risico op uitval door ervaren werkdruk en/of werkstress. (Bij 29% van de medewerkers is er sprake van een verhoogde werkdruk, bij 15% van werkstress.) In 2013 heeft 39% (2012:43%) van de medewerkers zich niet ziek gemeld. Van degenen die zich hadden ziek gemeld, was 81% binnen een week weer hersteld. Het verzuimpercentage van de Rabobank Groep is in 2013 uitgekomen op 3,46% (2012: 3,66%). Dat is een daling met 0,2% ten opzichte van 2012. Hiermee komt het verzuimpercentrage onder de in het Arbobeleidskader gestelde norm van 3,7%. De meest voorkomende redenen van verzuim zijn psychische klachten (48%; 2012:45%) en klachten van het bewegingsapparaat (18%; 2012: 16%). In 2013 vulden 7.076 medewerkers - van in totaal 31 lokale Rabobanken en 15 eenheden van Rabobank Nederland een vragenlijst uit het Arbo-totaalonderzoek in. Dit onderzoek vindt gemiddeld iedere twee jaar plaats en geeft specifieke en duidelijke feedback van medewerkers over de werkbeleving, werkomgeving, wettelijke verplichtingen, ongewenste omgangsvormen, werkstress en gezondheid. Met het Arbo-totaalonderzoek krijgt de bank of eenheid informatie over de 'gezondheid'van de bank. Medewerkers krijgen een individuele terugkoppeling waarin onder meer wordt verwezen naar de voorlichting en de interventies op het HR Portaal en de dienstverlening van de Arbodienst. Op het interne HR Portaal zijn twee digitale Ra bobank-te sten ter beschikking gesteld: de vitaliteitsscan en de veerkrachttest. Hiermee kan een medewerker zelf zijn vitaliteit en veerkracht meten. De tests verwijzen naar het aanbod van de Rabobank om de vitaliteit en veerkracht te verhogen. Jaarlijks evalueert de Arbodienst Rabobank Groep de activiteiten van vertrouwenspersonen. Hiermee ontstaat inzicht in het aantal en de aard van de meldingen die bij de vertrouwens personen binnenkomen. In 2013 is 70% (2012: 66%) van de vertrouwenspersonen benaderd. Het gemiddelde aantal meldingen per vertrouwenspersoon was 3,3 (2012: 2,2). Het ging bij deze meldingen om een arbeidsconflict, ongewenst gedrag (pesten, agressie, discriminatie en seksuele intimidatie) of een interne misstand. Strategische Resource Planning Het afgelopen jaar is onder leiding van de afdeling HR de Rabobank Strategische Resource Planning (SRP) ontwikkeld. SRP is een proces dat de lokale Rabobanken helpt de huidige formatie en bezetting af te zetten tegen de toekomstig gewenste formatie en bezetting, en om vervolgens planmatig naar de gewenste situatie toe te groeien. SRP richt zich op de kwaliteit van medewerkers én op de kwantiteit. Hiermee wordt voor het eerst op een eenduidige, gelijktijdige en integrale manier aan lokale Rabobanken inzicht gegeven in de personele effecten van vernieuwingsprogramma's, evenals een vergelijking met 'best practice banken'en de benodigde kwaliteit van medewerkers in de toekomst. Dit biedt de basis om over de gewenste ontwikkeling van zijn functioneren met de medewerker te spreken en plannen te maken om die ontwikkeling te realiseren. De inzichten van SRP helpen om een inschatting te maken waar zich personele krimp zal voordoen als gevolg van Visie 2016, en hoe een bank deze kan krimp tot stand kan brengen. Instrumenten voor inzetbaarheid In het jaar dat Visie 2016 werd gepresenteerd was er een groeiende aandacht voor inzetbaarheid: behoud van werk nu en voor de toekomst, binnen of buiten de Rabobank. Het virtueel portaal met loopbaaninstrumenten nodigt de medewerker uit zelf hierin de regie te nemen. In 2013 waren er ruim 10.350 bezoekers van de site met gratis loopbaantesten; 12.040 testen werden afgerond. Door lokale Rabobanken werden inzetbaarheidsmarkten georganiseerd met stands en workshops. Op de Professional Community Day werden presentaties van het nieuwe curriculum en van loopbaanmogelijkheden binnen Rabobank Nederland en International gehouden. Medewerkers

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2013 | | pagina 104