60 Rabobank Groep jaarverslag 2005 De besturing van de Rabobank Groep is mede gebaseerd op de samen hang tussen risico, rendement en kapitaal. Door de toezichthouders - De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten - zijn eisen geformuleerd ten aanzien van financiële instellingen. De eisen van De Nederlandsche Bank zijn onder andere vastgelegd in de Regeling Organisatie en Beheersing (ROB), die het kader vormt voor de organisatie en beheersing van de activiteiten van de Rabobank Groep. Daarnaast is het gedragstoezicht van de Autoriteit Financiële Markten op de Rabobank Groep van toepassing. De leden van de raad van bestuur worden voor een periode van 5 jaar benoemd door de raad van commissarissen, maar hebben een arbeids contract voor onbepaalde tijd. De raad van commissarissen kan bestuur ders tevens ontslaan of schorsen. De raad van commissarissen bepaalt de bezoldiging van de leden van de raad van bestuur en legt daarover verantwoording af aan de vertrouwenscommissie uit de centrale kring vergadering. De uitgangspunten van het beloningsbeleid van de raad van bestuur worden vastgesteld door de centrale kringvergadering, op voorstel van de raad van commissarissen. Tot slot beoordeelt de raad van commissarissen periodiek het functioneren van de raad van bestuur, waaraan conclusies worden verbonden. Raad van commissarissen De toezichthoudende taak wordt binnen Rabobank Nederland uitge oefend door de raad van commissarissen. Dit betekent dat de raad van commissarissen toezicht houdt op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken van Rabobank Nederland en de met haar verbonden ondernemingen. Dit houdt onder meer in dat de realisatie van de groepsdoelstellingen, de strategie, de ondernemingsrisico's, de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controle systemen, het financiële verslaggevingsproces en de naleving van de wet- en regelgeving uitgebreid worden besproken en geregeld worden getoetst. Voorts staat de raad van commissarissen de raad van bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissa rissen zich naar het belang van Rabobank Nederland en de daarmee verbonden ondernemingen. Bepaalde belangrijke besluiten van de raad van bestuur zijn onderworpen aan voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen, zoals besluiten inzake strategische samen werking met derden, belangrijke investeringen en acquisities alsmede de jaarlijkse vaststelling van de beleidsplannen en de begroting. De leden van de raad van commissarissen worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van de raad van commissarissen. Daarbij vormt het aspect onafhankelijkheid van de individuele leden een belangrijke overweging. De vertrouwenscommissie uit de centrale kringvergadering bepaalt de bezoldiging van de commissarissen en heeft bovendien inspraak in de profielschets van de leden van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen evalueert jaarlijks het eigen collectieve functioneren en dat van de individuele commissarissen. Er worden regelmatig initiatieven ontplooid om de kennis van de commissarissen met betrekking tot de ontwikkelingen in de institutionele en juridische omgeving van de bank en op het terrein van risicobeheersingssystemen up-to-date te houden. De raad van commissarissen telt vijf commissies: de commissie voor coöperatieve aangelegenheden, het audit committee, de benoemingscommissie, de remuneratiecommissie en de beroeps commissie. Centrale kringvergadering De lokale banken zijn lid (en aandeelhouder) van Rabobank Nederland. Invloed en zeggenschap van de lokale Rabobanken voltrekken zich via (al dan niet directe) vertegenwoordiging in twee organen: de centrale kringvergadering (CKV) en de algemene vergadering. De lokale Rabobanken zijn geografisch georganiseerd in 20 kringen. De kringbesturen vormen de 120 leden tellende centrale kringvergadering. De leden/klanten van de lokale Rabobanken zijn, via de vertegenwoor diging van de lokale bestuurs- en toezichtorganen in de kringbesturen, op deze wijze vertegenwoordigd in de centrale kringvergadering. De centrale kringvergadering is onder andere bevoegd regels vast te stellen die alle aangesloten banken moeten naleven. Tevens keurt de centrale kringvergadering het jaarplan en de begroting van het aan gesloten bankenbedrijf goed. De uitkomst daarvan bepaalt mede de koers van Rabobank Nederland. In de centrale kringvergadering vinden voorts inhoudelijke discussies plaats, die met name het bedrijf van de lokale Rabobanken betreffen. Deze discussies zijn niet alleen ingegeven door de specifieke taken en bevoegdheden van de centrale kringverga dering, maar ook door het streven naar commitment en consensus tussen de lokale Rabobanken en Rabobank Nederland. Organisatiebesturing en risicomanagement 61 De verantwoording die Rabobank Nederland aan haar leden aflegt over het beleid, gaat daarmee aanmerkelijk verder dan gebruikelijk is bij een beursgenoteerde naamloze vennootschap jegens haar aandeelhouders. Door de bijzondere relatie tussen Rabobank Nederland en haar leden is de opkomst bij de centrale kringvergadering nagenoeg honderd procent. Om slagvaardig te kunnen optreden heeft de centrale kringvergadering uit haar midden commissies benoemd die belast zijn met bijzondere taken. Dit zijn de vertrouwenscommissie (adviseert over benoemingen en beoordeelt de toepassing van het remuneratiebeleid door de raad van commissarissen), de CKV coördinatiecommissie (stelt de CKV-agenda vast en toetst te agenderen stukken aan formele vereisten) en de commissie voor spoedzaken (treedt in spoedeisende gevallen op namens de CKV). Algemene vergadering De algemene vergadering is het orgaan waarin alle lokale Rabobanken, als lid van Rabobank Nederland, directe zeggenschap kunnen uitoefenen. In de algemene vergadering komen belangrijke zaken aan de orde als de vaststelling van de jaarrekening, het verlenen van decharge, de wijziging van statuten en reglementen en de benoeming van de leden van de raad van commissarissen. De centrale kringvergadering brengt voorafgaand advies uit over alle onderwerpen die in de algemene vergadering zijn geagendeerd. Een inhoudelijke discussie over deze onderwerpen tussen de lokale Rabobanken en Rabobank Nederland heeft dan al plaatsgevonden. De lokale Rabobanken hebben naar rato van hun balanstotaal stemrecht in de algemene vergadering. Door de bijzondere relatie tussen Rabobank Nederland en haar leden is de opkomst ook hier nagenoeg honderd procent. Medezeggenschap In 2005 is een nieuw medezeggenschapsorgaan in het leven geroepen, de Groepsondernemingsraad Aangesloten Banken, kortweg GOR AB genoemd. Voor collectieve medezeggenschapsvraagstukken, die alle aangesloten banken aangaan, fungeert de GOR AB als gesprekspartner van de bestuurder. De oprichting van de GOR AB laat de positie van de ondernemingsraad van Rabobank Nederland en van de bestaande ondernemingsraden van de lokale banken ongemoeid. Deze blijven derhalve optreden als volwaardig medezeggenschapsorgaan in de zin van de Wet op de ondernemingsraden. Corporate governance lokale Rabobanken Alleen banken die een coöperatieve structuur hebben en waarvan de statuten door Rabobank Nederland zijn goedgekeurd, kunnen lid van Rabobank Nederland zijn. Op hun beurt hebben ook de lokale Rabobanken leden, die voortkomen uit hun lokale klantenkring. De lokale Rabobanken hebben jegens Rabobank Nederland en ook onderling nauwkeurig gedefinieerde rechten en plichten. Rabobank Nederland oefent namens De Nederlandsche Bank toezicht uit op de lokale banken ter zake van solvabiliteit, liquiditeit en administratieve organisatie. Bestuur en toezicht Sinds juni 2004 zijn twee bestuursmodellen van de aangesloten Rabobanken mogelijk. De invoering van een tweede bestuursmodel - het zogenoemde directiemodel - naast het reeds bestaande partner shipmodel was ingegeven door de wens tegemoet te komen aan interne en externe veranderingen, zoals de volop in gang zijnde lokale schaalvergroting, een veranderende markt en toenemende wet- en regelgeving. Beide bestuursmodellen zijn erop gericht een slagvaardig bestuur en een professioneel en onafhankelijk toezicht te verzekeren. Ze blijven de komende jaren volwaardig naast elkaar bestaan. In dit kader is het tevens van groot belang dat effectieve ledeninvloed en -zeggenschap voldoende zijn geborgd, zodat de besturing van de lokale Rabobanken ook in de toekomst niet alleen op een adequate en professionele, maar bovendien op een bij de coöperatie passende wijze wordt ingevuld. Bij alle lokale Rabobanken hebben de leden belangrijke bevoegdheden, zoals het vaststellen van de jaarrekening, het wijzigen van de statuten, het benoemen van commissarissen en het verlenen van decharge. Bovendien wordt aan de leden verantwoording afgelegd over het gevoerde bestuur en het gehouden toezicht. Partnershipmodel In het partnershipmodel heeft de lokale Rabobank een bestuur, bestaande uit door en uit de leden gekozen personen en een algemeen directeur die door de raad van commissarissen (voorheen raad van toezicht) wordt benoemd. De algemeen directeur houdt zich primair bezig met de dagelijkse leiding van het bankbedrijf. De raad van

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2005 | | pagina 33