3 Solvabiliteit en kapitaalbeheer
Inhoudsopgave Bestuursverslag Corporate governance
2.32 Kasstroomoverzicht
Onder geldmiddelen en kasequivalenten worden de aanwezige
kasmiddelen, geldmarktuitzettingen en de tegoeden bij de
centrale banken verstaan. Het kasstroomoverzicht is opgesteld
volgens de indirecte berekeningsmethode en geeft inzicht
in de herkomst van deze liquide middelen die gedurende
het jaar beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop de
liquide middelen gedurende het jaar zijn aangewend. Bij de
nettokasstroom uit operationele activiteiten wordt het bedrijfs
resultaat vóór belastinglasten gecorrigeerd voor posten in de
winst-en-verliesrekening en mutaties in balansposten die niet
daadwerkelijk leiden tot kasstromen in het boekjaar.
De kasstromen worden gesplitst naar operationele-, investe-
rings- en financieringsactiviteiten. Mutaties in kredieten, inter-
bancaire deposito's, toevertrouwde middelen en uitgegeven
schuldpapieren zijn opgenomen onder de kasstroom uit ope
rationele activiteiten. Investeringsactiviteiten omvatten aan- en
verkopen en aflossingen inzake financiële beleggingen, aan- en
verkopen van dochterondernemingen en van onroerende zaken
en bedrijfsmiddelen. De ontvangsten, uitgiften en betalingen
op de Rabobank Certificaten, Trust Preferred Securities, Capital
Securities, Senior Contingent Notes en achtergestelde schulden
worden als financieringsactiviteit aangemerkt. Mutaties uit
hoofde van valutaomrekeningsverschillen worden, evenals de
consolidatie-effecten bij de verwerving van deelnemingen,
geëlimineerd.
Het verschil tussen de in het kasstroomoverzicht opgenomen
nettomutatie en de mutatie van de in de balans opgenomen
geldmiddelen en kasequivalenten is het gevolg van koers
verschillen en is afzonderlijk opgenomen als onderdeel van de
aansluiting tussen de nettomutatie en de balansmutatie van de
geldmiddelen en kasequivalenten.
Jaarrekening Rabobank Groep Jaarrekening Rabobank Pillar 3
De Rabobank wil overeen adequate solvabiliteitspositie
beschikken. Hierbij stuurt zij op een aantal solvabiliteitsratio's.
De belangrijkste hierbij zijn de common equity tier 1-ratio (CET1),
de tier 1-ratio, de totale kapitaalratio en de equity capital-
ratio. De Rabobank hanteert intern doelstellingen die boven
de minimale eisen van de toezichthouders liggen. Zij houdt
rekening met marktverwachtingen en ontwikkelingen in
wet- en regelgeving. De Rabobank streeft naar een onderschei
dende positie in vergelijking tot andere financiële instellingen.
Het beheer van de solvabiliteitspositie vindt plaats op basis van
beleidsdocumenten. De solvabiliteitspositie en de te hanteren
doelstellingen staan periodiek op de agenda's van de Risico
Management Commissie en de Balans Management Commissie,
van de raad van bestuur en van de raad van commissarissen.
De 'Capital Requirements Regulation (CRR)'en 'Capital Require
ments Directive (CRD IV)'vormen tezamen de Europese imple
mentatie van het Basel kapitaal- en liquiditeitsakkoord van 2010.
Vanaf 1 januari 2014 zijn deze regels effectief en van toepassing
voor de Rabobank.
De Rabobank moet voldoen aan een aantal wettelijk bepaalde
minimale solvabiliteitsposities. De solvabiliteitspositie wordt
bepaald aan de hand van ratio's. Deze ratio's vergelijken het
toetsingsvermogen (totale kapitaalratio), het tier 1-vermogen
(tier 1 -ratio) en het kernvermogen (common equity tier 1 -ratio)
van de bank met het totaal van de naar risicogewogen activa.
Vanaf 1 januari 2014 zijn de minimaal vereiste percentages
vastgesteld aan de hand van CRD IV/CRR. Voor 2015 geldt
voor het toetsingsvermogen, het tier 1-vermogen en het kern
vermogen een minimum van respectievelijk 8%, 6% en 4,5%.
Vanaf 2016 zijn onderstaande wettelijke buffers van toepassing.
Deze buffers worden geleidelijk tot het jaar 2019 verhoogd.
In haar kapitaalsplanning houdt de Rabobank hier reeds
rekening mee. In de onderstaande tabel worden de minimum
wettelijke buffers weergegeven gebaseerd op de geplande
eindsituatie van CRD IV/CRR.
1 Deze buffers faseren in de jaren 2016-
2019 in. De anticyclische buffer kan
maximaal 2,5% bedragen.
In de meeste landen, waaronder
Nederland, is de anticyclische buffer
voor het jaar 2016 op 0% vastgesteld.
Minimum kapitaalbuffer
CET1
Tier 1
Totaal
kapitaal
Minimum
2015
4,5%
6,0%
8,0%
Kapitaalconserveringsbuffer1
2016-2019
2,5%
2,5%
2,5%
Minimum kapitaal conserveringsbuffer
7,0%
8,5%
10,5%
Anticyclische buffer1
2016-2019
0% - 2,5%
Systeem risicobuffer1
2016-2019
3,0%
3,0%
3,0%
193 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening