De relatie tussen Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken Lokale Rabobanken De coöperatie Rabobank Nederland en haar leden Rabobank Nederland is opgericht ter ondersteuning van het bankbedrijf van de lokale Rabobanken en fungeert daarvoor als 'bankers' bank. Daarnaast oefent Rabobank Nederland mede voor de financiële autoriteiten toezicht uit op de lokale Rabobanken. Alleen banken die een coöperatieve structuur hebben en waarvan de statuten door Rabobank Nederland zijn goedgekeurd, kunnen lid zijn van Rabobank Nederland. De lokale Rabobanken houden tevens aandelen in het kapitaal van Rabobank Nederland. Op hun beurt hebben ook de lokale Rabobanken leden, die voortkomen uit hun lokale klantenkring. De lokale Rabobanken hebben jegens Rabobank Nederland en ook onderling nauwkeurig gedefinieerde rechten en plichten die zich vertalen in de governancestructuur. Toezicht op lokale Rabobanken Uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht oefent Rabobank Nederland in het prudentieel toezicht krachtens haar statuten en de statuten van de lokale Rabobanken controle uit op de lokale Rabobanken ten aanzien van de beheerste en integere bedrijfsvoering, uitbesteding, solvabiliteit en liquiditeit. Daarnaast is Rabobank Nederland krachtens de Wet op het financieel toezicht door het ministerie van Financiën in het gedragstoezicht aangewezen als houder van een collectieve vergunning. Hierdoor wordt het gedragstoezicht door de Autoriteit Financiële Markten via Rabobank Nederland uitgeoefend. Kruislingse garantieregeling binnen de Rabobank Groep De Rabobank Groep bestaat uit de zelfstandige lokale Rabobanken, hun centrale organisatie Rabobank Nederland en de met haar verbonden (dochter)ondernemingen. Diverse rechts personen binnen de Rabobank Groep vormen door hun onderlinge financiële verbondenheid één geheel. Er bestaat tussen deze rechtspersonen een interne verhouding van aansprakelijk stelling als bedoeld in artikel 3:111 van de Wet op het financieel toezicht. Deze verhouding ligt besloten in een interne zogeheten 'kruislingse garantieregeling'. Deze regeling houdt in dat, als een aan de regeling deelnemende instelling een tekort aan middelen heeft om haar verplich tingen tegenover haar crediteuren na te komen, de overige deelnemers de middelen van die instelling moeten aanvullen om haar in staat te stellen deze verplichtingen wel na te komen. Corporate governance van de lokale Rabobanken De lokale Rabobanken kunnen op dit moment kiezen uit twee bestuursmodellen: het partner shipmodel en het directiemodel. In 2009 is op basis van een evaluatie van het functioneren van beide modellen de invoering in voorbereiding om deze vanaf medio 2010 te vervangen door één bestuursmodel: het Rabomodel. Ook in dit nieuwe bestuursmodel zijn effectieve ledeninvloed en -zeggenschap gewaarborgd, zodat de besturing van de lokale Rabobanken niet alleen op een adequate en professionele, maar bovendien op een bij de coöperatieve cultuur passende wijze wordt ingevuld. Bij alle lokale Rabobanken hebben de leden belang rijke bevoegdheden, zoals het vaststellen van de jaarrekening, het wijzigen van de statuten, het benoemen van commissarissen en het verlenen van decharge. In dit kader wordt aan de leden verantwoording afgelegd over het gevoerde bestuur en het gehouden toezicht. Partnershipmodel Bestuur In het partnershipmodel heeft de lokale Rabobank een bestuur, bestaande uit door en uit de leden gekozen personen, en een algemeen directeur die door de raad van commissarissen wordt benoemd. De algemeen directeur houdt zich primair bezig met de dagelijkse leiding van het bankbedrijf. 63 Corporate governance

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2009 | | pagina 64