Inhoudsopgave Bestuursverslag Corporate governance
4.2 Strategie voor het gebruik van financiële
instrumenten
De activiteiten van de Rabobank zijn naar hun aard gerela
teerd aan het gebruik van financiële instrumenten, waaronder
ook derivaten. De Rabobank neemt deposito's van cliënten in
bewaring tegen zowel vaste als variabele rente voor verschil
lende periodes en streeft ernaar rentemarges te realiseren
door belegging van deze middelen in hoogwaardige activa.
De Rabobank streeft ernaar deze marges te vergroten door
een portefeuille benadering van kortlopende middelen en
uitzettingen in leningen voor langere periodes tegen hogere
tarieven en door tegelijkertijd voldoende liquiditeit aan te
houden om aan alle bedragen die eventueel opeisbaar worden
te kunnen voldoen.
De Rabobank streeft er ook naar om haar renteresultaat te ver
groten door marges te verkrijgen, na aftrek van voorzieningen
en door leningen te verstrekken aan commerciële en retail
leningnemers met verschillende kredietwaardigheidsbeoor
delingen. Dergelijke risico's betreffen niet alleen op de balans
verantwoorde kredieten. De Rabobank gaat ook garanties aan,
zoals letters of credit, letters of performance en overige ver
plichtingen.
4.3 Renterisico in de bankomgeving
Onder renterisico in de bankomgeving wordt het risico verstaan
dat het financiële resultaat en/of de economische waarde van
bankboeken, beleggingsboeken en kapitaalboeken negatief
wordt beïnvloed door bewegingen in de geld- en kapitaal
marktrentes. Bankboeken bevatten financiële producten en
gerelateerde derivaten die worden aangehouden voor het
genereren van (een stabiele groei van) het renteresultaat. Beleg
gingsboeken bestaan uit financiële instrumenten die worden
aangehouden voor strategische doeleinden, onder andere
voor het managen van solvabiliteit, rente- en liquiditeitsrisico.
Kapitaalboeken bevatten financiële instrumenten die zijn
gefinancierd met het eigen kapitaal van de bank.
De Rabobank accepteert een zekere mate van renterisico in de
bankomgeving, omdat dit een wezenlijk onderdeel van ban
kieren is, maar tegelijkertijd streeft de bank ernaar materiële
onverwachte fluctuaties in het financiële resultaat en de econo
mische waarde ten gevolge van rentebewegingen te vermijden.
Daarom stelt de raad van bestuur, onder toezicht van de raad
van commissarissen, jaarlijks de risk appetite voor renterisico en
de daarmee corresponderende renterisicolimieten vast.
In het kader van haar renterisicobeheer hanteert de Rabobank
twee kernmaatstaven;
Jaarrekening Rabobank Groep Jaarrekening Rabobank Pillar 3
equity at risk, de duration van het eigen vermogen; en
income at risk, de gevoeligheid van de rentewinst voor een
geleidelijke stijging dan wel daling van de rentes in de eerst
komende twaalf maanden.
Het renterisico bij de Rabobank vindt zijn oorzaak in looptijd
verschillen tussen leningen en middelen, optierisico, basisrisico
en rentecurve-risico. Het eventuele renterisico dat klanten
lopen doordat hun verplichtingen door rentebewegingen
toenemen, heeft geen impact op de mate waarin de Rabobank
aan renterisico blootstaat. Eventuele negatieve effecten die
hieruit voortvloeien worden beschouwd als kredietrisico.
Op groepsniveau wordt het renterisico van de Rabobank
gestuurd door het Asset Liability Committee Group onder
voorzitterschap van de Chief Financial Officer. Uitvoering van
de besluiten van deze commissie vindt plaats doorTreasury
Rabobank Group, terwijl meting en rapportering plaatsvindt
door Risk Management.
Het renterisico van de Rabobank volgt voornamelijk uit
hypotheekverstrekkingen en de verstrekte zakelijke financie
ringen met een lange rentevast-periode. Deze verstrekkingen
worden onder meer gefinancierd met door klanten inge
legde spaargelden, uit tegoeden die klanten aanhouden op
betaalrekeningen en in rekening-courant en met funding van
professionele geld- en kapitaalmarktpartijen. Het meten van
renterisico wordt niet alleen gedaan op basis van de contrac
tueel vastgelegde gegevens. Er wordt ook rekening gehouden
met klantgedrag in de gehanteerde renterisicomodellen.
Zo wordt rekening gehouden met de vervroegde aflossing van
hypotheken en worden vrij opneembare deposito's zoals saldi
op direct opvraagbare variabelrentende spaarrekeningen en
tegoeden op betaalrekeningen en zakelijke rekeningen-courant
gemodelleerd op basis van de zogenoemde replicating port
foliomethode. Met behulp van deze methode worden porte
feuilles van geld- en kapitaalmarktinstrumenten geselecteerd
die het gedrag van de balansposten het best repliceren.
De voor het beheer van het renterisico gebruikte definitie van
het eigen vermogen wijkt af van de IFRS-definitie van het eigen
vermogen. Voor renterisicobeheer is de economische waarde
van het eigen vermogen gedefinieerd als de contante waarde
van de activa minus de contante waarde van de passiva plus de
contante waarde van de niet in de balans opgenomen posten.
Door toepassing van hedge accounting en vanwege het feit
dat een groot gedeelte van de balans in termen van IFRS tegen
geamortiseerde kostprijs is opgenomen en dus afgezien van
het inherente tegenpartijrisico geen waardeveranderingen
ondergaat, zullen de effecten van de berekende waarde
veranderingen op het IFRS-vermogen grotendeels beperkt
blijven tot een impact via het renteresultaat.
278 Rabobank Jaarverslag 2015