Inhoudsopgave Voorwoord Bestuursverslag Corporate governance Consolidated Financial Statements Company Financial Statements Pillar 3
de directievoorzitter. De lokale rvc heeft het mandaat om een
aantal belangrijke lokale besluiten goed te keuren. Hierbij zijn
lokale leden de 'ogen en oren' en sparringpartners van de lokale
rvc. De lokale rvc draagt ervoor zorg dat de directievoorzitter
de adviezen van leden betrekt bij het maken van lokaal beleid.
Tot slot vervult de lokale rvc een adviesrol voor lokale directie
leden en een verbindingsrol tussen de lokale samenleving en
de lokale Rabobank.
De ambitie om de coöperatieve identiteit van de Rabobank
te verstevigen, heeft een prominente plaats in de algehele
strategie. De overstap naar het nieuwe governanceregime
versterkte het besef dat ledenbetrokkenheid en -participatie
essentieel zijn voor een coöperatieve bank. Om een solide basis
voor deze karakteristieken te leggen, heeft de Rabobank een
Jongerenforum opgericht. Dit orgaan bestaat uit één jonge
ledenvertegenwoordiger per lokale Rabobank. Een permanente
dialoog met deze ledencategorie acht de bank van groot
belang voor haar toekomstige ontwikkeling. Het is tegelijker
tijd een stap in de richting van het realiseren van de bank-
doelstelling om de diversiteit in de samenleving beter in de
governanceorganen tot uiting te laten komen. Deze gremia
zijn nu nog vrij homogeen samengesteld. Om de diversiteit in
onze corporate governance te vergroten, moeten hierin meer
vrouwen, jonge mensen en een grotere variëteit aan etnische
en culturele achtergronden zijn vertegenwoordigd. Per slot
van rekening is een van onze kerndoelstellingen dat we een
betekenisvolle coöperatieve bank zijn voor alle leden en de
gehele maatschappij.
Om tactische, operationele en beleidsgerelateerde bancaire
aspecten in de nieuwe governance aan de orde te stellen, heeft
de Rabobank de Directeurenconferentie in het leven geroepen.
Dit orgaan bestaat uit lokale directievoorzitters, de raad van
bestuur en directeuren van divisies die lokale Rabobanken
ondersteunen. De Directeurenconferentie is een belangrijken
invloedrijk platform met een voorbereidende, informatieve
en adviserende rol ten aanzien van voorstellen en beleid rond
lokale Rabobanken. De Directeurenconferentie vervult een ver
bindingsrol tussen de hogere management-echelons binnen de
bank. Zij heeft primair tot doel om klantbelangen en -behoeften
veilig te stellen. Iedere vergadering van de conferentie is gewijd
aan een specifiek thema van de strategische agenda. Dit jaar
besteedde de conferentie aanzienlijke aandacht aan voorstellen
rond De Bank van de Toekomst. Andere onderwerpen betroffen
de integrale voedsel- en agrarische waardeketen, de rol van de
Rabobank en de bijdrage van de bank aan sociaal-maatschap
pelijke vraagstukken.
Externe reacties
De historische stap die de Rabobank nam met het aanpassen
van haar governancestructuur, trok flink wat externe aandacht.
Aanvankelijk klonk er twijfel van sommige Europese coöpe
ratieve bankiers, academici en financiële analisten over de
verwoorde motieven en intenties van de governancehervor-
ming. Enkelen interpreteerden de fusie als een vermomde
centralisatie. Naar hun mening zou de nieuwe governance de
onafhankelijke positie en autonomie van lokale Rabobanken
verzwakken. Deze sceptici vreesden dat de nieuwe governance
de bijl aan de wortel van de coöperatieve aard van de organi
satie zou leggen.
Het is inderdaad zo dat de overstap naar één banklicentie
bepaalde activiteiten bij lokale Rabobanken overbodig heeft
gemaakt. Samenvoeging van activiteiten op collectief niveau
genereert effïciëntievoordelen voor de gehele organisatie,
maar leidt helaas tot een aanzienlijk verlies aan werkgelegen
heid. De overblijvende lokale medewerkers worden echter veel
minder belast met administratieve werkzaamheden. Zij kunnen
zich nu veel meer richten op de klant en de markt, terwijl zij
hun participatie in activiteiten op lokaal niveau intensiveren.
De Rabobank is van mening dat beide elementen de lokale ori
ëntatie juist versterken in plaats van verzwakken.
Daarnaast geldt dat de compleet herschreven statuten en
interne regels juist tot doel hebben de lokale autonomie te
borgen. De raad van bestuur is in de nieuwe structuur eind
verantwoordelijk voor het integrale bankbedrijf (inclusief alle
activiteiten van lokale Rabobanken), maar in de interne regels
staat dat lokale Rabobanken hun eigen lokale verantwoorde
lijkheden hebben. Feitelijk kregen zij mandaten van de raad
van bestuur om een lokale oriëntatie en stevige verankering
in lokale gemeenschappen te garanderen. Zowel lokale rvc's
als lokale directievoorzitters hebben de bevoegdheid en ver
antwoordelijkheid om hoogwaardige lokale bancaire dienst
verlening te leveren. Zij hebben ook de mogelijkheid om het
concept van coöperatieve identiteit op lokaal niveau invulling
te geven. Natuurlijk onderkent de Rabobank dat we de gekoes
terde coöperatieve identiteit zicht- en tastbaarder moeten
maken. Wat dat betreft, moeten we onze intenties over lokale
autonomie en onafhankelijkheid in de praktijk waarmaken.
Sommige Europese financiële coöperaties stellen dat (inter)
nationale toezichthouders het nieuwe raamwerk van de
Rabobank als blauwdruk voor de governancestructuren van hun
eigen organisaties zouden kunnen beschouwen. We kunnen
niet zeggen of dit vermoeden gegrond is, maar we weten wel
dat alle coöperatieve banken sinds hun oprichting unieke
evoluties hebben doorgemaakt. Governancewijzigingen zijn
bovendien tijd- en padafhankelijk. Hiermee reageren of antici-
156 Rabobank Jaarverslag 2016