24 Rabobank Groep jaarverslag 2005
verschillende groepsonderdelen en lokale banken. Hiermee wordt
vooral ingespeeld op de veranderende vraag vanuit de lokale banken.
De schaalvergroting leidt tot de behoefte aan zwaardere management
posities, maar er is er ook vraag naar hoger opgeleide commerciële
medewerkers en bedrijfsmanagementspecialisten.
Bij gebleken geschiktheid bestaan er volop promotiekansen. Als een
medewerker op enig moment minder goed binnen zijn of haar functie
omschrijving past, terwijl zijn of haar talenten op een lager functie- en
salarisniveau nog wel waardevol zijn voor de bank, dan is zogeheten
demotie mogelijk. Als er voor een medewerker niet langer plaats is
binnen de organisatie, dan kan de betreffende medewerker rekenen
op uitgebreide ondersteuning bij het vinden van een nieuw carrière
perspectief elders.
In ruil voor de inspanningen van medewerkers investeert de Rabobank
substantieel in coaching en opleidingen en worden goede inspanningen
beloond met een uitstekend salaris en ruime secundaire arbeidsvoor
waarden.
Performance Management
In 2005 is een nieuwe belonings- en beoordelingssystematiek van start
gegaan onder de naam Performance Management. Deze systematiek
bevordert resultaatgericht (samen)werken door het afspreken van
heldere en meetbare doelstellingen en het daaraan koppelen van het
vaste en variabele salaris. Begin 2005 werden de doelen voor 2005 rnet
alle individuele medewerkers afgesproken. Gedurende het jaar is op
verschillende momenten door manager en medewerker stilgestaan bij
deze afspraken. In 2006 volgt de eerste beloning op basis van de nieuwe
systematiek. Binnen de Rabobank Groep werken meer onderdelen met
een vorm van prestatiebeoordeling en variabele beloning, zoals Robeco
en Alex.
Investeren in inzetbaarheid
Een persoonlijk ontwikkelingsplan is vooral in deze tijden, met de vele
veranderingstrajecten en fusies, belangrijk. Werkgevers en medewerkers
hebben wederzijds belang bij een zo breed mogelijke inzetbaarheid van
de medewerker. Om hieraan inhoud te geven wordt in overleg tussen
de medewerker en zijn leidinggevende een op de persoon van de
medewerker toegesneden ontwikkelingsplan opgesteld. Voor het
opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) zijn er zowel voor
medewerkers als voor managers praktische hulpmiddelen beschikbaar.
In 2005 had 62% van de medewerkers van Rabobank Nederland en de
lokale banken een POP, tegenover 72% in 2004. Deze teruggang had
vooral te maken met de invoering van Performance Management,
waardoor onderscheid gemaakt werd tussen ontwikkelingsactiviteiten
met een planningshorizon van 1 jaar en die met een horizon van 2-5
jaar. Vanwege de bruikbaarheid van het nieuwe materiaal wordt een
stijging voorzien van het percentage medewerkers met een POP in 2006.
Opleidingen van groot belang
De Rabobank maakt in haar opleidingsaanbod onderscheid tussen
functionele, carrièregerichte en managementopleidingen. De koers is
de afgelopen jaren verlegd van pure kennisoverdracht naar verbetering
van de managementkwaliteit en verhoging van de commerciële slag
kracht. De Wet financiële dienstverlening bepaalt de komende jaren
welke kennis beschikbaar moet zijn in de klantbediening. De Rabobank
is voorbereid op deze nieuwe wetgeving.
In 2005 volgden medewerkers 94.500 (90.000) opleidingen. Hiermee
was een bedrag van EUR 68,7 (69,0) miljoen gemoeid. Dit is 2,6% (2,7%)
van de loonsom. Steeds vaker studeren medewerkers via internet. Het
aantal gebruikers van e-learning nam na de spectaculaire groei in 2004
ook in 2005 verder toe. In totaal werden er 77.500 (55.000) cursussen via
internet aangeboden en werden er 25.000 (34.000) digitale examens
afgelegd. Van de door Rabobank International in 2004 voor het eerst
ontwikkelde e-learningprogramma's maken thans medewerkers over de
hele wereld gebruik.
Stagiairs bij de Rabobank Groep
De Rabobank geeft veelbelovende studenten graag de mogelijkheid
om door middel van een stage te ervaren hoe uitdagend werken bij de
Rabobank Groep kan zijn.
In 2005 kregen 937 studenten een stagecontract bij de Rabobank Groep
aangeboden; 801 studenten kwamen bij een lokale bank terecht en de
andere 136 studenten bij Rabobank Nederland.
De mensen van de Rabobank
25
Ruim de helft van de stagiairs op organisatieniveau volgt een
hbo-opleiding (59% van de vrouwen en 50% van de mannen).
Kijken we naar de stagecontracten bij Rabobank Nederland dan verschuift
het opleidingsniveau van hbo naar wo: 75% van de mannen volgt
wetenschappelijk onderwijs, terwijl dat percentage bij vrouwen 56% is.
De meeste stagiairs zijn van autochtone afkomst; 13% is allochtoon.
Medewerkers tevreden over werken bij Rabobank
De algemene tevredenheid met het arbeidsklimaat heeft zich in 2005
op een hoog niveau weten te handhaven. In 2005 was in de Periodieke
Opiniepeiling Identiteit en Arbeidsklimaat 81% (2004:85%) van alle
medewerkers het (helemaal) eens met de stelling 'alles overwegend ben
ik als medewerker tevreden over het werken bij de Rabobank'. Dit is
gezien de vele wijzigingen binnen Rabobank Nederland en de storm
achtige ontwikkelingen bij de lokale banken een bijzonder verheugend
resultaat. De Rabobank scoort op dit punt beduidend beter dan de
externe benchmark van veertig grote ondernemingen (75%) en de
benchmark van bedrijven in de financiële sector (72%). De hoge
tevredenheid met het arbeidsklimaat uit zich ook in het lage ziekte
verzuim, dat in 2005 verder daalde van 3,8% naar 3,7%.
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/werken
Meer informatie over medewerkers in maatschappelijk jaarverslag:
w w w.raboba n kg roep.n l/d u u rza a m h e i d
mmÊÊÊÊÊÊÊÊÊmÊÊÊÊÊÊÊÊmm^ÊmÊÊÊmmÊmÊÊÊm
Verdeling aantal medewerkers Rabobank Groep
Nederland
Buitenland
Totaal 2005
Totaal 2004
Binnenlands retailbankbedrijf
33.797
33.797
33.855
Wholesalebankbedrijf en internationaal
retailbankbedrijf
1.345
4.644
5.989
5.575
Vermogensbeheer en beleggen
1.430
532
1.962
2.028
Leasing
891
2.252
3.143
2.844
Vastgoed
336
336
302
Verzekeren
5.823
Ondersteunende eenheden en overig
5.761
5.761
5.897
Rabobank Groep
43.560
7.428
50.988
56.324
Ziekteverzuim
3,7%
3,8%
Medewerkerstevredenheid
81,0%
85,0%
Opleidingsinvesteringen (in miljoenen euro's)
68,7
69,0