Basel ll-compliance De Rabobank werkt met de Advanced IRB-benadering voor kredietrisico. Dit is de meest risico- gevoelige vorm van de Basel ll-kredietrisicobenaderingen. De Rabobank heeft haar risico management verder geprofessionaliseerd door Basel ll-compliance-activiteiten te combineren met het implementeren van een best practice economic-capitalraamwerk. Belangrijke Basel li- parameters in het kader van kredietrisico zijn EAD (Exposure at Default). PD (Probability of Default) en LGD (Loss Given Default). Mede op basis van deze parameters worden het economie capital en de RAROC bepaald. Een belangrijk voordeel dat samenhangt met het gebruik van het economic-capitalraamwerk is een gestroomlijnd en efficiënt goedkeuringsproces. Door het gebruik van de Basel li-parameters en RAROC zijn kredietbeoordelaars en kredietcommissies nog beter in staat om afgewogen kredietbesluiten te nemen, leder bedrijfsonderdeel van de Rabobank heeft een doelstelling voor de RAROC op klantniveau vastgesteld voor zakelijke klanten. Dat is naast de kredietkwaliteit een belangrijke factor bij het nemen van besluiten over specifieke kredietaanvragen. Daarnaast vormen de genoemde Basel li-parameters een belangrijk onderdeel van de managementinformatie op portefeuilleniveau. De EAD is het verwachte obligo van de bank op het moment dat een tegenpartij in gebreke zou blijven. Eind 2014 bedroeg de EAD van de totale Advanced IR B-k red i et po rtefe u i 11 e van de Rabobank 582 (574) miljard euro. De EAD is inclusief de verwachte toekomstige benutting van kredietruimte. Van de totale performing Advanced IRB-kredietportefeuille van de Rabobank is de met de EAD gewogen PD eind 2014 1,05% (1,12%). De licht verbeterde PD is niet alleen het gevolg van een gewijzigde faalkans van de bestaande debiteuren, maar ook van wijzigingen in de samenstelling van de portefeuille (in- en uitstroom van klanten) en van de implementatie van nieuwe modellen en van beleidswijzigingen. De PD geeft weer in hoeverre verwacht wordt dat cliënten al dan niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. De PD zegt niets over het mogelijke verlies, omdat de Rabobank veelal heeft gezorgd voor aanvullende dekking. Deze aanvullende dekking vindt zijn weerslag in het LGD, waarin ook de herstructureringsperspectieven zijn meegenomen. De LGD is de schatting van het economische verlies in geval van default van de debiteur, uitgedrukt als een percentage van de EAD. Per eind 2014 is het LGD-percentage van de totale Advanced IR B-po rtefe u i 11 e van de Rabobank 23,2% (21,8%). Kosten kredietverliezen en voorzieningen voor kredietverliezen EDTF 28 Nadat een krediet is verstrekt, vindt doorlopend kredietbeheer plaats. Daarbij wordt nieuwe (financiële en niet-financiële) informatie beoordeeld. Er wordt nagegaan of de cliënt de gemaakte afspraken nakomt en of nog steeds kan worden verwacht dat dit ook in de toekomst het geval zal zijn. Als het vermoeden bestaat dat dit niet het geval zal zijn, wordt het krediet- beheer geïntensiveerd, de frequentie van monitoring verhoogd en worden kredietcondities scherper bewaakt. Wanneer bij grotere en meer complexe financieringen de bedrijfscontinuïteit in het geding is, vindt begeleiding plaats door een speciale afdeling binnen de Rabobank: Bij zonder Beheer. Als het waarschijnlijk is dat de debiteur niet in staat is om de aan de Rabobank verschuldigde bedragen te voldoen in overeenstemming met de contractuele voorwaarden, is er sprake van een zogeheten impairment (onvolwaardig krediet). Indien nodig, wordt dan een voorziening getroffen ten laste van het resultaat. De voorziening voor kredietverliezen bestaat uit drie componenten: 90 Jaarverslag 2014 Rabobank Groep

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2014 | | pagina 91