Rabobank Groep Jaarverslag 2001 Landenrisico Kredietverliezen aan partijen die gevestigd zijn in het buitenland brengen, naast het gebruikelijke debiteu renrisico, ook landenrisico mee. De beheersing daar van vindt plaats op basis van een stelsel van interne limieten en interne ratings per land. Landenrisicovoorzieningen worden getroffen indien en voorzover door overheidsmaatregelen of door extreme omstandigheden in een land terugbetalings problemen dreigen. Daarbij wordt rekening gehouden met risicoverlagende factoren. In het verslagjaar bedroeg het nettolandenrisico op niet-OESO-landen (voor voorzieningen) EUR 3,4 (4,5) miljard. Dat is 0,9% van het balanstotaal. De voorzieningen voor econo misch landenrisico bedroegen 21,6% van het totaal aan voorzieningen voor debiteurenrisico. Marktrisico Het marktrisico betreft de waardeveranderingen van de handelsportefeuille als gevolg van wijzigingen in de rente en in de valuta- en aandelenkoersen. Het risico wordt op dagelijkse basis berekend en via een verfijnd stelsel van limieten beheerd. Op geconsoli deerd niveau kan het risico het best worden weerge geven door de zogenaamde Value at Risk. Deze maatstaf geeft op basis van historische gegevens het maximaal mogelijke verlies weer onder een gegeven betrouwbaarheidsniveau bij 'normale' marktomstan digheden.'Event riskscenario's'meten de uitwerking van forse trendbreuken in de marktontwikkelingen. Bovendien worden nog andere uit statistische modellen afgeleide maatstaven door handelaren en door de afdeling risicomanagement gebruikt ten einde op elk moment van de dag de posities te kennen. De Value at Risk schommelde in 2001 tussen EUR 7 (3) miljoen en EUR 12(11) miljoen, met een gemiddelde van EUR 9 (6) miljoen. Renterisico Naast het marktrisico in de handelsomgeving loopt de Rabobank ook een structureel renterisico in haar balans. Dit renterisico vloeit voort uit het uiteenlopen van de looptijden van uitzettingen en middelen. Het risico op langere termijn wordt gemeten en beheerst aan de hand van de Equity at Risk. Dat is de gevoelig heid van de marktwaarde van het vermogen voor veranderingen in de rente. Het huidige niveau van de lange rente ligt duidelijk onder dat van de afgelopen jaren. De leningenporte feuille is dan ook in een tijd met hogere rentes opge bouwd. De marktwaarde van het eigen vermogen van de Rabobank Groep lag daardoor aan het eind van het verslagjaar duidelijk boven de boekwaarde. Het risico op korte termijn wordt gemeten en beheerst aan de hand van het begrip Income at Risk. Dat is het bedrag aan rentewinst dat met een betrouwbaarheidsgraad van 97,5% op jaarbasis maxi maal 'in de waagschaal'wordt gesteld. In het verslag jaar bedroeg het'maximale risico'circa 4% van de rentewinst. Liquiditeitsrisico De aanslagen in de Verenigde Staten op 11 septem ber leidden aanvankelijk tot de dreiging van een liquiditeitscrisis in het wereldwijde financiële systeem. Dankzij het optreden van centrale banken is dat voorkomen. De Rabobank Groep was goed voor bereid op een situatie met liquiditeitsschaarste in de markt. De bank heeft de afgelopen vier jaar gewerkt aan een forse diversificatie van de fundingbasis,door zich minder afhankelijk te maken van middelen van andere commerciële banken en het accent te verleg gen naar centrale banken, geldmarktfondsen, pensioenfondsen en vermogensbeheerders. Aan de actiefzijde van de balans is het accent verschoven naar snel liquide te maken activa. De gebeurtenissen op 11 september boden de mogelijkheid om de aannames en procedures van het liquiditeitsmanagement te testen aan de hand van een feitelijke stress-situatie. Het model bleek goed te functioneren, waarbij op een enkel punt nog verfijning nodig bleek. Operationeel risico Het operationeel risico betreft directe of indirecte verliezen uit hoofde van onjuist gehanteerde of tekortschietende processen en systemen, foutief han delende mensen of externe gebeurtenissen. Centraal uitgangspunt is dat het management van de onder scheiden eenheden binnen de Rabobank Groep verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van beleid, processen en procedures voor het beheersen van operationeel risico. Een en ander heeft betrekking op alle bancaire producten, activiteiten, processen en systemen. In het verslagjaar is het (operationeel) risicobewustzijn binnen de groep verder toegenomen, mede gestimuleerd door regelgeving van De Nederlandsche Bank. Assurantierisico Bij Interpolis is het risicobeheer met name gericht op het assurantierisico. Door middel van de daarvoor geëigende technieken worden de risico's van (nieuwe) producten ingeschat en wordt de ontwikkeling van het risico gevolgd. Op deze wijze wordt ook bewaakt dat met voldoende zekerheid aan toekomstige ver plichtingen kan worden voldaan en dat calamiteiten financieel kunnen worden opgevangen. Een verzeke ringsmaatschappij als Interpolis houdt in haar beleid sterk rekening met mogelijke rampscenario's. De gebeurtenissen op 11 september in de VS waren bijvoorbeeld aanleiding om de gevolgen van een dergelijke aanslag in Nederland te onderzoeken. Interpolis is slechts beperkt actief in de sterk getroffen sector van herverzekeraars. BIS-regelgeving op de helling Het kapitaal dat banken moeten aanhouden als buf fer voor onverwachte risico's is gebaseerd op tamelijk grofmazige regelgeving. In Bazel bereiden toezicht houders thans een nieuw kapitaalakkoord voor. Binnen de voorgestelde regelgeving voor het krediet- risico worden onderscheiden de gestandaardiseerde benadering en de benadering die is gebaseerd op interne ratings. Bij de laatstgenoemde benadering wordt de waarschijnlijkheid van het in gebreke blijven (de'faalkans') van een debiteur vastgesteld op basis van de oorzaken van werkelijk opgetreden verliezen in de afgelopen jaren. Deze'faalkans'vormt de basis voor de rating van de desbetreffende financiering. De gestandaardiseerde benadering lijkt sterk op de huidige methode maar is meer verfijnd. Binnen de interne-ratingbenadering wordt onderscheid gemaakt tussen een basis- of'foundation'-benadering en een meer geavanceerde of'advanced' benadering. Voor het toepassen van een van deze benaderingen is de toestemming van de toezichthouder vereist. De Rabobank Groep streeft ernaar dat zij bij het ingaan van de nieuwe regelgeving, op zijn vroegst eind 2005, voldoet aan de eisen die worden gesteld aan de basismethodiek van de interne-ratingbenade ring. Zij beoogt zo snel mogelijk daarna te voldoen aan de eisen voor de geavanceerde benadering. Om hiervoor te kwalificeren worden thans reeds omvangrijke inspanningen verricht. Met het oog hier op zijn in het verslagjaar binnen de onderscheiden eenheden van de Rabobank Groep projecten gestart. Voor de bepaling van kapitaaleisen uit hoofde van het marktrisico voldoet de Rabobank thans reeds aan de hoogste standaarden. Ook ten aanzien van het operationele risico wordt geanticipeerd op de nieuwe regelgeving. Economisch vermogen Het kapitaalakkoord bepaalt bovendien dat banken kapitaal dienen aan te houden voor alle risico's die worden gelopen. Deze worden onder de ene noemer van het benodigde economisch vermogen gebracht. De omvang van het economisch vermogen wordt bepaald met behulp van statistische technieken, waarmee onverwachte verliezen uitgaande van een bepaalde waarschijnlijkheidsgraad worden gemodel leerd. Naarmate banken een hogere rating hebben, zal bij de bepaling van het economisch vermogen de lat des te hoger worden gelegd. De Rabobank Groep kent de hoogste rating: triple A. Dat betekent dat ratinginstituten de kans dat de bank failleert vrijwel uitsluiten. Dat impliceert een dusdanige risicograad van de bancaire activiteiten dat het daarmee gepaard gaande conservatief bepaalde economisch vermogen de omvang van het feitelijk aanwezige kapitaal niet overschrijdt. In het verslagjaar is vanuit een top-downinvalshoek een eerste benadering verkregen van de omvang van het economisch vermogen naar risicocategorieën en entiteiten. Thans wordt gewerkt aan een verdere ver-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 2001 | | pagina 30