lil llll Kredietportefeuille HID naar sector ultimo 2008 Onroerend goed 20% Financiële instellingen, niet banken 19% Groothandel 10% Industrie 7% Bouw 6% Transport en opslag 6% Detailhandel non-food 4% Gezondheidszorg 3% Zakelijke dienstverlening 3% Informatie en communicatie 3% Kunst, recreatie 1% Nutsbedrijven 1% Overige 17% Kredietverlening food agri naar sector ultimo 2008 Vlees Zuivel Granen en oliehoudende zaden Groenten en fruit Detailhandel levensmiddelen Food agri inputs Bloemen Dranken Diverse oogstgewassen Suiker Overig 19% 17% 13% 12% 7% 4% 3% 3% food agrisector stegen met 15% tot 68,3 (59,4) miljard euro. Het merendeel van de portefeuille heeft betrekking op de primaire agrarische sector. De groei van de kredieten aan de vleessector droeg bij aan de stijging van de kredietverlening aan de primaire agrarische sector met 9% tot 43,8 (40,1) miljard euro. De kredietportefeuille private cliënten is voor 73% verstrekt in Nederland, 11% in Europa exclusief Nederland, 12% in Amerika, 3% in Australië en Nieuw-Zeeland en 1% in overige landen. Verdeling toevertrouwde 30(L middelen 250 in miljarden euro's 200. Overige toevertrouwde 150 middelen fofij Terugkooptransacties 50 Zakelijke termijndeposito's o Rekening-courant/ vereffeningsrekeningen Spaargelden Verdeling toevertrouwde middelen ultimo 2008 Binnenlands retailbankbedrijf 58% Wholesalebankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf 37% Vermogensbeheer en beleggen 5% 2004 2005 2006 2007 2008 Toename termijndeposito's draagt bij aan groei toevertrouwde middelen Uit de stevige groei van de toevertrouwde middelen blijkt dat de Rabobank Groep wordt gezien als een veilige haven in deze turbulente tijden. De toevertrouwde middelen stegen in 2008 met 10% tot 304,2 (276,6) miljard euro. De spaargelden, de toevertrouwde middelen van particulieren, vormen de grootste categorie binnen de toevertrouwde middelen en stegen met 13% tot 114,7 (101,2) miljard euro. Naast de spaargelden leverden ook de rekening-courantsaldi een bijdrage aan de groei van de toevertrouwde middelen. Toename spaargelden vooral bij lokale Rabobanken Van het spaargeld is 89% toevertrouwd aan de lokale Rabobanken. Als gevolg van de hogere rentevergoeding op termijndeposito's koos een groot aantal particulieren voor dit spaarproduct. Daardoor nam de omvang van de deposito's met een vaste looptijd met 66% toe tot 43,1 (25,9) miljard euro. Bij Roparco, de spaarbank van Robeco, nam Verdeling spaargelden in miljarden euro's Overig Roparco Deposito's met vaste looptijd Rendementsrekening Telesparen Internetsparen 120 100 2004 2005 2006 2007 2008 de omvang van de spaargelden met 10% toe tot 5,4 (4,9) miljard euro. De verkoop van Alex leidde tot een afname van het spaargeld met 0,6 miljard euro. Dankzij het grote aantal nieuwe internet- spaarklanten nam de omvang van de spaargelden bij de buitenlandse internetbanken in Australië, België, Ierland en Nieuw-Zeeland met 30% toe tot 6,6 (5,1) miljard euro. 24 Rabobank Groep Jaarverslag 2008 Eigen vermogen in miljarden euro's Overige belangen van derden Hybride vermogen Rabobank Ledencertificaten Ingehouden winsten en overige reserves Vermogenseisen in miljarden euro's ultimo 2008 Overige risico's Operationeel- en bedrijfsrisico Rente- en marktrisico Krediet- en transferrisico iiiii 2004 2005 2006 2007 2008 ■li Eigen vermogen Als gevolg van de inhouding van de winst, de uitgifte van Capital Securities en de toename van het belang van derden steeg het eigen vermogen met 7% tot 33,5 (31,4) miljard euro. De Rabobank Groep emitteerde hybride vermogen in de vorm van Capital Securities in Britse ponden, Israëlische shekels, US dollars en Zwitserse franken. De consolidatie van Bank BGZ droeg bij aan de toename van het belang van derden. Het eigen vermogen bestaat voor 60% uit ingehouden winsten en overige reserves, voor 19% uit Rabobank Ledencertificaten, voor 10% uit hybride vermogen en voor 11% uit overige belangen van derden. Externe vermogenseis 2 De Rabobank Groep berekent sinds de invoering 5 j§ <2 van de Basel ll-regelgeving voor nagenoeg de gehele kredietportefeuille de externe vermogenseis 8 voor kredietrisico op basis van de geavanceerde interne ratingbenadering, zoals deze door De Nederlandsche Bank is goedgekeurd. Voor enkele kleinere portefeuilles is de uitrol van deze benadering nog onderhanden en wordt de standaard benadering toegepast. Voor operationeel risico vindt de berekening plaats aan de hand van een goedgekeurd intern model. De externe vermogenseis bedraagt per eind 2008 19,0 (21,3) miljard euro, waarbij 91% samenhangt met krediet- en transferrisico. Verder wordt 7% aangehouden voor operationeel risico en 2% voor marktrisico. De lagere externe vermogenseis hangt in belangrijke mate samen met de invoering van Basel II. Het lage risicoprofiel van de kredietportefeuille, in combinatie met de aanwezige zekerheden, vormt hiervoor de belangrijkste reden. Economie capital als interne vermogenseis RAROC 2008 2007 31-dec-08 Binnenlands retailbankbedrijf 17,7% 17,3% 8,7 Wholesalebankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf 0,5% 6,9% 6,2 Vermogensbeheer en beleggen 0,8 Leasing 22,3% 24,2% 1,1 Vastgoed 1,7 Overige activiteiten 4,1 Totaal 12,5% 14,4% 22,3 Economie (in miljarden capital euro's) 31-dec-07 8,9 4.7 0,6 1,1 1,4 3.8 20,5 Naast de externe vermogenseis berekent de Rabobank Groep een interne vermogenseis op basis van haar economie capitalraamwerk. Dit raamwerk wordt gebruikt om een completer inzicht te krijgen in alle risico's en om een betere afweging tussen risico en rendement te kunnen maken. Binnen het Verdeling economie capital naar groepsonderdelen ultimo 2008 Binnenlands retailbankbedrijf 39% Wholesalebankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf 28% Vastgoed 7% Leasing 5% Vermogensbeheer 3% Overige activiteiten 18% Verdeling economie capital naar risico ultimo 2008 Krediet- en transferrisico 57% Operationeel en bedrijfsrisico 17% Rente-en marktrisico 16% Overige risico's 10% 25 Verslag raad van bestuur

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2008 | | pagina 14