Inhoudsopgave Voorwoord Bestuursverslag Corporate governance
Consolidated Financial Statements Company Financial Statements Pillar 3
Binnen de bankomgeving is renterisico het belangrijkste markt
risico. De Rabobank is hoofdzakelijk blootgesteld aan rente
risico in de bankomgeving als gevolg van mismatches tussen
de nieuwe tariefstellingsperiode van activa en passiva en
een ingebedde optionaliteit in klantproducten. De Rabobank
is ook blootgesteld aan valutarisico in de bankomgeving.
Dit valutarisico is hoofdzakelijk een wisselkoersrisico van geïn
vesteerd vermogen in buitenlandse activiteiten. De overige
valutarisico's buiten de handel zijn veelal afgedekt.
Het interne VaR-model is een centraal onderdeel van het
marktrisicokader van de Rabobank. De Rabobank heeft ervoor
gekozen om een VaR-model toe te passen, dat gebaseerd is op
een historische simulatie waarvoor we één jaar aan historische
gegevens gebruiken. Het grote voordeel van een dergelijk VaR-
model is dat we geen veronderstellingen hoeven te maken
over de verdeling van mogelijke waardemutaties van de diverse
risicofactoren. Backtesting is een risicomanagementtechniek
die we gebruiken om de kwaliteit en nauwkeurigheid van
interne VaR-modellen te beoordelen. In essentie is backtesting
een routinevergelijking van de door het model gegenereerde
risicometingen (dagelijkse VaR) met de daaropvolgende
handelsuitkomsten (hypothetische of feitelijke winst en verlies).
De Rabobank onderkent dat de VaR, vanwege de onderliggende
statistische veronderstellingen, moet worden aangevuld met
stresstesten voor een vollediger risicobeoordeling. Stresstesten
worden gebruikt voor het meten van gebeurtenissen die niet
zijn opgenomen in het VaR-model.
De Rabobank accepteert een zekere mate van renterisico in de
bankomgeving, omdat dit een belangrijk bron van rendement
en economische waarde kan zijn. We willen echter tegelijkertijd
onverwachte materiële schommelingen voorkomen, in ren
dement en economische waarde door renteontwikkelingen.
Daarom stelt de raad van bestuur, onder toezicht van de raad
van commissarissen, jaarlijks de risk appetite vast voor rente en
de corresponderende limieten.
De Rabobank gebruikt drie standaardindicatoren om het rente
risico in de bankomgeving, voortvloeiend uit wijzigingen in
renteniveau, te sturen en beheersen:
1. Equity at Risk (EatR)
2. Basispuntgevoeligheid (BPV) of de delta van het eigen
vermogen (totaal en per looptijd)
3. Income at Risk (latR)
De delta per looptijd of het deltaprofiel wordt gebruikt voor
het sturen en beheersen van het risico van wijzigingen in de
vorm van de rentecurve, die het rendement per looptijd toont.
Deze indicatoren gebruiken we ook voor het formuleren van de
risk appetite van de Rabobank.
Liquiditeitsrisico
De Rabobank definieert liquiditeitsrisico als een belangrijk
risicotype dat zorgvuldig moet worden beheerst. Het beleid van
de Rabobank is gericht op het financieren van het vermogen
van klanten met stabiele funding. Deze funding omvat toever
trouwde middelen van klanten en wholesalefunding op lange
termijn. DeTreasury-afdeling heeft de verantwoordelijkheid
voor het dagelijkse beheer van de liquiditeitspositie, het aan
trekken van professionele funding in de geld- en kapitaalmarkt
en het beheer van de structurele positie.
De beheersing van het liquiditeitsrisico baseren we op drie
pijlers. De eerste pijler stelt strikte limieten aan de maximaal
uitgaande kasstromen binnen wholesale banking. De Rabobank
meet en rapporteert dagelijks welke inkomende en uitgaande
kasstromen zij de eerste twaalf maanden verwacht. Voor deze
uitgaande kasstromen hebben we limieten bepaald, inclusief
limieten en controls per valuta en per locatie. Om voorbereid
te zijn op mogelijke crisissituaties hebben we een gedetailleerd
plan opgesteld, dat we periodiek operationeel testen: het con
tingency funding-plan. De laatste test vond plaats eind 2016.
Via de tweede pijler houdt de bank een omvangrijke buffer van
liquide activa van hoge kwaliteit aan. De derde pijler bestaat uit
een goede credit rating, hoge kapitaalniveaus en een prudent
fundingbeleid. De Rabobank neemt diverse maatregelen om te
voorkomen dat zij te afhankelijk wordt van één bepaalde finan
cieringsbron. Wat hierbij van belang is, zijn een gebalanceerde
diversificatie van financieringsbronnen naar looptijd, valuta's,
investeerders, geografie en markten, een hoge mate van unse
cured funding (en daarmee een beperkte asset encumbrance)
en een actief en consistent investor relations-beleid.
Risico-ontwikkelingen
De Rabobank streeft naar een continue verbetering van de
risicomanagementfunctie binnen de organisatie. In 2016
stelde de Rabobank een Chief Risk Officer in het bestuur
aan, met een zelfstandige rol naast de Chief Financial Officer.
We combineerden de bestuursverantwoordelijkheden
Compliance, Juridische Zaken en Risk en zetten een aparte
afdeling Risk Control Framework op. Deze laatste kreeg een
plaats binnen de bestaande organisatie om het Risk Control
Framework (RCF) verder te ontwikkelen, te implementeren en te
onderhouden. Het RCF omvat initiatieven voor organisatiebrede
risk- en controlactiviteiten die worden ondersteund door een
uniforme manier van werken, tooiing, een leerprogramma en
een taxonomie voor alle OpRisk-expertisegebieden.
62 Rabobank Jaarverslag 2016