leden?
Wijffels: "Jazeker, maar daar
hoeven we niet mee te beginnen.
"De coöperatieve Rabobank wordt
bestuurd door middel van ledenpartici
patie en bancaire professionaliteit. Ook
dat is een coalitie, we noemen het part
nership."
(Wim Meijer)
Deze special van de Rabokrant
werd gemaakt in opdracht van de
Stafgroep Coöperatie.
Redactie:
Bart Kin
Mariëlle Oostveen
Dick van de Schraaf
Productie:
Petra Rutten
Eindredactie:
Peter Craghs
Layout en druk:
Wil van Tongerlo
Drukkerij Lecturis
Je kunt het lidmaatschap ook
zien als een soort bekroning van
de relatie die wij met de klant
hebben. Wij willen graag die
klanten als lid met wie de bank
een betekenisvolle relatie onder
houdt. Veelal zullen dat klanten
zijn met wie een intensieve
adviesrelatie bestaat. Het ligt dan
voor de hand dat een medewer
ker op enig moment zegt: 'Je kunt
bij ons puur klant zijn, maar er is
ook de mogelijkheid om lid te
worden'. Op die manier wordt
het lidmaatschap een voltooiing
van de klantrelatie."
Andere opmerking: coöperatie
klinkt zo saai...
Wijffels: "Het is juist een heel
modern concept. Van oudsher
ligt het belang van een coöperatie
in het feit dat ze er is, dat ze
een tegenwicht kan bieden.
Raiffeisen is destijds begonnen
om tegenwicht te bieden aan de
woekeraars. Wat dat betreft is er
nog niets veranderd. Zeker de
laatste jaren gaan weer heel veel
organisaties zonder al te veel
reserves voor uitsluitend hun
eigen belang. Dan is het goed als
daar een benadering tegenover
staat die evenwicht schept. Door
te proberen op het terrein van
dienstverlening aan particulieren
en het kleinere bedrijfsleven de
beste bank te zijn, dwing je ande
ren in elk geval rekening te hou
den met onze uitgangspunten."
Uw opvolger, Smits, komt van de
NV Schiphol. Krijgt hij nu een
opleiding in coöperatief denken?
Wijffels: "Schiphol is een
dienstverlenend bedrijf en daar
bij heeft de heer Smits heel lang
bij de overheid gewerkt. Dus zijn
achtergrond vertoont gelijkenis
sen met wat wij doen. Maar
daarnaast krijgt hij zeker ook een
intensieve opleiding in het coöpe
ratieve, zeker."
"Bij ons zit heel diep dat iedereen een
beetje mee moet kunnen doen. Hoop en
verwachting lopen hier wellicht bij mij
door elkaar. Ik wil niet leven in een land
waar armoede en bedelaars een perma
nent verschijnsel zijn."
(Herman Wijffels in NHC Handelsblad)
Directeur Wim Greve van
Rabobank Amsterdam ziet
een soort tweedeling
ontstaan...
Wijffels: "Het antwoord
daarop is niet zo simpel.
Kijk, in principe is er geen
verschil tussen laten we
maar zeggen het advies
stuk en het systeemstuk,
tussen wat FA doet of de
cliëntadviseurs. Ten aan
zien van beide geldt dat
wij de beste prestatie moe
ten leveren tegen de laagst
mogelijke kosten. In die
zin is die tweedeling een
oneigenlijke. Maar tege
lijk kan ik me voorstellen
dat de directeur van een lokale
bank zegt: 'Dat systeemstuk, dat
wordt zo centraal geregeld, daar
heb ik nauwelijk invloed op.
Terwijl ik wel een eigen gezicht
kan laten zien bij de adviezen van
de bank'. Maar voor de organi
satie als geheel is het onze
opdracht om op beide gebieden
de graadmeter in de markt te
zijn."
Tot slot: het lijkt er wel eens op
dat mensen - wat de coöperatie
betreft, met de bril op de neus
naar hun bril lopen te zoeken...
Wijffels: "Mevrouw Kooreman
is daar een prachtig voorbeeld
van. Ze zegt eerst: 'Die coöpera
tie, die spreekt voor mij niet zo'.
En dan vervolgens komt me daar
een verhaal dat zo hartstikke
coöperatief is. Dan kan het me
"De bank is de laatste jaren erg
veranderd, veel commerciëler ge
worden. Dat hebben we gemerkt
bij de afdeling bedrijfsvoering.
Veel werk en dus menskracht is
overgeheveld naar de commercië
le binnendiensten."
"Als medewerker van bedrijfs
voering heb ik geen direct klan-
"We vormen ons om van een krediet
coöperatie in een brede klantencoöpe
ratie. Ik hoop dat we daarin een basis
kunnen vinden om dragende factor te
worden in allerlei maatschappelijke
vernieuwingen. Bijvoorbeeld bij het
duurzaam maken van onze manier van
produceren en consumeren, en op sociaal
terrein."!)"Honderd jaar geleden zijn
we opgericht als onderdeel van de socia
le en maatschappelijke vernieuwingen
van toen. Ik zie nu een periode aankomen
waarin dat weer aan de orde is."
(Herman Wijffels in FEM)
tencontact, maar
we willen part
ners zijn van
de commerciële
mensen om de
beste dienstver
lening te kunnen bieden. We pro
beren daarbij zo goed mogelijk in
te spelen op de informatiebehoef
te die er is bij de segmenten,
bestuur en managementteam.
Soms moeten we nee verkopen,
omdat het systeem iets niet kan
leveren, maar we proberen het
verder te ontwikkelen. We heb
ben regelmatig overleg met de
segmenten over de informatiebe
hoefte. Die verandert steeds weer.
Het is een continu proces, waar
in bedrijfsvoering steeds een
actieve rol speelt."
"We zijn binnen de bank druk
bezig geweest met de coöperatie
en met begrippen als klantge
richtheid en klantwaarde, maar
op verjaardagsfeestjes merk ik
niet zoveel schelen of ze daar het
etiket coöperatief op plakken, als
ze het maar doen. Deze mevrouw
heeft het precies begrepen, alleen
herkent ze het niet."
"We hebben vorig jaar een grote bijeenkomst over
de toekomst van de coöperatie gehad. Iedereen kon
daar zijn mening geven. Na die bijeenkomst zijn er
werkgroepen gevormd die diverse thema's nader
uitwerken", vertelt Ido van Veen (29), medewerker
Financiële Sturing van Rabobank Groningen.
toch dat daar buiten de organisa
tie maar weinig van bekend is.
Voor agrariërs is het voordeel
van de coöperatie steeds minder
duidelijk geworden en meer dan
eens moet ik de vraag beant
woorden of de bank wel een coö
peratie kan blijven. De keuze is
intern wel gemaakt, maar het is
extern nog niet gecommuniceerd."
"Ik zou op dit moment geen lid
willen worden van de bank. Met
wat ze aan het bedenken zijn, zie
ik dat in de toekomst wel zitten.
Zoals speciale arrangementen,
meer inspraak door klankbord
groepen en mogelijkheden om
met andere leden te netwerken.
Dat oogt goed, maar die weg
moet verder worden ingeslagen."
Ruim drie jaar intensief
praten en overleggen over de
coöperatie hebben geleid tot
een reeks wijzigingen in de
statuten van Rabobank
Nederland en tot nieuwe
modelstatuten voor de lokale
banken. De belangrijkste
punten zijn hieronder opge
nomen. Ze zijn maatgevend
voor de uiterlijke kenmerken
van de Rabobank.
De doelstelling is geherfor
muleerd.
De Rabobank wordt van
B.A. (beperkte aansprake
lijkheid) U.A. (uitgesloten
aansprakelijkheid).
Het lidmaatschap is niet
meer verplicht en staat open
voor alle betekenisvolle
relaties.
Het bestuur van de bank
bestaat uit gekozen leden
en benoemde leden. De
directeur/algemeen direc
teur van de bank maakt
deel uit van het bestuur en
wordt daarin benoemd
door de Raad van Toezicht.
De taakstelling van de
Raad van Toezicht is ver
breed (naar analogie van de
structuurwetgeving).
Tijdens de 'verbouwing' bleef
de winkel open: klanten kwa
men en gingen, er hadden
fusies plaats, veranderings
programma's hielden duizen
den mensen bezig, mensen
verhuisden van werkplek naar
werkplek, et cetera. Het zijn
echter de tienduizenden 'men
sen van de bank' die met hun
ambities en inzet de ambities
van de bank elke dag weer
waar maken en ze gestalte
geven. Zij zetten de klok
definitief vooruit.