Bail-in-buffer
Nieuwe regelgeving voorziet erin dat het in de toekomst makkelijker wordt om verliezen af te
wentelen op schuldeisers van een bank als de desbetreffende bank in de problemen komt.
Dit wordt een bail-in van schuldeisers genoemd. De Rabobank wil dit risico zo veel mogelijk
beperken door een flinke buffer eigen en achtergesteld vreemd vermogen aan te leggen, die als
eerste wordt aangesproken. Pas daarna zullen niet-achtergestelde schuldeisers, wier vorderingen
niet zijn gedekt door zekerheden, moeten gaan meebetalen. Deze zogeheten bail-in-buffer
bestaat uit ingehouden winsten, overige reserves, Rabobank Certificaten, hybride en achter
gestelde schuldinstrumenten en andere schuldinstrumenten (de zogeheten Senior Contingent
Notes). De bail-in-buffer is in 2014 toegenomen van 48,0 miljard euro naar 51,3 miljard euro.
Dit komt overeen met ongeveer 24% (23%) van de risicogewogen activa. De toename van deze
buffer is voornamelijk het gevolg van de uitgifte van achtergesteld tier 2-papier in 2014.
Bail-in-buffer
in miljarden euro's
31-dec-14
31-dec-13
Ingehouden winsten en overige reserves
24,9
24,6
Rabobank Certificaten
5,9
5,8
Hybride vermogensinstrumenten
7,6
8,6
Achtergestelde schulden
11,7
7,8
Senior Contingent Notes
1,2
1,2
Bail-in-buffer
51,3
48,0
Risicogewogen activa
211,9
210,8
Bail-in-buffer/risicogewogen activa
24,2%
22,8%
Vermogenseisen
ultimo 2014, in miljarden euro's
Regulatory Economie Toetsings
capital capital vermogen
V
Overige risico's
Operationeel en bedrijfsrisico
Rente- en marktrisico
Krediet- en transferrisico
Regulatory capital, de externe vermogenseis
Eind 2014 kwam het regulatory capital, de externe vermogenseis. voor de Rabobank Groep uit
op 16,9(16,9) miljard euro. Van het totale regulatory capital heeft 87% betrekking op krediet-en
transferrisico. 11% op operationeel risico en 2% op marktrisico. Als gevolg van de inwerking
treding van de CRR (CRD IV) daalde het regulatory capital met 0,2 miljard euro. Deze daling werd
veroorzaakt door een afname van het kapitaal voor kredietrisico, die gedeeltelijk gecompenseerd
werd door een toename van het kapitaal voor marktrisico. Verder nam het regulatory capital
met 0,4 miljard euro toe als gevolg van een toename van het kapitaal voor operationeel risico.
De berekening voor operationeel risico is in lijn gebracht met het risicoprofiel van de Rabobank
door aanpassing en optimalisatie van het model. Het kapitaal voor kredietrisico daalde met
0,5 miljard euro, voornamelijk als gevolg van de verkoop van Bank BGZ.
De Rabobank Groep berekent het regulatory capital voor kredietrisico voor nagenoeg de
gehele kredietportefeuille op basis van de door de prudentiële toezichthouder goedgekeurde
geavanceerde interneratingbenadering (IRB). De standaardbenadering wordt, in samenspraak
met de toezichthouder, toegepast op portefeuilles die qua exposure relatief klein zijn en op
enkele kleinere buitenlandse portefeuilles waarvoor de geavanceerde interneratingbenadering
niet voorhanden is. Voor operationeel risico vindt de berekening plaats aan de hand van het
door de toezichthouder goedgekeurde interne model dat gebaseerd is op de geavanceerde
meetbenadering (Advanced Measurement Approach). Wat betreft marktrisico heeft de Rabobank
toestemming van de toezichthouder om het algemene en specifieke positierisico te berekenen
op basis van haar interne Value at Risk (VaR)-modellen. gebaseerd op de regels van Capital
Adequacy Directive II (CAD II).
50 Jaarverslag 2014 Rabobank Groep