Voor het bewaken en beheersen van het translatierisico hanteert de Rabobank een beleid
gericht op de bescherming van de common equity tier 1-ratio tegen de effecten van valuta
koersbewegingen.
Risicometing
Om de niet-afgedekte translatierisico's te meten wordt de VaR-methodiek gebruikt. Voor het
meten van translatierisico's wordt een betrouwbaarheidsinterval van 99,99% gebruikt en een
veronderstelde horizon van één jaar. Per jaareinde kwam de VaR voor translatierisico uit op
471 miljoen euro.
Liquiditeitsrisico
EDTF18 Liquiditeitsrisico is het risico dat een bank niet tijdig aan al haar (terug)betalingsverplichtingen
kan voldoen, maar ook het risico dat de bank de groei van de activa op enig moment niet, of
niet tegen een redelijke prijs, kan financieren. Deze situatie kan zich voordoen als klanten of
professionele partijen plotseling meer geld opvragen dan verwacht, terwijl de bank niet
genoeg geld in kas heeft en ook het verkopen of belenen van activa of het lenen van geld van
derden geen uitkomst biedt. Een ruime liquiditeitspositie en het behoud van vertrouwen van
zowel de professionele marktpartijen als de particuliere klanten is de afgelopen jaren cruciaal
gebleken. Hierdoor bleef onbelemmerde toegang tot de publieke geld- en kapitaalmarkt voor
de Rabobank verzekerd.
Risicomanagementraamwerk
Binnen de Rabobank is liquiditeitsrisico reeds lang onderkend als een belangrijk risicotype.
In lijn met CRR (CRDIV) is het beleid gericht op het financieren van langlopende krediet
verlening met stabiele funding, zijnde toevertrouwde middelen van klanten en langetermijn-
funding van de professionele markten. De verantwoordelijkheid voor het dagelijkse beheer van
de liquiditeitspositie, het aantrekken van professionele funding in de geld- en kapitaalmarkt en
het beheer van de structurele positie is belegd bij de treasury-afdeling.
De beheersing van het liquiditeitsrisico is gebaseerd op een drietal pijlers. De eerste pijler stelt
strikte limieten aan de maximale uitgaande kasstromen binnen het wholesalebankbedrijf.
Onder meer wordt er dagelijks gemeten en gerapporteerd welke inkomende en uitgaande
kasstromen de eerste twaalf maanden te verwachten zijn. Voor deze uitgaande kasstromen zijn
limieten bepaald, per valuta en per locatie. Om voorbereid te zijn op mogelijke crisissituaties
zijn er gedetailleerde plannen (het contingency fundingplan) voor opgesteld. Deze plannen
worden periodiek operationeel getest. Een operationele test van het contingency fundingplan
van de Rabobank Groep heeft dan ook in 2014 plaatsgevonden.
Via de tweede pijler wordt een omvangrijke buffer van liquide activa aangehouden. Naast de
tegoeden bij centrale banken kunnen deze activa worden aangewend om te belenen bij
centrale banken, om te gebruiken in repotransacties of om direct te verkopen in de markt, om
op deze wijze onmiddellijk liquiditeiten te genereren. De hoogte van de liquiditeitsbuffer hangt
samen met het risico dat de Rabobank loopt in haar balans. De afgelopen jaren heeft de
Rabobank een gedeelte van de leningenportefeuille (intern) gesecuritiseerd, waardoor deze
beleenbaar is bij de centrale bank en daarmee functioneert als extra liquiditeitsbuffer. Omdat dit
interne securitisaties betreft, alleen voor liquiditeitsdoeleinden, zijn deze niet zichtbaar op de
bedrijfseconomische balans, maar ze tellen wel mee voor de aanwezige liquiditeitsbuffer.
101 IJzersterke bank: risicomanagement