geen andere verplichtingen meer dan het betalen van een gemaximeerde jaarlijkse premie.
De indexatie van de pensioenen van medewerkers is niet langer meer onvoorwaardelijk en
gekoppeld aan de collectieve loonsverhoging, maar, net als voor gepensioneerden, voorwaar
delijk en gekoppeld aan de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Daar staat onder andere
tegenover dat de Rabobank een eenmalige donatie heeft gedaan aan het pensioenfonds,
waaruit voor de komende driejaren naar verwachting een indexatie wordt gefinancierd.
Verder zijn de franchise en de eigen bijdrage van medewerkers aan de pensioenpremie verlaagd.
De dekkingsgraad van het Rabobank Pensioenfonds was ultimo 2013 124,6% Bij een vereiste
dekkingsgraad van 116,5% betekent dit dat het fonds een reserveoverschot had van 8,1%-punt.
Deze dekkingsgraad wordt berekend met behulp van de door DNB vastgestelde rentetermijn-
structuur. Voor onder meer de besluitvorming over de toekenning van indexatie hanteert het
pensioenfonds de marktrente. Op basis daarvan bedroeg de dekkingsgraad ultimo 2013 120,8%.
De op dezelfde wijze berekende dekkingsgraad ultimo 2012 bedroeg 115,8%.
Rabobank International
Ook voor Rabobank International geldt dat in 2013 diverse versoberingen zijn doorgevoerd.
De eerder genoemde maatregelen voor het executive kader en de cao zijn onverkort van
toepassing op de Nederlandse populatie van Rabobank International.
Daarbij is het totale beschikbare budget voor variabele beloning binnen Rabobank International
over 2013 wederom verlaagd, in lijn met de neerwaartse trend van de afgelopen jaren.
In Nederland is in aanvulling daarop strak gestuurd op het reduceren van het aantal mede
werkers met een discretionaire variabele beloning die hoger is dan 20% van het vaste salaris.
Vooruitlopend op Europese wetgeving voor 2014 is de variabele beloning over 2013 al wereld
wijd gemaximeerd op 100% van het vaste salaris voor alle medewerkers binnen Rabobank
International.
Dochterondernemingen
Bij De Lage Landen zijn in 2013 in de cao enkele arbeidsvoorwaardelijke wijzigingen opgenomen
die eveneens een versobering laten zien. Zo is afgesproken voor 2013 geen algemene salaris
verhoging toe te passen, is het leeftijdsgerelateerd verlofrecht vervangen door dienstjaren-
gerelateerd verlofrecht en is de seniorenregeling (die recht geeft op extra verlof vanaf een
bepaalde leeftijd) bevroren. Het persoonlijk budget wordt voor iedereen verhoogd met 0,65%
per 1 januari 2014.
De focus van Rabo Vastgoedgroep op kostenbesparing in Nederland heeft zijn vertaling
gekregen in de nieuwe cao, die zich kenmerkt door een pas op de plaats. De nieuwe cao loopt
van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2015. Er is afgesproken geen collectieve loons
verhoging door te voeren gedurende deze looptijd. Ook is een afspraak gemaakt over een
aangescherpte methodiek voor toekenning van variabele beloning, die uitsluitend wordt
uitgekeerd als Rabo Vastgoedgroep een positief rendement op haar vermogen realiseert.
Ook is afgesproken om over het prestatiejaar 2013 geen variabele beloning uit te keren.
Aangezien Rabo Vastgoedgroep de Pensioenregeling van de Rabobank volgt, zullen de
pensioenaanpassingen een gegeven zijn voor alle medewerkers van Rabo Vastgoedgroep.
Cao-partijen van Rabo Vastgoedgroep hebben aanvullend een afspraak gemaakt over de
hoogte van de werknemersbijdrage aan de pensioenpremie.
Het sociaal plan bij Rabo Vastgoedgroep wordt gecontinueerd. Maar als wetgeving of
ingrijpende organisatieontwikkelingen hiertoe eerder aanleiding geven, zullen partijen in
gesprek gaan over het Sociaal Plan en kunnen mogelijkerwijs tussentijdse cao-afspraken
het gevolg zijn.
110 Jaarverslag 2013 Rabobank Groep