centrale banken de criteria voor het te accepteren onderpand verruimd. De afgelopen jaren heeft de Rabobank Groep een gedeelte van de leningenportefeuille (intern) gesecuritiseerd, waardoor deze beleenbaar is bij de centrale bank en dus functioneert als extra liquiditeitsbuffer. Omdat dit interne securitisaties betreft, alleen voor liquiditeitsdoeleinden, hebben ze geen invloed op de bedrijfs economische balans, maar tellen ze wel mee in de aanwezige liquiditeitsbuffer. Als derde pijler wordt het liquiditeitsrisico beperkt door een prudent fundingbeleid, gericht op het tegen aanvaardbare kosten voorzien in de financieringsbehoefte van de groepsonderdelen. Hierbij spelen de diversificatie van financieringsbronnen en valuta's, de flexibiliteit van de gebruikte fundinginstrumenten en een actieve investor-relationsfunctie een belangrijke rol. Hierdoor wordt voorkomen dat de Rabobank Groep te veel afhankelijk is van één bepaalde financieringsbron. Beheersing liquiditeitsrisico Er zijn verschillende methoden ontwikkeld om het liquiditeitsrisico te meten en te beheersen. Zo wordt onder meer gebruikgemaakt van de kernactiva/kernpassiva-methode. Het startpunt van deze analyse is de liquiditeitstypische vervalkalender van alle activa en passiva. Vervolgens wordt berekend welke activa, niet-benutte faciliteiten en passiva waarschijnlijk nog op de balans staan of komen te staan na veronderstelde en nauwkeurig gedefinieerde stressscenario's. Hierbij worden verschillende periodes gehanteerd. De resterende activa en passiva worden gedefinieerd als respectievelijk de kernactiva en de kernpassiva en de onderlinge verhouding als de liquiditeitsratio. Gegeven de gekozen uiterst conservatieve wegingen wordt een ratio onder de 1,2 afdoende geacht. Ook in 2008 was dit voor de gehanteerde scenario's het geval. Ook de toezichthouder geeft uitgebreide richtlijnen voor het meten en rapporteren van de liquiditeitspositie door de Rabobank Groep. Ook naar deze richtlijnen blijkt de liquiditeitspositie alleszins ruim. De aanwezige liquiditeiten overschreden de eis gemiddeld met 20%. Rating en funding De Rabobank Groep heeft al jaren de hoogste rating van vooraanstaande ratinginstituten, zoals Moody's en Standard Poor's, die eind 2008 weer is herbevestigd. Dankzij deze toprating heeft de Rabobank Groep, ook onder moeilijke omstandigheden, toegang tot de Langetermijnfunding naar valuta in 2008 Amerikaanse dollar 37% Euro 35% Japanse yen 8% Australische dollar 6% Zwitserse frank 4% Britse pond 3% Overig 7% waarbij de triple A-rating van de Rabobank Groep een belangrijke rol vervult. Het aantrekken van langetermijnfunding binnen de Rabobank Groep is gecentraliseerd, maar een intern transfer-pricing- systeem zorgt ervoor dat alle gebruikers van langetermijnfunding ook de kosten hiervan dragen. Informeren van beleggers en kapitaalverschaffers De Rabobank hecht aan goede en transparante communicatie met institutionele beleggers en andere geld- en kapitaalverschaffers. De afdeling Investor Relations informeert beleggers en kapitaalverschaffers via een speciaal voor deze doelgroep ingerichte website en via een elektronische nieuwsbrief over de ontwikkelingen bij de Rabobank Groep. Deze afdeling staat tevens opgesteld om alle door beleggers gevraagde relevante informatie te verstrekken en toe te lichten. Daarnaast worden institutionele beleggers en andere geld- en kapitaalverschaffers via presentaties geïnformeerd over de financiële gang van zaken bij de Rabobank Groep. Sinds het uitbreken van de kredietcrisis zijn de inspanningen op dit gebied vergroot, omdat beleggers meer dan ooit overtuigd willen zijn van het lage risicoprofiel van de Rabobank. Marktrisico Het marktrisico betreft de waardeveranderingen van de handelsportefeuille als gevolg van prijswijzigingen in de markt. De waardemutaties hebben onder andere betrekking op rentes, aandelen, creditspreads, valuta's en sommige goederen. Dit risico wordt binnen de Rabobank Groep met name gelopen binnen geld- en kapitaalmarkt. In 2008 werd voor 20 miljard euro aan langetermijnfunding aangetrokken op de internationale financiële markten. De behoefte aan langetermijnfunding uit de kapitaalmarkt werd beperkt door de grote instroom van spaargelden in het retailbankbedrijf. De dynamiek op de financiële markten heeft ook gezorgd voor een forse instroom van kortetermijnmiddelen van grotere en meer professionele tegenpartijen, 62 Rabobank Groep Jaarverslag 2008 Rabobank International en Robeco. Deze groepsonderdelen hebben dan ook een specifieke afdeling die het marktrisico dagelijks berekent en erover rapporteert. Voor de beheersing van dit risico is een passend limietenstelsel ontwikkeld. Op geconsolideerd niveau wordt het risico weergegeven door de zogenaamde Value at Risk. Op basis van één jaar historische marktontwikkelingen geeft deze maatstaf aan wat het maximale verlies is bij een gegeven betrouwbaarheidsniveau onder'normale' marktomstandigheden. Om daarnaast de risico's onder 'niet-normale' marktomstandigheden mee te wegen, worden ook de gevolgen van bepaalde extreme gebeurtenissen - event risks - berekend. Hierbij vindt analyse plaats van zowel historische scenario's, bijvoorbeeld de crash van de aandelenmarkten in 1987, als hypothetische scenario's, bijvoorbeeld de veronderstelling dat alle rentes sterk dalen. Ook wordt gebruikgemaakt van gevoeligheidsanalyses. Voor deze event risks zijn limieten vastgesteld die bij overschrijding leiden tot ingrijpen door het management. De Value at Risk bewoog zich in 2008 tussen 31 miljoen euro en 58 miljoen euro, met een gemiddelde van 39 miljoen euro. Dit betekent dat onder normale omstandigheden met een betrouwbaarheid van 97,5% het verwachte verlies op één dag maximaal 58 miljoen euro bedroeg. Door de wijze van berekenen is de hoogte van de Value at Risk het gevolg zowel van historische marktontwikkelingen als van de ingenomen posities. Hoewel er sprake was van gereduceerde posities, hebben de extreme omstandigheden op de financiële markten in de tweede helft van 2008 wel gezorgd voor een forse stijging van de Value at Risk. jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec De Value at Risk kan worden onderverdeeld in een aantal componenten, waarvan veranderingen in creditspreads en rente de belangrijkste zijn. Met name de posities die gevoelig zijn voor veranderingen van de creditspreads hebben sinds het begin van de kredietcrisis negatieve waardeontwikkelingen laten zien. Het elkaar deels opheffen van tegengestelde posities van verschillende boeken leidt wel tot een diversificatievoordeel en een reductie van het totale risico. Per eind 2008 kwam de geconsolideerde Value at Risk uit op 45,1 miljoen euro. Opsplitsing Value at Risk (in miljoenen euro's) Creditspread Valuta Aandelen Rente Diversificatie Totaal Operationeel risico Operationeel risico is een risicocategorie die in elke organisatie een rol speelt. De afgelopen jaren is meer en meer duidelijk geworden dat operationele risico's tot grote schades kunnen leiden, zoals de Société Génerale-case en de Madoff-case in 2008 hebben laten zien. De Rabobank Groep heeft ervoor gekozen om operationeel risicomanagement groepsbreed aan te sturen vanuit Group Risk Management. Dit onderdeel bepaalt het beleid en de kaders voor alle entiteiten binnen de groep. De verantwoordelijkheid voor het managen van de specifieke operationele risico's is belegd bij het senior management van de afzonderlijke groepsonderdelen, aangezien de risico's sterk verschillen per onderdeel en de beheersing van risico's zo dicht mogelijk bij de bron dient plaats te vinden. Group Risk Management ziet er vervolgens op toe dat de kaders worden gevolgd en dat de risico's en de wijze van beheersing groepsbreed inzichtelijk zijn. Value at Risk in miljoenen euro's in 2008 60 50 40. 30. 20 10. 0_ 31-dec-08 33,8 0,6 1,9 27,8 -19,0 45,1 63 Verslag raad van bestuur

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2008 | | pagina 33