Reikwijdte Code Banken Lokale Rabobanken Dochters en andere organisatieonderdelen Rabobank: klantbelang en beheersing van risico's als uitgangspunt Governance: raad van bestuur Klantbelang centraal Binnen de Rabobank Groep is beleid van kracht dat zorg draagt voor een groepsbrede toe passing van de Code Banken voor alle in Nederland gevestigde groepsentiteiten, inclusief de lokale Rabobanken. Dit betreft bijvoorbeeld het beleid met betrekking tot risicomanagement, audit en beloningen. Daar waar de Code Banken spreekt over de raad van bestuur en de raad van commissarissen, heeft dat, gegeven de structuur van de Rabobank Groep, betrekking op de organen van Rabobank Nederland en dus niet op de directie en de raad van commissarissen van iedere individuele lokale Rabobank. De Code Banken is dan ook niet van toepassing op de individuele lokale Rabobanken. Binnen de Rabobank Groep rapporteren Robeco en Rabo Vastgoedgroep zelfstandig over de toepassing van de Code Banken. Over de toepassing van de Code Banken door De Lage Landen wordt in dit jaarverslag geconsolideerd gerapporteerd, omdat De Lage Landen zelf geen jaar verslag publiceert. Gelet op het groepsbeleid met betrekking tot risicomanagement, audit en beloningen voldoet De Lage Landen volledig aan de betreffende bepalingen van de Code Banken. De samenstelling en het functioneren van de raad van commissarissen van De Lage Landen reflecteert het feit dat De Lage Landen een volledige dochteronderneming is van Rabobank Nederland. Friesland Bank is in 2012 samengegaan met de Rabobank. De volledige integratie van Friesland Bank zal enkele jaren duren. Vanwege de integratie is Friesland Bank niet in staat de Code Banken volledig toe te passen. Om die reden wijkt Friesland Bank dan ook af van de volgende bepalingen: 2.1.5, 2.1.8, 2.1.9, 2.1.10, 2.2.1, 3.1.3, 3.1.4, 3.1.6, 3.2.2, 3.2.3, 4.1 en 4.2 (zie separate bijlage bij dit jaarverslag op www.rabobank.com/jaarverslagen). Vanzelfsprekend onderschrijft de Rabobank het belang van de Code Banken en beschouwt ze deze als een belangrijke leidraad voor de sector om de inrichting en werking van interne functies te verbeteren. Belangrijke onderwerpen uit dit deel van de Code Banken zijn zorgplicht ('de klant centraal') en de moreel-ethische verklaring. Voorde coöperatieve Rabobank is het belang van de klant het belangrijkste uitgangspunt voor de dienstverlening aan haar klanten. Het is de ambitie van de Rabobank om de klant zo goed mogelijken zorgvuldig te bedienen, waarbij zijn belang centraal staat. Dit is verankerd in de Gedragscode Rabobank Groep en het Ambitiestatement van de Rabobank. De Rabobank heeft een coöperatieve organisatiestructuur met zelfstandige banken die door hun klanten herkend en gewaardeerd worden als betrokken, toonaangevend en dichtbij. In het coöpera tieve model van de Rabobank leggen de lokale Rabobanken rechtstreeks verantwoording af aan klanten via de ledenraden. Ook houden de lokale raden van commissarissen, ook vanuit het belang van de klant, toezicht op het handelen van de lokale bank. Dit zijn essentiële aspecten van de lokale governance van de lokale Rabobanken om klantgericht handelen te kunnen waarborgen. Op centraal niveau beslissen afgevaardigden van de lokale directies en raden van commis sarissen over het door Rabobank Nederland gevoerde beleid en legt de raad van bestuur aan die afvaardiging verantwoording af. Ook op centraal niveau klinkt de stem van de klant derhalve door in de besluitvorming. Om de ambitie van de Rabobank om de klant zo goed mogelijk en in zijn belang te bedienen kracht bij te zetten, is de Rabobank in 2008 gestart met een intern programma 'Zorg voor de klant'. In 2010 heeft de Rabobank duidelijke uitgangspunten geformuleerd binnen vier resultaatgebieden: passende advisering, goede producten, goede service en een evenwichtig adviesmodel. In 2013 zal dit kader worden geëvalueerd en aangescherpt. 94 Jaarverslag 2012 Rabobank Groep

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2012 | | pagina 95