Inhoudsopgave
Bestuursverslag
Corporate governance
Jaarrekening Rabobank Groep
Jaarrekening Rabobank
Economic capital of de interne
vermogenseis:
Het economie capital is de minimale vermogensbuffer die nodig is om alle
onverwachte verliezen op te vangen veroorzaakt door de diverse risico's waaraan
een bank is blootgesteld in een bepaalde tijdsperiode (1 jaar) en uitgaande van een
bepaald betrouwbaarheidsinterval.
Efficiencyratio:
Engagement:
De bedrijfslasten gerelateerd aan de baten.
Het hebben van een tweezijdige dialoog met belanghebbenden, zoals onze
werknemers, zakelijke relaties, klanten en de maatschappij met als doel kennis in te
winnen over de uitdagingen waar ze mee te maken hebben, de innovaties in de mark
en ontwikkelingen in het kader van duurzaamheid. Engagement draagt bij aan een
continue leer- en verbeterproces en stelt Rabobank in staat om:
commerciële kansen te identificeren en creëren;
risico's te identificeren en beoordelen;
problemen die spelen bij stakeholders op te lossen of tegen te gaan;
onze kennis en netwerken met onze klanten delen om hen te motiveren
verantwoordelijk om te gaan met duurzaamheidskwesties.
Equity capital-ratio:
Funding:
Hybride vermogen:
Ingehouden winsten en Rabobank Certificaten gerelateerd aan de risicogewogen activa.
Middelen waarmee de bank haar kredieten financiert.
Vermogen met elementen van eigen vermogen en schuld. Behoord tot het
tier 1-vermogen van de bank.
latR Income at Risk:
De latR geeft met een bepaalde betrouwbaarheid aan wat het maximale verlies aan
rentewinst is door een sterke stijging of daling van de geld- en kapitaalmarktrente in
de eerstkomende twaalf maanden.
Impairment:
Kosten kredietverliezen:
Bijzondere waardevermindering.
De kosten kredietverliezen worden gevormd door de bedragen die ten laste
van de winst-en-verliesrekening worden toegevoegd aan de voorziening voor
kredietverliezen. De kosten kredietverliezen zijn het saldo van toevoeging, vrijval en
ontvangsten na afboeking. Gewoonlijk worden de kosten kredietverliezen uitgedrukt
in basispunten van de gemiddelde kredietverlening.
Kredietrisico:
Kredietrisico wordt gedefinieerd als het risico op verlies als tegenpartijen aan de bank
niet aan hun kredietverplichtingen voldoen.
Landenrisico:
Bij het landenrisico wordt een onderscheid gemaakt tussen transferrisico en collectief
debiteurenrisico.Transferrisico betreft de mogelijkheid dat een buitenlandse overheid
beperkingen oplegt aan het overmaken van gelden aan buitenlandse crediteuren door
debiteuren in het desbetreffende land. Collectief debiteurenrisico is het risico dat een
groot aantal debiteuren in een land niet aan de verplichtingen zal kunnen voldoen
vanwege dezelfde oorzaak.
LGD (Loss Given Default):
De LGD is de schatting van het economische verlies in geval van default van de
debiteur. De LGD wordt uitgedrukt als een percentage van de EAD.
414 Rabobank Jaarverslag 2015