Inhoudsopgave Bestuursverslag Corporate governance worden portefeuilles van geld- en kapitaalmarktinstrumenten geselecteerd die het gedrag van de balansposten het best repliceren. Risicometing De Rabobank gebruikt drie standaardmaatstaven voor het beheer van haar renterisico in de bankomgeving: Equity at Risk (EatR); Basispuntgevoeligheid (BPV) of delta van het eigen vermogen (totaal en per looptijd); Income at Risk (latR). De EatR, de BPV van het eigen vermogen en latR worden toe gepast om het renterisico in de bankomgeving dat voortvloeit uit veranderingen in het niveau van de rentes te sturen en te beheersen. De delta per looptijd of het deltaprofiel wordt aan gewend om het risico van veranderingen in de vorm van de rentecurve, die de rente per looptijd weergeeft, te sturen en te beheersen. De Risk Appetite van de Rabobank wordt in deze maatstaven uitgedrukt. In aanvulling op de drie standaardmaatstaven voor renterisico in de bankomgeving maakt de Rabobank periodiek verken ningen van de impact van één of meer macro-economische stressscenario's en de daarin begrepen rentescenario's op haar financiële resultaat en economische waarde. De resultaten van deze analyse zijn belangrijk voor integrale risicomanage- mentdoeleinden en worden opgenomen in rapportages aan het senior management. Bovendien wordt de hoeveelheid kapitaal die vereist is om de impact van ongunstige rente ontwikkelingen op de boeken in de bankomgeving op te vangen berekend op basis van zowel historische rentescenario's als op het oordeel van experts gebaseerde rentescenario's. De lage rente-omgeving heeft gedurende 2015 extra aandacht gekregen. Voor een bank is in zijn algemeenheid een lage rente-omgeving uitdagend voorde rentabiliteit. Verplichtingen zonder rentevergoeding, zoals het eigen vermogen en rekening courant tegoeden, zijn minder rendabel bij lage rentes. In 2015 was de rente zelfs negatief op het korte deel van de curve. Daarnaast gaat een lage rente-omgeving vaak gepaard met een vervlakking van de curve waardoor een bank minder resul taat maakt op de transformatie van korte verplichtingen naar langere activa. Scenario analyses laten zien dat een verdere rentedaling en vervlakking van de curve negatieve gevolgen heeft voor de rente-inkomsten van met name het retailbedrijf bij gelijkblijvende marges. De impact hiervan neemt toe indien deze situatie langer aanhoudt of de curve verder negatief wordt. Jaarrekening Rabobank Groep Jaarrekening Rabobank Pillar 3 Risk Appetite en ontwikkelingen met betrekking tot EatR en BPV van het eigen vermogen Om het renterisico vanuit het perspectief van economische waarde te beheren, gebruikt de Rabobank de EatR als kernmaat staf. De EatR geeft aan met welk percentage de economische waarde van het eigen vermogen zal dalen wanneer de geld en kapitaalmarktrentes met 1 procentpunt stijgen. Voor 2015 werden hiervoor door de raad van bestuur een ondergrens van 0% en een bovengrens van 6% vastgesteld. EatR 31-12-2015 31-12-2014 EatR 2,4% 0,4% In 2015 steeg de EatR van 0,4% naar 2,4%. Deze toename vloeide vooral voort uit de groei van de hypotheekverstrek kingen en -verlengingen en de verschuiving van de voorkeur van klanten naar langere rentevastperiodes. In aanvulling op de EatR maakt de Rabobank gebruik van de BPV of delta van het eigen vermogen om het renterisico vanuit waardeperspectief te sturen en te beheersen. De BPV van het eigen vermogen weerspiegelt de mutatie van de economische waarde van het eigen vermogen als alle rentes op de geld- en kapitaalmarkten met 1 basispunt (oftewel 0,01 procentpunt) stijgen. De toepassing van het deltaprofiel is erop gericht om het risico van veranderingen in de vorm van de rentecurve vanuit waardeperspectief te sturen en te beheersen. Het delta profiel representeert voor elke looptijd afzonderlijk de veran dering van de economische waarde van het eigen vermogen dooreen stijging van de marktrente in de betreffende looptijd met 1 basispunt. Zowel de BPV van het eigen vermogen als het deltaprofiel bleven in 2015 binnen de daarvoor vastgestelde limieten. Risk Appetite en ontwikkelingen met betrekking tot latR Om het renterisico vanuit het oogpunt van financieel resultaat te beheren, gebruikt de Rabobank de latR als kernmaatstaf. De latR is de grootste negatieve afwijking van het verwachte renteresultaat in de eerstkomende twaalf maanden door een geleidelijke stijging van alle geld- en kapitaalmarktrentes in die periode met 2 procentpunten en van een geleidelijke daling van alle geld- en kapitaalmarktrentes in die periode met 2 procentpunten. In 2015 was de limiet voor deze maatstaf 500 miljoen euro. In de latR-analyse wordt geen rekening gehouden met actief ingrijpen van het management, maar wel met door de rente-ontwikkeling teweeggebrachte verande ringen in het spaargedrag van klanten en met wijzigingen in het tariferingsbeleid voor spaarproducten. 95 Risicomanagement

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2015 | | pagina 96