Landenrisico
Onvolwaardige kredieten en voorzieningen (in miljoenen euro's)
grotere en meer complexe financieringen de bedrijfscontinuïteit in het geding is, vindt veelal
begeleiding plaats vanuit een speciale afdeling binnen de Rabobank Groep. Als het waar
schijnlijk is dat de debiteur niet in staat is om de aan de Rabobank Groep verschuldigde
bedragen in overeenstemming met de contractuele voorwaarden te voldoen, is sprake van
een zogeheten impairment. Indien nodig, wordt dan een voorziening ten laste van het
resultaat getroffen.
De voorziening voor kredietverliezen bestaat uit drie componenten.
- De specifieke voorziening die op individuele basis wordt vastgesteld voor onvolwaardige en
qua omvang significante zakelijke kredieten. Deze voorziening is gelijk aan het exposure op
de cliënt verminderd met de contante waarde van de toekomstige te ontvangen kasstromen.
- De collectieve voorziening wordt vastgesteld voor onvolwaardige kredieten die individueel
qua omvang niet significant zijn, met name in de particuliere en kleinzakelijke sfeer. Hierbij
wordt de voorziening vastgesteld op portefeuilleniveau met behulp van Basel ll-parameters.
- Tenslotte is er de algemene voorziening voor kredieten die per balansdatum de facto wel
impaired, maar nog niet als zodanig geïdentificeerd zijn (IBNR: 'Incurred But Not Reported').
Ook hier worden Basel ll-parameters gebruikt voor het vaststellen van de voorziening.
De kredieten waarvoor een voorziening is getroffen worden aangemerkt als onvolwaardig.
Per eind 2009 bedroegen deze 9.294 (6.573) miljoen euro. De voorziening voor kredietverliezen
bedraagt 4.569 (3.299) miljoen euro, hetgeen neerkomt op een dekking van 49% (50%).
Hierbij past de kanttekening dat de Rabobank Groep vroegtijdig voorzieningen treft. Daarbij
wordt uitgegaan van het'one obligor'-principe. Dat houdt in dat het exposure op alle met de
debiteur verbonden tegenpartijen wordt meegenomen. Voorts wordt het volledige exposure
op de cliënt als onvolwaardig aangemerkt, ook als voor een deel daarvan toereikende dekking
aanwezig is in de vorm van zekerheden. De onvolwaardige kredieten uitgedrukt in procenten
van de private kredietverlening lagen per eind 2009 op 2,3% (1,6%).
31-dec-09 31-dec-08
Onvolwaardige Onvolwaardige
kredieten Voorziening kredieten Voorziening
Binnenlands, retail bankbedrijf
Wholesalebankbedrijf en internationaal
retailtaankbedrijf
Leasing
Overige
Rabobank Groep
4.305 2..030. 2.831.1.398.
3.559 2.029 3.182 1.536
1.066 407 379. 256
364 1.03. 182 109
9.294 4.569 6.573 3.299
Bij het landenrisico wordt een onderscheid gemaakt tussen transferrisico en collectief debiteu
renrisico. Transferrisico betreft de mogelijkheid dat een buitenlandse overheid beperkingen
oplegt aan het overmaken van gelden aan buitenlandse crediteuren door debiteuren in het
desbetreffende land. Collectief debiteurenrisico is het risico dat een groot aantal debiteuren
in een land niet aan de verplichtingen zal kunnen voldoen vanwege dezelfde oorzaak, bijvoor
beeld in verband met oorlog, politieke en sociale onrust of natuurrampen, maar ook door
overheidsbeleid dat er niet in slaagt macro-economische en financiële stabiliteit te realiseren.
De Rabobank Groep hanteert een landenlimietensysteem ter beheersing van het transferrisico
en het collectief debiteurenrisico. Relevante landen krijgen na zorgvuldig onderzoek een
interne landenrisicorating, waarna transferlimieten en algemene limieten worden vastgesteld.
De transferlimieten zijn ingesteld op het zogenoemde nettotransferrisico, dat gelijk is aan
de totale uitzettingen verminderd met de uitzettingen in lokale valuta, de verkregen garanties
en andere dekkingen voor het transferrisico, en een aftrek voor verlaagde weging van bepaalde
producten. De limieten zijn toegewezen aan de kantoren die zelf verantwoordelijk zijn voor de
dagelijkse bewaking van de uitzettingen en daarover rapporteren aan Group Risk Management.
52
Verslag 2009 Rabobank Groep