Inhoudsopgave Voorwoord Bestuursverslag Corporate governance Consolidated Financial Statements Company Financial Statements Pillar 3 Kapitaalratio: Toetsingsvermogen gedeeld door de risicogewogen activa. Kosten kredietverliezen: De kosten kredietverliezen worden gevormd door de bedragen die ten laste van de winst-en-verliesrekening worden toegevoegd aan de voorziening voor krediet verliezen. De kosten kredietverliezen zijn het saldo van toevoeging, vrijval en ont vangsten na afboeking. Gewoonlijk worden de kosten kredietverliezen uitgedrukt in basispunten van de gemiddelde kredietverlening. Kredietrisico: Het risico op verlies als tegenpartijen van de bank niet aan hun kredietverplichtingen aan de bank kunnen voldoen. Landenrisico: Bij landenrisico kan een onderscheid worden gemaakt tussen transferrisico en col lectief debiteurenrisico.Transferrisico betreft de mogelijkheid dat een buitenlandse overheid beperkingen oplegt aan de overmaking van gelden van debiteuren in het eigen land aan crediteuren in een ander land. Collectief debiteurenrisico is het risico dat een groot aantal debiteuren in een land niet aan de verplichtingen zal kunnen voldoen vanwege dezelfde oorzaak. LGD (Loss Given Default): De schatting van het economische verlies in geval van default van de debiteur. De LGD wordt uitgedrukt als een percentage van de EAD. Liquiditeitsrisico: Het risico dat een bank niet tijdig aan al haar (terug)betalingsverplichtingen kan voldoen, maar ook het risico dat de bank de groei van de activa op enig moment niet, of niet tegen een redelijke prijs, kan financieren. Loan-to-depositratio: Ratio die de verhouding tussen de kredietverlening en de toevertrouwde middelen weergeeft. Marktrisico: Het risico van waardeveranderingen van de handelsportefeuille door prijswijzigingen in de markt, die onder andere betrekking hebben op rentes, aandelen, creditspreads, valuta's en sommige goederen. Materialiteit: Relevante onderwerpen waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze belangrijk zijn als afspiegeling van de economische, milieu- en maatschappelijke impact van de organisatie of onderwerpen die de beslissingen van de belangheb benden kunnen beïnvloeden. Onvolwaardige kredieten: Leningen waarvoor een voorziening is getroffen. Operationeel risico: De kans op verliezen door ontoereikende of falende processen, mensen of systemen of door externe gebeurtenissen. PD (Probability of Default): De waarschijnlijkheid dat een tegenpartij binnen een jaar in gebreke blijft. Regulatory capital of de externe vermogenseis: Het totale vermogen dat door de toezichthouder als risicodragend vermogen wordt aangemerkt, bestaande uit tier 1 en tier 2 vermogen. Rendement tier 1 vermogen: Nettowinst gerelateerd aan het tier 1 vermogen per 31 december van het voorgaande boekjaar. 401 Verklarende woordenlijst

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2016 | | pagina 402