Inhoudsopgave Bestuursverslag Corporate governance
overige effecten of de aankoop of verkoop van ondernemingen,
worden verantwoord bij afronding van de onderliggende
transacties.
2.15 Kredieten aan cliënten en vorderingen op
andere banken
Kredieten aan cliënten en vorderingen op andere banken zijn
niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare beta
lingen, die niet op een actieve markt zijn genoteerd. Als uitzon
dering hierop gelden dergelijke activa die door de Rabobank
geclassificeerd zijn als aangehouden voor handelsdoeleinden
of bij eerste opname in de balans aangemerkt zijn als gewaar
deerd tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen in de winst-en-verliesrekening of als beschikbaar
voor verkoop. Kredieten aan cliënten en vorderingen op andere
banken worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde inclu
sief transactiekosten en vervolgens op basis van de geamorti
seerde kostprijs inclusief transactiekosten.
De leningen worden onderworpen aan een individuele of
een collectieve impairmentanalyse. Een waarderingscorrectie,
voorziening voor verwachte verliezen op leningen, wordt
gemaakt als er objectieve aanwijzingen zijn dat de Rabobank
niet alle ingevolge de oorspronkelijke contractuele bepalingen
verschuldigde bedragen zal kunnen innen. Het bedrag van
de voorziening is het verschil tussen de boekwaarde en het
realiseerbare bedrag, zijnde de contante waarde van verwachte
kasstromen. Hierin zijn - naast de verwachte rente-inkomsten
en aflossingen - de bedragen opgenomen, die realiseerbaar
zijn uit garanties en waarborgen en contant gemaakt zijn
tegen het oorspronkelijke (gemiddelde) effectieve rentetarief
van leningen.
De voorziening voor leningen omvat verliezen wanneer er
objectieve aanwijzingen zijn dat er op de balansdatum sprake is
van verliezen in onderdelen van de leningenportefeuille.
Objectieve aanwijzingen vooreen mogelijke waarde
vermindering kunnen zijn:
significante financiële problemen bij de kredietnemer;
in gebreke blijven of nalatigheid van kredietnemers bij de
betaling van interest en/of aflossing;
heronderhandeling van een lening;
kans op faillissement of financiële reorganisatie bij de krediet
nemer;
veranderende betalingsstatus van kredietnemers;
veranderingen in economische omstandigheden die
aanleiding kunnen geven tot het in gebreke blijven van de
kredietnemer.
Bij elk afzonderlijk bedrijfsonderdeel worden de verliezen
geschat op basis van de kredietwaardigheidsbeoordeling van
de leners en de waarde van de zekerheden die zijn ondergezet
ten behoeve van de bank, waarbij rekening wordt gehouden
Jaarrekening Rabobank Groep Jaarrekening Rabobank Pillar 3
met de actuele economische omstandigheden waarin de leners
hun activiteiten ontplooien. De boekwaarde van de leningen
wordt verminderd door gebruik te maken van een voorzie
ningenrekening, gebaseerd op het door de bank meest waar
schijnlijk geachte scenario, en het bedrag van het verlies wordt
verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Afboekingen van
voorzieningen voor verwachte verliezen op leningen vinden
plaats zodra het uitwinningsproces is beëindigd, de gestelde
zekerheden te gelde zijn gemaakt en er vrijwel geen andere ver-
haalsmogelijkheid meer is en bij een formele schuldkwijtschel
ding. Alsnog geïnde bedragen worden ten gunste gebracht van
de post 'Kosten kredietverliezen' in de winst-en-verliesrekening.
Zodra het continuïteitsperspectief is hersteld en achterstanden
conform afspraak zijn ingelopen, wordt de lening niet langer als
impaired (onvolwaardig) beschouwd. Het management beoor
deelt continu deze heronderhandelde leningen om er zeker
van te zijn dat aan alle criteria is voldaan en dat de toekomstige
kasstromen naar verwachting plaatsvinden.
Niet-presterende leningen (non-performing loans) zijn leningen
die voldoen aan minstens een van de volgende criteria:
Het zijn materiële leningen met een achterstand groter dan
90 dagen;
Het is waarschijnlijk, dat de debiteur zijn schuld (hoofdsom,
rente of provisies) niet volledig zal voldoen, zonder dat de
bank haar toevlucht neemt tot uitwinning van zekerheden
(indien aanwezig), ongeacht de dagen of het bedrag in
achterstand.
De algemene voorziening betreft de voorziening die wordt vast
gesteld voor het deel van de portefeuille dat per balansdatum
de facto wel impaired is, maar nog niet als zodanig geïdentifi
ceerd is (IBNR: incurred but not reported) in de risicosystemen
van de bank. Ook hier worden Basel li-parameters, aangepast
aan de IFRS-richtlijnen en aan de actualiteit, gebruikt voor het
vaststellen van de voorziening. Belangrijk bij de bepaling van
de algemene voorziening is de zogeheten Loss Identification
Period (LIP) welke de periode aangeeft tussen het moment dat
een loss event bij de cliënt plaatsvindt en het moment dat de
bank dit in de risicosystemen heeft vastgelegd. De LIP wordt
aangeduid in maanden en verschilt per portefeuille.
Het management beoordeelt op iedere balansdatum of er
objectieve aanwijzingen bestaan dat geherclassificeerde
leningen die voorheen als voor verkoop beschikbare activa
waren opgenomen, een bijzondere waardevermindering
hebben ondergaan.
Voor uitzettingen die binnen CRD IV worden gekwalificeerd
als corporate uitzettingen, worden de uitzettingen gemeten
volgens het één-obligor principe. Dit principe houdt in dat de
goedgekeurde limiet voor een debiteur van toepassing is op de
som van alle uitzettingen - inclusief derivaten, garanties en der
gelijke - van de debiteurengroep waartoe de debiteur behoort.
187 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening