Inhoudsopgave Bestuursverslag Corporate governance Om voorbereid te zijn op mogelijke crisissituaties zijn er gede tailleerde plannen (het contingency fundingplan) voor opge steld. Deze plannen worden periodiek operationeel getest. Via de tweede pijler wordt een omvangrijke buffer van liquide activa van hoge kwaliteit aangehouden. Naast de tegoeden bij centrale banken kunnen deze activa worden aangewend om te belenen bij centrale banken, om te gebruiken in repotrans- acties of om direct te verkopen in de markt, om op deze wijze onmiddellijk liquiditeiten te genereren. De hoogte van de liqui diteitsbuffer hangt samen met het risico dat de Rabobank loopt in haar balans. Daarnaast heeft de Rabobank een gedeelte van de leningenportefeuille (intern) gesecuritiseerd, waardoor deze beleenbaar is bij de centrale bank en daarmee functioneert als extra liquiditeitsbuffer. Omdat dit interne securitisaties betreft zijn deze niet zichtbaar op de bedrijfseconomische balans. De derde pijler in het beperken van het liquiditeitsrisico is het hebben van een goede credit rating, hoge kapitaalniveaus en een prudent fundingbeleid. Hierbij spelen een gebalanceerde Jaarrekening Rabobank Groep Jaarrekening Rabobank Pillar 3 diversificatie van financieringsbronnen naar looptijd, valuta's, investeerders, geografie en markten, een hoge mate van unse cured funding, en daarmee een beperkte asset encumbrance, en een actief en consistent investor-relationsbeleid een belang rijke rol. Hierdoor wordt voorkomen dat de Rabobank te afhan kelijk wordt van één bepaalde financieringsbron. Risicometing Liquiditeitspositie edtf 18 Ook in 2015 bleef de liquiditeitspositie van de Rabobank sterk. De totale liquiditeitsbuffer per 31 december 2015, gemeten in 'High Quality Liquid Assets' (HQLA), bedroeg 98 (2014: 80) miljard euro. De stijging (in absolute termen) is een gevolg van een stijging van gelden aangehouden bij decentrale bank. De liquiditeitspositie, gemeten in termen van de 'Liquidity Coverage Ratio' (LCR) ad 128% (2014:144%) en 'Net Stable Funding Ratio' (NSFR) ad 116% (2014:115%), bleef ruim boven de (toekomstige) limieten. Daar naast overschreed de aanwezige liquiditeit de minimum-DNB- eis met gemiddeld 23% (2014: 26%). HQLA-liquiditeitsbuffer in miljoenen euro's Level 1-stukken Kas en centrale bank reserves (na aftrek verplichte reserves) Stukken uitgegeven of gegarandeerd door overheden, centrale banken en multilateral development banks Totale voorraad Level 1-stukken 31-12-2015 31-12-2014 hoofdsom/ hoofdsom/ marktwaarde marktwaarde 61.447 33.900 95.347 39.933 36.432 76.365 Level 2a-stukken Stukken uitgegeven of gegarandeerd door overheden, centrale banken en multilateral development banks Stukken van niet-financiële corporates met een rating van AA- of beter Niet zelf uitgegeven covered bonds met een rating van AA- of beter Totale voorraad Level 2a-stukken 1.553 128 137 1.817 2.231 107 129 2.466 Level 2b-stukken Stukken met particuliere hypotheken als zekerheid (RMBS), met een rating van AA- of beter Stukken van niet financiële corporates met een rating BBB- tot en met A+ Totale voorraad Level 2b-stukken 252 308 560 542 412 955 Totale voorraad HQLA Centrale banken beleenbaar zelfbehouden RMBS-en Overige centrale banken beleenbare activa Overige stukken en illiquide aandelen Totaal stukken 43.789 6.312 3.235 151.061 43.184 6.769 7.122 136.861 97 Risicomanagement

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2015 | | pagina 98