Inhoudsopgave Bestuursverslag Corporate governance Kosten kredietverliezen en voorzieningen voor kredietverliezen Nadat een krediet is verstrekt, vindt doorlopend kredietbeheer plaats. Daarbij wordt nieuwe (financiële en niet-fïnanciële) infor matie beoordeeld. Er wordt nagegaan of de cliënt de gemaakte afspraken nakomt en of nog steeds kan worden verwacht dat dit ook in de toekomst het geval zal zijn. Als het vermoeden bestaat dat dit niet het geval zal zijn, wordt het kredietbeheer geïntensiveerd, de frequentie van monitoring verhoogd en worden kredietcondities scherper bewaakt. Wanneer bij grotere en meer complexe financieringen de bedrijfscontinuïteit in het geding is, vindt begeleiding plaats door een speciale afdeling binnen de Rabobank: Bijzonder Beheer. Als het waarschijnlijk is dat de debiteur niet in staat is om de aan de Rabobank ver schuldigde bedragen te voldoen in overeenstemming met de contractuele voorwaarden, is er sprake van een zogeheten impairment (onvolwaardig krediet). In aanvulling op het proces van tijdige vaststelling van impairment zijn in 2015 bankbreed zogenoemde impairment triggers geïntroduceerd. Zo nodig wordt dan een voorziening getroffen ten laste van het resultaat. De voorziening voor kredietverliezen bestaat uit drie compo nenten: De specifieke voorziening wordt op individuele basis vastgesteld voor onvolwaardige en qua omvang significante zakelijke kredieten. Deze voorziening is gelijk aan de exposure op de cliënt, verminderd met de contante waarde van de toekomstige te ontvangen kasstromen (inclusief het even tueel uitwinnen van zekerheden). Iedere specifieke voor ziening met een impact van 7,5 miljoen euro of meer op de resultatenrekening wordt door de Voorzieningencommissie behandeld. Jaarrekening Rabobank Groep Jaarrekening Rabobank Pillar 3 De collectieve voorziening wordt vastgesteld voor onvol waardige kredieten die individueel qua omvang niet signifi cant zijn, met name in de particuliereen kleinzakelijke sfeer. Hierbij wordt de voorziening vastgesteld op portefeuille niveau met behulp van CRD IV-modelparameters, aangepast aan de IFRS-richtlijnen. De algemene voorziening wordt vastgesteld voor het deel van de portefeuille dat per balansdatum de facto wel impaired is, maar nog niet als zodanig geïdentificeerd (IBNR; incurred but not reported). Deze voorziening wordt bepaald omdat er altijd een mismatch bestaat tussen een gebeurtenis die de default van een klant veroorzaakt en het moment dat de bank deze default als zodanig identificeert en vastlegt in haar systemen. Ook hier worden CRD IV-modelparameters gebruikt (aangepast aan de IFRS-richtlijnen) voor het vast stellen van de voorziening. Naast de dekking door voorzieningen is er aanvullende dekking verkregen uit hoofde van onderpanden en andere zekerheden. Daarbij wordt uitgegaan van het'one obligor'-principe, wat inhoudt dat het obligo op de debiteur en alle verbonden tegen partijen wordt meegenomen. Voorts wordt het volledige obligo op de cliënt dan als onvolwaardig aangemerkt; dus ook voor het deel waarvoor een toereikende dekking is in de vorm van zekerheden, waarbij het risico op een verlies uiteraard lager is. Kosten kredietverliezen en voorziening voor kredietverliezen 2015 2014 Kosten krediet- in miljoenen euro's verliezen Kosten krediet verliezen in basispunten Voorziening Kosten krediet verliezen Kosten krediet verliezen in basispunten Voorziening Binnenlands retailbankbedrijf 343 12 3.963 1.422 48 4.836 Wholesalebankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf 526 53 2.962 420 44 2.881 Leasing 85 25 344 131 43 403 Vastgoed 90 56 1.175 656 364 1.270 Overig -11 n.a. 34 4 n.a. 48 Rabobank Groep 1.033 24 8.478 2.633 60 9.438 89 Risicomanagement

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2015 | | pagina 90