In 2008 heeft de Rabobank het programma 'Zorg voor de klant' opgestart om het dienen van het klantbelang kracht bij te zetten. Sinds 2010 is het programma opgenomen in de lijnorganisatie. Een stuurgroep houdt in de gaten of het klantbelang blijvend goed wordt behartigd. De monitoring vindt plaats aan de hand van een aantal uitgangspunten. In 2013 zijn de uitgangspunten voor het centraal stellen van het klantbelang geëvalueerd. Dit heeft geleid tot een aanscherping van de uitgangspunten en de manier waarop monitoring plaatsvindt. De herziene uitgangspunten zijn: passende advisering; goede service; goede producten; toegankelijk, betrokken en duurzaam bankieren. Op basis van de uitgangspunten wordt periodiek managementinformatie opgesteld. Door middel van deze managementinformatie (bestaande uit onder meer klantonderzoeken, klachten, productreviews en terugkoppelingen van de AFM) wordt continu gestuurd op verbeteringen. Evenals in 2012 zijn deze rapportages besproken op het niveau van de raad van bestuur en in de raad van commissarissen. De afzonderlijke lokale Rabobanken beschikken zelf ook over managementinformatie onder meer over de kwaliteit van het gegeven advies en over de tevredenheid van klanten. Deze informatie is gebaseerd op bijvoorbeeld de onderzoeken van de eigen controlafdeling, op klanttevreden- heidsonderzoek en op de klachtenafhandeling. Daarnaast geeft de lokale compliance officer een oordeel over de mate waarin klanten zorgvuldig worden behandeld. Mede op basis van deze informatie houdt de lokale raad van commissarissen toezicht op de lokale directie. De productgoedkeuringscommissie, die inmiddels tien jaar bestaat, bewaakt de kwaliteit van de producten, het nut ervan voor de klant, evenals de veiligheid en de kwaliteit van de informatie verstrekking over deze producten. Producten die de Rabobank voert, worden pas aan het assortiment toegevoegd als ze aan de criteria van deze commissie voldoen. Voor iedereen die bij de Rabobank werkt, geldt dat de grondbeginselen van de Rabobank richting geven aan het dagelijkse werk. De medewerkers van de lokale Rabobanken en Rabobank Nederland streven een hoogwaardige en zorgvuldige dienstverlening na. De prestatieafspraken die met de medewerkers worden gemaakt, zijn evenwichtig. Met ingang van 2013 is de variabele beloning beëindigd voor alle medewerkers die onder de cao vallen. Voor de beoordeling van medewerkers en de bepaling van de vaste beloning wordt een performancemanagement systeem gehanteerd, waarbij gestuurd wordt op prestaties en competenties. Ook in 2013 en 2014 zijn klantfocus en samenwerken verplichte onderdelen van het performancemanagement systeem. Met elke medewerker wordt een evenwichtige set van prestatieafspraken gemaakt. Voor de functies met direct en indirect klantcontact is altijd een doelstelling opgenomen die betrekking heeft op het centraal stellen van het klantbelang. Dat een medewerker voldoende oog heeft voor het klantbelang is een randvoorwaarde voor een goede beoordeling. Via managementrapportages en compliancerapportages worden de kwaliteit van de dienst verlening en de zorg voor de klant voortdurend gemonitord. Moreel-ethische verklaring Op 17 april 2013 hebben de in functie zijnde leden van de raad van bestuur en leden van de raad van commissarissen de moreel-ethische verklaring afgelegd ten overstaan van de heer Koopmans, voorzitter van de raad van commissarissen. Op zijn beurt heeft de heer Koopmans op deze datum de moreel-ethische verklaring afgelegd ten overstaan van de vicevoorzitter van 113 Code Banken

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2013 | | pagina 114