besloten. Daarbij is een structuur aangebracht op diverse niveaus, waarbij de hoogte van de
financiering bepalend is voor het antwoord op de vraag welke commissie bevoegd is. Over de
grootste financieringsaanvragen besluit de raad van bestuur zelf.
Een belangrijk uitgangspunt bij het acceptatiebeleid voor zakelijke kredieten is het 'ken uw
klant'-principe. Dit houdt in dat de bank alleen kredieten verstrekt aan bedrijfsklanten waarvan
de Rabobank het management integer en deskundig acht. Daarnaast is de Rabobank uitstekend
op de hoogte van de ontwikkelingen in de bedrijfstak waarin de klant opereert en kan ze de
financiële prestaties van haar klanten goed beoordelen. Duurzaam ondernemen betekent ook
duurzaam financieren. Daarom zijn er duurzaamheidsrichtlijnen vastgesteld voor toepassing in
het kredietproces.
Risicometing
Kredietmonitoring en reporting
Met de komst van het Basel li-raamwerk heeft de Rabobank de Rabobank Risk Rating (RRR)
masterscale ontwikkeld, met 21 performing ratings (R0-R20) en 4 default ratings (D1-D4).
De performing ratings zijn gekoppeld aan de kans op default van de klant binnen een termijn
van één jaar (PD), waarbij de rating in principe cyclisch neutraal wordt vastgesteld. De D1-D4
heeft betrekking op defaultclassificaties. Dl staat voor 90 dagen achterstand, D2 voor een hoge
waarschijnlijkheid dat de debiteur niet kan betalen, D3 houdt in dat de debiteur niet aan zijn
verplichtingen kan voldoen en uitwinning aan de orde is en D4 is de status van faillissement.
Conform deze benadering vormen alle D-ratings het totale non-performing exposure.
Naast de genoemde RRR maakt de Rabobank voor interne rapportages gebruik van het
zogeheten Loan Quality Classification System (LQC). Dit systeem onderscheidt vijf categorieën:
continuïteit, aandachtsbehoevend, kwetsbare continuïteit, dreigende discontinuïteit en
discontinuïteit. De focus ligt hierbij op de ontwikkelingen in de geclassificeerde portefeuille,
bestaande uit de classificaties kwetsbare continuïteit, dreigende discontinuïteit en discontinuïteit.
De exposures in deze portefeuille worden (minstens) twee keer per jaar gereviseerd en behan
deld door de afdeling Bijzonder Beheer.
In externe rapportages legt de Rabobank de focus op de onvolwaardige kredieten, die zijn
gedefinieerd als obligo's met een D-rating waarvoor een voorziening is gevormd. Eind 2013 heeft
de Rabobank beleid ontwikkeld om ieder kwartaal haar forbearanceportefeuille te monitoren.
Forbearance kan vertaald worden met'clementie'en/of'respijt'en deze forbearanceportefeuille
bestaat uit de klanten van de Rabobank waarvoor dergelijke maatregelen zijn getroffen.
De maatregelen onder deze noemer bestaan uit concessies aan debiteuren met (aanstaande)
financiële problemen. Een concessie refereert aan een van de volgende acties:
Een wijziging in de oorspronkelijk overeengekomen voorwaarden van een lening als
adequate oplossing voortvloeiend uit financiële problemen ('problematische leningen') van
de debiteur. Deze oplossingen/wijzigingen zouden niet toegewezen zijn als de debiteur niet
in financiële problemen zou zitten.
Een (gedeeltelijke) herstructurering van de financiering van een problematische lening die
niet aangeboden zou worden als de debiteur niet in financiële problemen zou zitten.
Rationale voor de focus op dit deel van de portefeuille is gelegen in de zorgen van de Europese
toezichthouders over de verslechtering van de kwaliteit van de portefeuille; forbearancemaat-
regelen zouden deze verslechtering van de portefeuille kunnen camoufleren doordat debiteuren
langer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen door de concessies.
IJzersterke bank: risicomanagement