70 Rabobank Groep jaarverslag 2005
Ook de toezichthouder heeft uitgebreide richtlijnen voor het meten en
rapporteren van de liquiditeitspositie van de gehele groep. De groeps-
brede liquiditeitspositie gemeten naar de richtlijnen van de toezicht
houder bleek alleszins ruim; de aanwezige liquiditeiten overschreden de
eis gemiddeld met 8%. De ruime liquiditeitspositie van de Rabobank
Groep wordt op de balans weerspiegeld in de omvangrijke actiefposten
'Voor verkoop beschikbare financiële activa','Voor handelsdoeleinden
aangehouden financiële activa'en 'Overige financiële activa tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en ver
liesrekening'ad EUR 105 miljard. Deze activa kunnen in een liquiditeits
crisis in beginsel direct aangewend worden om liquiditeiten te creëren.
Ook wordt dagelijks gemonitord en gerapporteerd welke kasstromen de
eerste 30 dagen te verwachten zijn en hoeveel onderpand er op welke
locatie binnen de bank aanwezig is. Om te kunnen omgaan met onver
wachte crisissituaties zijn gedetailleerde noodplannen (zogenaamde
contingency plans) opgesteld. Hierin is geformuleerd welke procedures
gevolgd moeten worden indien zich een crisissituatie voordoet.
Het fundingbeleid van de Rabobank Groep is erop gericht tegen aan
vaardbare kosten in de financieringsbehoefte van de groepsonderdelen
te voorzien. Het beleid kenmerkt zich door diversificatie van financierings
bronnen en valuta, flexibiliteit van de gebruikte fundinginstrumenten en
actieve investor relations. De Rabobank Groep heeft de hoogste rating
van vooraanstaande ratinginstituten. Deze toprating stelt de Rabobank
Groep in staat om relatief goedkoop funding aan te trekken.
In 2005 werd voor meer dan EUR 20 miljard langetermijnfunding opge
haald in de internationale financiële markten. De eenheid Investor
Relations staat opgesteld om de beleggers in Rabobankpapier optimaal
te informeren over het risicoprofiel en de financiële en strategische ont
wikkelingen van het bedrijf.
Om de behoefte aan langetermijnfunding te beperken is er in 2005
EUR 2 miljard van de centraal beschikbare hypothekenportefeuille vari
de Rabohypotheekbank gesecuritiseerd voor liquidititeitsdoeleinden.
Hierbij zijn de hypotheken verkocht aan een speciaal daarvoor opgerichte
entiteit, die ze financiert door obligaties uit te geven. Deze obligaties
zijn vervolgens weer door de Rabobank gekocht en kunnen worden
gebruikt als onderpand om zonodig liquiditeiten aan te trekken.
Door de omzetting van hypotheken in verhandelbaar papier zijn niet-
liquide activa omgezet in liquide activa.
Marktrisico
Het marktrisico betreft de waardeveranderingen van de handelsporte
feuille als gevolg van prijswijzigingen in de markt. De prijsveranderingen
hebben onder andere betrekking op de prijzen van renteproducten
(de rente), aandelen, valuta en sommige goederen. De Rabobank Groep
berekent en consolideert het risico dagelijks en limiteert dit risico via
een verfijnd stelsel van limieten en tradingcontrols. Op geconsolideerd
niveau wordt het risico weergegeven door de zogenaamde Value at Risk.
Deze maatstaf geeft op basis van historische marktontwikkelingen aan
wat het maximaal mogelijke verlies is bij een gegeven betrouwbaar
heidsniveau onder'normale'marktomstandigheden. De hoogte van
de Value at Risk is het gevolg van marktontwikkelingen en van de zelf
ingenomen posities.
Om ook gevoel te krijgen voor het maximale potentiële risico wordt
tevens het effect berekend van bepaalde extreme gebeurtenissen
('event risk') op de waardeontwikkeling van de portefeuilles.
Hierbij worden zowel historische scenario's geanalyseerd, bijvoorbeeld
de crash van de aandelenmarkten in 1987, als hypothetische scenario's,
bijvoorbeeld de veronderstelling dat alle rentes sterk oplopen. Ook wordt
gebruikgemaakt van gevoeligheidsanalyses.
Value at Risk in 2005 per maandeinde
in miljoenen euro's
Risicotype
in miljoenen euro's
Ultimo 2005
Credit spread
19,2
Vreemde valuta
0,2
Aandelen
2,2
Rente
3,1
Diversificatie
-2,6
22,1
Organisatiebesturing en risicomanagement 71
De Value at Risk bewoog in 2005 tussen EUR 14 (11) miljoen en EUR 25
(22) miljoen, met een gemiddelde van EUR 19 (17) miljoen. Dit betekent
dat met een betrouwbaarheid van 97,5% onder normale omstandighe
den het verlies op één dag maximaal EUR 25 miljoen bedroeg in 2005.
De Value at Risk van de handelsportefeuilles kan worden onderverdeeld
in een aantal componenten. De waarde van de handelsportefeuilles is
voornamelijk gevoelig voor veranderingen in de rente, aandelenkoersen
en credit spreads. Doordat tegengestelde posities van verschillende
boeken elkaar in enige mate opheffen wordt een diversificatievoordeel
behaald dat het totale risico reduceert. Ultimo 2005 was de geconsoli
deerde Value at Risk EUR 22,1 miljoen. Dat dit een relatief beperkte
positie is blijkt ook uit het feit dat slechts een klein deel van het totale
economisch kapitaal wordt aangehouden voor marktrisico's uit hoofde
van de handelsactiviteiten.
Valutarisico
Valutarisicoposities komen voor in de handelsboeken en de niet-han-
delsboeken. In de handelsboeken wordt het valutarisico net als andere
marktrisico's beheerst op basis van Value at Risk-limieten. In de niet-
handelsboeken is alleen sprake van translatierisico op in buitenlandse
activiteiten geïnvesteerd kapitaal en de niet in euro genoteerde uitgiftes
van Trust Preferred Securities.
Ten aanzien van het bewaken en beheersen van het translatierisico
hanteert de Rabobank Groep een samenhangend tweesporenbeleid
dat erop gericht is de vermogenspositie van de bank te beschermen
tegen valutakoersschommelingen. Enerzijds voorziet de hedgestrategie
in het afdekken van de reserves die in het buitenland in vreemde valuta
belegd zijn, anderzijds in het immuniseren van de BIS-ratio voor effecten
van valutakoersbewegingen. Dat laatste vindt plaats via de niet tot de
reserves gerekende componenten van het toetsingsvermogen, met
name de Trust Preferred Securities. Deze werden in 2003 en 2004
uitgegeven in zodanige vreemde valuta, dat de valutasamenstelling van
het toetsingsvermogen overeenkomt met die van de naar risicograad
gewogen activa. Deze'natuurlijke hedge'is gerealiseerd door de tot het
tier 1 -vermogen gerekende Trust Preferred Securities II (in 2003) en III
(in 2004) uit te geven in Amerikaanse dollar (USD 3.250 miljoen),
Australische dollar (AUD 500 miljoen) en Britse Pond (GBP 350 miljoen).
Operationeel risico
Operationeel risico wordt binnen het bankwezen gerekend tot de
niet-financiële risico's. Het betreft het risico van verlies door falende
interne processen, mensen, systemen of externe gebeurtenissen.
Door de aanstaande invoering van het Bazel ll-akkoord, staat het
inzichtelijk maken en beheersen van operationeel risico volop in de
belangstelling. Immers banken moeten met ingang van 2008 vermogen
beschikbaar houden voor operationele risico's. Als een bank haar opera
tionele risico's in beeld heeft en aantoonbaar goed beheerst, mag
verwacht worden dat er minder verliezen ontstaan, zodat men hiervoor
minder vermogen hoeft aan te houden. De Rabobank heeft een model
ontwikkeld waarmee het aan te houden vermogen voor operationele
risico's zodanig wordt berekend, dat het aansluit op het actuele risico
profiel van de Rabobank Groep als totaal en per business unit.
De Rabobank Groep heeft specifiek voor operationeel risicomanagement
uitgesproken dat zij haar ambitie naar boven heeft bijgesteld, naar het
hoogste ambitieniveau in het Bazel ll-akkoord: de Advanced Measurement
Approach. De Rabobank Groep wil zo uitstralen dat zij risicobeheer hoog
in het vaandel heeft en dat zij haar triple A-rating ruimschoots waard is.
Met de aanpak volgens de Advanced Measurement Approach wordt
het beheersapparaat van de Rabobank Groep transparanter gemaakt en
door de coördinatie op groepsniveau ontstaan belangrijke voordelen op
het terrein van kennisopbouw en kennisdeling. Door het stellen van
beleidskaders en normenkaders vanuit Group Risk Management en
door de controlorganisatie hierop te laten aansluiten, ontstaat een
belangrijke bijdrage aan het'in control zijn'van de Rabobank Groep op
het terrein van risicobeheersing.