Verklarende woordenlijst
Bron
Term
Uitleg
■*-
BIS-ratio
Toetsingsvermogen gedeeld door de risicogewogen activa.
BPV
Basispuntgevoeligheid: De BPV is het absolute verlies aan marktwaarde van het eigen vermogen
bij een parallelle stijging van de gehele rentecurve met 1 basispunt.
Cashflow
Kasstroom
■*-
Community banking
Het in het kader van maatschappelijke betrokkenheid positief beïnvloeden van lokale
gemeenschappen met bancaire producten en diensten.
■*-
Core tier 1-ratio
Tier 1-vermogen exclusief hybride kapitaal gerelateerd aan de risicogewogen activa.
■*-
Core tier 1-vermogen
Tier 1-vermogen exclusief hybride kapitaalsinstrumenten.
■*-
Corporate governance
Ondernemingsbestuur. Term voor het aanduiden van hoe een onderneming goed, efficiënt en
verantwoord geleid moet worden alsmede het afleggen van verantwoording over het gevoerde
beleid richting belanghebbenden.
■*-
EAD
Exposure At Default: Het EAD is het verwachte exposure van de bankop het moment dat een
tegenpartij in gebreke zou blijven.
■*-
EATE
Exposure at Transfer Event.
EatR
Equity at Risk: De EatR geeft aan met welk percentage de marktwaarde van het eigen vermogen
zal dalen wanneer de rentecurve met 1%-punt (parallel) stijgt.
■*-
Economie capital
Het economie capital is de minimale vermogensbuffer die nodig is om alle onverwachte verliezen
op te vangen veroorzaakt door de diverse risico's waaraan een bank is blootgesteld in een
bepaalde tijdsperiode (1 jaar) en uitgaande van een bepaald betrouwbaarheidsinterval. De
Rabobank Groep heeft gekozen voor een 99,99% betrouwbaarheidsinterval, in overeenstemming
met de AAA-rating ambitie van de Rabobank Groep. Dit houdt in, dat gemiddeld eens in de
10.000 jaar er een verlies optreedt dat groter is dan de vermogensbuffer.
■*-
Efficiencyratio
De bedrijfslasten gerelateerd aan de baten.
■*-
Equity capital-ratio
Ingehouden winsten en Rabobank Ledencertificaten gerelateerd aan de risicogewogen activa.
■*-
Funding
Middelen waarmee de bank haar kredieten financiert.
■*-
Hybride vermogen
Vermogen met elementen van eigen vermogen en schuld. Behoord tot het tier 1 -vermogen van
de bank.
■*-
latR
Income at Risk: De latR geeft met een bepaalde betrouwbaarheid aan wat het maximale verlies
aan rentewinst is door een sterke stijging of daling van de gelden kapitaalmarktrente in de
eerstkomende twaalf maanden.
■*-
Impairment
Bijzondere waardevermindering.
■*-
Kredietrisico
Kredietrisico wordt gedefinieerd als het risico op verlies indien tegenpartijen jegens de bank niet
aan hun kredietverplichtingen voldoen.
■*-
Landenrisico
Bij het landenrisico wordt een onderscheid gemaakt tussen transferrisico en collectief debiteuren
risico. Transferrisico betreft de mogelijkheid dat een buitenlandse overheid beperkingen oplegt
aan het overmaken van gelden aan buitenlandse crediteuren door debiteuren in het
desbetreffende land. Collectief debiteurenrisico is het risico dat een groot aantal debiteuren in
een land niet aan de verplichtingen zal kunnen voldoen vanwege dezelfde oorzaak, bijvoorbeeld
in verband met oorlog, politieke en sociale onrust of natuurrampen, maar ook door overheids
beleid dat er niet in slaagt macro-economische en financiële stabiliteit te realiseren.
■*-
LGD
Loss Given Default: De LGD is de beste schatting van het werkelijke verlies op het moment dat de
tegenpartij in gebreke blijft (inclusief kosten van uitwinningsproces). De LGD wordt uitgedrukt als
een percentage van de EAD.
■*-
LGTE
Loss Given Transfer Event.
■*-
Liquiditeit
De mate waarin een onderneming aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen.
Liquiditeitsratio
Onderlinge verhouding tussen de resterende activa en de passiva welke waarschijnlijk nog op de
balans staan of komen te staan na veronderstelde en nauwkeurig gedetineerde stress-scenario's.
■*-
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat een bank niet tijdig aan al haar (terug)betalingsverplichtingen
kan voldoen, maar ook het risico dat de bank de groei van de activa op enig moment niet, of niet
tegen een redelijke prijs, kan financieren.
154 Jaarverslag 2013 Rabobank Groep