n
-
-
-
voor de Rabobank leiden tot de introductie van voorzichtigere en verscherpte verliesindicatoren.
Een aanpassing van het bijbehorende voorzieningenniveau is reeds in 2014 gemaakt.
Daarnaast heeft de voorzichtigere benadering geleid tot aanpassing van de parameters voor de
algemene voorziening (IBNR). De Rabobank gebruikt voor het bepalen van de IBNR het Expected
Loss (EL) als uitgangspunt. Hierop wordt voor de periode die nodig is om een verlies te onder
kennen (Loss Identifïation Period) een aanpassing gemaakt. Gelet op de ontwikkeling van de
economie en de portefeuille is in 2014 deze periode verlengd. Ook is in 2014 voor het bepalen
van het EL uitgegaan van meer prudente uitgangspunten.
Het onderzoek naar beleid, procedures en datastromen heeft niet geleid tot een acute bijstel
ling. Wel is duidelijk geworden dat, vanwege de in toenemende mate hogere normen, verbete
ringen in beleid en procedures doorgevoerd moeten worden. Ook met betrekking tot
beheersing van de datastromen zijn hogere normen gaan gelden, zowel door de eisen die
binnen het bedrijf gesteld worden als door toekomstige dataeisen vanuit de toezichthouders.
Een implementatieplan voor verbetering van beleid en procedures en voor de opzet en werking
van datastromen is met de ECB afgesproken.
De extra last die uit hoofde van de AQR genomen is, bedraagt in totaliteit 522 miljoen euro (zie
onderstaande tabel). Overigens is niet de gehele AQR-uitkomst verwerkt in de jaarrekening.
AQR
AQR
Regulier verwerkt in
Extra A QR impact op
in miljoenen euro's
uitkomst
winst-en-verliesrekening
winst-en-verliesrekening
Totale Credit File Review
1.137
777
Collectieve voorziening
690
448
CVA
122
74
Fair value review
143
34
Totale bruto aanpassing
2.093
811
522
Compenserend belastingeffect
203
130
Totale aanpassing op netto baten
608
392
Na de AQR is ook een bankbrede stresstest uitgevoerd. Deze stresstest is zowel door EBA als door
ECB bij de Rabobank belegd, waarbij de ECB de stresstestuitkomsten heeft beïnvloed door de
aanvangspositie aan te passen met de bevindingen opgedaan in de AQR. Uit de resultaten bleek
dat de Rabobank zowel in reguliere als in zeer zware stress ruimschoots aan de vermogenseisen
voldoet die aan banken worden gesteld.
Negatieve depositorente
Op 5 juni 2014 besloot de Governing Council van de ECB de depositorente die sinds juli 2012
op 0% stond met ingang van 11 juni 2014 te verlagen naar -0,10%. Dit is een zeer bijzondere
maatregel, omdat banken, dus ook de Rabobank, hierdoor geld moeten betalen als ze over
tollige middelen voor één nacht bij de ECB stallen. Per 10 september 2014 schroefde de ECB de
depositorente nog eens met 0,1 procentpunt terug, waardoor dit tarief op -0,20% kwam te staan.
De negatieve depositorente heeft ertoe geleid dat ook negatieve waarden resulteerden voor
Eonia en Euribor, de referentietarieven voor de interbancaire geldmarkt in het eurogebied.
Bij het Eonia-tarief was dat al in augustus 2014 het geval. De 1 -maands Euribor belandde in
januari 2015 voor het eerst onder nul. Dit betekent dat banken rente gaan betalen in plaats van
ontvangen als ze voor korte tijd geld aan andere banken lenen. Omdat de ECB op 22 januari 2015
IJzersterke bank: performance