«- Bron Term Uitleg Loan-to-deposito-ratio Ratio welke de verhouding tussen de kredietverlening en de toevertrouwde middelen weergeeft. Marktrisico Bij marktrisico gaat het om de waardeveranderingen van de handelsportefeuille door prijswijzigingen in de markt die onder andere betrekking hebben op rentes, aandelen, creditspreads, valuta's en sommige goederen. ■*- OESO (of niet-OESO) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Betreft een samenwerkings verband van landen om sociaal en economisch beleid te bespreken, bestuderen en coördineren. ■*- Onder engagement Engagement is het actief gebruiken van de rechten van beleggers om invloed uit te oefenen op bedrijven. ■*- Onvolwaardige kredieten Leningen waarvoor een voorziening voor is getroffen. ■*- Operationeel risico Operationeel risico wordt gedefinieerd als de kans op verliezen veroorzaakt door ontoereikende of falende interne processen, mensen of systemen of door externe gebeurtenissen. ■*- PD Probability of Default: De PD is de kans dat een tegenpartij binnen één jaar in gebreke blijft. ■*- PTE Probability of Transfer Event. ■*- RAROC Risk Adjusted Return On Capital: het naar risico gewogen rendement op kapitaal, zorgt ervoor dat opbrengsten en risico's consequent tegen elkaar worden afgewogen. ■*- Regulatory capital Toetsingsvermogen, dit is het totale vermogen dat door de toezichthouder als risicodragend vermogen wordt aangemerkt, bestaande uit het tier-1 en tier-2 vermogen. ■*- Rendement eigen vermogen Nettowinst gerelateerd aan het tier 1-vermogen per 31 december van het voorgaande boekjaar. ■*- Renterisico Renterisico is het risico dat het financiële resultaat en/of de economische waarde van de bank, gegeven de balanssamenstelling, negatief wordt beïnvloed door ontwikkelingen op de gelden kapitaalmarkt. ■*- Risicogewogen activa De activa van een financiële instelling vermenigvuldigd met een weging, vastgesteld door de regelgevende instanties, waarmee het relatieve risico van deze activa wordt weergegeven. Op basis van de hoogte van de naar risico gewogen activa wordt het vermogen berekend dat minimaal moet worden aangehouden. ■*- Solvabiliteit Het vermogen van een onderneming om aan haar verplichtingen te voldoen. Structured credit Gestructureerde beleggingsproducten waarbij de uitbetaling afhankelijk is van de achterliggende kredietexposures of andere referentieactiva. ■*- Tier 1-ratio Wordt berekend door tier 1-vermogen te relateren aan de risicogewogen activa. ■*- Tier 1-vermogen De som van ingehouden winsten, Rabobank Ledencertificaten, Capital Securities, Trust Preferred Securities, deel belang van derden en enkele aftrekposten zover gerekend tot het tier 1-vermogen. ■*- Toetsingsvermogen Som van het tier 1 -vermogen, een deel van de reserves en achtergestelde schulden en enkele aftrekposten volgens richtlijnen DNB. ■*- Transferrisico Transferrisico betreft de mogelijkheid dat een buitenlandse overheid beperkingen oplegt aan het overmaken van gelden aan buitenlandse crediteuren door debiteuren in het desbetreffende land. ■*- Value at Risk De Value at Risk (VatR) wordt gebruikt bij de berekening van het marktrisico en geeft weer wat het maximale verlies is, dat met een betrouwbaarheid van 97,5%, 'overnight' geleden kan worden. De hoogte van de VatR is het gevolg van marktontwikkelingen en van de zelfingenomen posities. Aangezien de VatR wordt berekend aan de hand van historische gegevens, waarbij de referentieperiode de afgelopen twaalf maanden is, geeft de VatR een indicatie onder (redelijk) normale marktomstandigheden. ■*- Waardeveranderingen Waardeveranderingen worden gevormd door de bedragen die ten laste van de winst-en-verlies- rekening worden toegevoegd aan de voorziening voor kredietverliezen. De waardeveranderingen zijn het saldo van toevoeging, vrijval en ontvangsten na afboeking. Gewoonlijk worden de waardeveranderingen uitgedrukt in basispunten van de gemiddelde kredietverlening. 155 Verklarende woordenlijst

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2013 | | pagina 156