De kernactiviteiten m De Rabobank Groep is een financiële dienstverlener op coöperatieve grondslag die uitgaat van het allfinanzconcept. Aan de basis hiervan staat het binnenlands retailbankbedrijf van de lokale Rabobanken. Het concept wordt gecompleteerd door de specialistische kennis en activiteiten van andere groepsonderdelen. De activiteiten van deze onderdelen hebben betrekking op: - wholesalebankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf; - vermogensbeheer en beleggen; - leasing; - vastgoed. Dankzij de nauwe samenwerking tussen de groepsonderdelen is er sprake van een grote mate van synergie binnen de Rabobank Groep: het geheel is meer dan de som der delen. Eigen vermogen in miljarden euro's 30 25 20 Overige belangen van derden 15 Trust Preferred Securities lil t/m VI 10 Rabobank Ledencertificaten 5 Ingehouden winsten en 0 overige reserves 2004 2005 2006 financiële activa. Deze activa spelen een belangrijke rol in het voorzien in de liquiditeitsbehoefte van de Rabobank Groep. Verschillen tussen de boekwaarde en de reële waarde worden verantwoord in de herwaarderingsreserve. Van de financiële activa die gewaardeerd worden tegen reële waarde, EUR 21,5 (17,4) miljard, worden de waarde- aanpassingen verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Het betreft hier waardepapieren waarbij een rechtstreeks verband bestaat met financiële instrumenten waarvan de waardemutaties ook via de winst-en-verliesrekening lopen. Een gering deel van de overige financiële activa, EUR 1,5 (1,9) miljard, wordt aangehouden tot het einde van de looptijd en wordt gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs. Goodwill en andere immateriële activa Eind 2006 stond er voor een bedrag van EUR 1.844 (252) miljoen aan goodwill en immateriële activa op de balans. Vooral de overnames van Athlon, onderdelen van Bouwfonds en Community Bank of Central California resul teerden in een toename van de post goodwill en immateriële activa. Ook het vergroten van het belang in Sarasin droeg bij aan de stijging van dit activum. Spaargelden +4% De toevertrouwde middelen stegen in 2006 met 16% tot EUR 215,9 (186,4) miljard. De spaargelden maken hier een belangrijk deel van uit. In 2006 namen de spaargelden toe met 4% tot EUR 89,5 (86,2) miljard. Deze groei werd volledig gerealiseerd bij internetsparen, waar sprake was van een toename van EUR 4,1 miljard. Mede door de groei van de buitenlandse Direct Banking-activiteiten steeg het aandeel internetspaargeld in het totale spaargeld van 46% naar 48%. Hier stond onder meer een daling van de spaargelden bij Roparco tegenover. Van de totale spaargelden is het merendeel - EUR 80,5 (77,7) miljard - toevertrouwd aan de lokale Rabobanken. Daarnaast namen de toevertrouwde middelen voornamelijk toe door een toename van de zakelijke termijndeposito's en de overige toevertrouwde middelen. De termijndeposito's stegen met 28% tot EUR 46,3 (36,2) miljard. Uitgegeven schuldpapier In het verslagjaar werd voor ruim EUR 25 miljard aan lange- termijnschuldbewijzen uitgegeven ter financiering van de groeiende kredietverlening. Deze uitgiftes droegen bij aan de toename van het bedrag aan uitgegeven schuldpapier tot EUR 128,1 (116,0) miljard. Voor ruim een derde betreft dit kortlopend schuldpapier. Eigen vermogen Het eigen vermogen van de Rabobank Groep nam in 2006 toe met EUR 3,1 miljard tot EUR 29,4 (26,3) miljard. Dit vermogen bestaat uit ingehouden winsten en overige reserves, Rabobank Ledencertificaten, Trust Preferred Securities III t/m VI en overige belangen van derden. De toevoeging van winst resulteerde in een toename van de post ingehouden winsten en overige reserves tot EUR 17,4 (15,5) miljard. Het eigen vermogen bestaat voor 59% uit ingehouden winsten en overige reserves, 20% uit Rabobank Ledencertificaten, 7% uit Trust Preferred Securities III t/m VI en 14% uit overige belangen van derden. Financiële doelstellingen De Rabobank stuurt financieel op een drietal doelstellingen: de nettowinstgroei, de tier 1-ratio en het rendement op eigen vermogen. Met een nettowinstgroei van 13% overtrof de Rabobank Groep in 2006 de doelstelling van 12%. De tier 1-ratio - de verhouding tussen het kernvermogen en de naar risico gewogen posten - kwam uit op 10,7 (11,6). Dit is ruim boven de doelstelling van 10. Door de overname van Athlon en onderdelen van Bouwfonds daalde de tier 1-ratio. Het kernvermogen steeg in het verslagjaar met EUR 1,5 miljard tot EUR 26,4 (24,9) miljard. Door een verdere groei van de kredietverlening namen de naar risico gewogen posten toe met 16% tot EUR 247,5 (213,9) miljard. De Rabobank behaalde een rendement op eigen vermogen - de nettowinst gerelateerd aan het kernvermogen - van 9,4% (9,7%). De gewenste rendementseis is 10%. Voor meer informatie www.rabobankgroep.nl 22 Rabobank Groep jaarverslag 2006 Het geheel is meer dan de som der delen De kernactiviteiten 23

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2006 | | pagina 14