1 1 1 I r 8 Verdeling toevertrouwde middelen in miljarden euro's Overige Zakelijke termijndeposito's Rekening-courant/ vereffeningsrekeningen Spaargelden 350 250 200 150 100 50 0 2006 2007 2008 2009 2010 Toevertrouwde middelen naar onderdelen ultimo 2010 Binnenlands retailbankbedrijf 64% Wholesalebankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf 30% Vermogensbeheer 6% Eigen vermogen in miljarden euro's Overige belangen van derden Hybride vermogen Rabobank Ledencertificaten Reserves en winstreserve Vermogenseisen in miljarden euro's ultimo 2010 Overige risico's Operationeel- en bedrijfsrisico Rente- en marktrisico Krediet- en transferrisico 2006 2007 2008 2009 2010 Eigen vermogen stijgt door winstinhouding Het eigen vermogen van de Rabobank Groep is in 2010 toegenomen met 8% tot 40,8 (37,9) miljard euro. Met name als gevolg van winstinhouding over 2010 nam het eigen vermogen toe. Door de conversie van de Rabo Extra Ledenobligaties in Rabo Ledencertificaten nam de omvang van de Rabo Ledencertificaten toe met 0,2 miljard euro. Het eigen vermogen bestaat voor het grootste deel uit reserves en winstreserves (61%) en daarnaast uit Rabobank Ledencertificaten (16%), hybride vermogen (15%) en overige belangen van derden (8%). Rabobank en Eureko intensiveren samenwerking De commerciële samenwerking tussen de Rabobank en Eureko, het moederbedrijf van verzekeraar Achmea, is geïntensiveerd. Nieuwe afspraken werden vastgelegd in een samen werkingsovereenkomst die op 31 december 2010 is ingegaan. Deze vervangt de bestaande overeenkomst uit 2005. In deze oude overeenkomst werd een intentie tot fusie genoemd tussen beide bedrijven. Inmiddels is duidelijk geworden dat een fusie niet noodzakelijk is om gezamenlijk strategische doelen te bereiken. Als gevolg van de veranderingen in het financiële landschap is een fusie ook niet langer gewenst. De aanstaande kapitaalregels voor banken vormden een belangrijke aanleiding om het belang terug te brengen van 39% naar 31% per eind 2010. Als aandeelhouder heeft de Rabobank met dit belang nog steeds inspraak in belangrijke beslissingen bij Eureko. Externe vermogenseis Per eind 2010 kwam de externe vermogenseis bij de Rabobank Groep uit op 17,6 (18,7) miljard euro. De daling van de externe vermogenseis hing samen met een verdere completering van de uitrol van Basel II, portefeuilleontwikkelingen en een stringentere sturing op de omvang van de risicogewogen activa. Van de totale vermogenseis heeft 92% betrekking op krediet en transferrisico, 7% op operationeel risico en 1% op marktrisico. 40 35 30 25 20 15 10 5 0 'I De Rabobank Groep berekent de externe vermogenseis voor kredietrisico voor nagenoeg de gehele krediet- s ,2 portefeuille op basis van de door De Nederlandsche Bank goedgekeurde geavanceerde interne ratingbenadering. Voor enkele kleinere buitenlandse portefeuilles is de invoering van deze benadering onderhanden en wordt de standaardbenadering nog toege past. Voor operationeel risico vindt de berekening plaats aan de hand van het door de toe zichthouder goedgekeurde interne model dat gebaseerd is op de Advanced Measurement Approach en voor marktrisico wordt gebruikgemaakt van de CAD ll-aanpak. 20 Jaarverslag 2010 Rabobank Groep

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2010 | | pagina 21