Toelichting op de winst-en-verliesrekening
De nettowinst van de Rabobank Groep nam in 2001 met 8% toe tot
EUR 1.291 miljoen. Deze stijging is lager dan de doelstelling van mini
maal 12%. Het slechte beursklimaat speelde hierbij een belangrijke rol.
50 Rabobank Groep Jaarverslag 2001
l)
Bij de berekening van de tier
1 -ratio en de BIS-ratio in
2001 is rekening gehouden
met de gevolgen voor het
vermogen van de per
1 januari 2002 doorgevoerde
stelselwijziging pensioenen,
zie jaarrekening 2001
PASSIEFZIJDE
Toevertrouwde middelen
De aan de Rabobank Groep toevertrouwde middelen
namen in het verslagjaar met 17% toe tot EUR 172
(147) miljard. De toevertrouwde middelen bestaan uit
spaargelden, professionele effectentransacties en
overige toevertrouwde middelen. De professionele
effectentransacties namen af tot EUR 8 (17) miljard
en de overige toevertrouwde middelen stegen tot
EUR 101 (74) miljard.
Spaargeld
Het bedrag aan spaargeld nam in 2001 met EUR 7
miljard toe tot EUR 63 miljard. Dat komt overeen met
een stijging van 13%. Deze forse toename is het
gevolg van het slechte beursklimaat. Klanten hebben
in 2001 vooral geld op spaarrekeningen geboekt in
plaats van in beleggingen gestoken.
Overige passiefposten
De post bankiers nam met 5% af tot EUR 80 (84)
miljard. De post schuldbewijzen groeide met 17% tot
EUR 59 (50) miljard.
De voorzieningen namen in 2001 met EUR 1,4 miljard
toe tot EUR 16,2 miljard. Van dit bedrag heeft EUR
14,5 (13,1) miljard betrekking op verzekeringstech
nische voorzieningen van Interpolis.
Vermogensgroei
Het eigen vermogen van de Rabobank Groep nam
met EUR 1,8 miljard toe tot EUR 14,9 miljard. Dit is het
gevolg van enerzijds de toevoeging van de uitgege
ven ledencertificaten en de nettowinst en anderzijds
van de afboekingen in verband met de betaling van
goodwill. Het aansprakelijk groepsvermogen nam
met EUR 2,3 miljard toe tot EUR 20,3 miljard. Deze
post bestaat behalve uit het eigen vermogen uit de
achtergestelde schulden, het fonds voor algemene
bankrisico's en het belang van derden. Het belang
van derden nam met EUR 0,5 miljard toe tot EUR 3,7
miljard.
Off-balancedienstverlening
De dienstverlening buiten de balans om bestaat
onder meer uit garanties, onherroepelijke faciliteiten
en derivaten. Het bedrag aan garanties was eind van
het jaar EUR 9,6 (10,3) miljard; de onherroepelijke faci
liteiten bedroegen EUR 25,7 (38,6) miljard.
De nominale waarde van de uitstaande derivaten
was EUR 2.213 (2.086) miljard. Het eigen vermogen
dat hiervoor aangehouden moet worden, is te verge
lijken met de solvabiliteitsverplichting over EUR 29,9
(25,2) miljard aan kredietverlening.
Tier 1-ratio: 10,2"
In de financiële wereld zijn de tier 1-ratio en de BIS-
ratio de meest gehanteerde ratio's op het gebied van
solvabiliteit. De tier 1-ratio geeft de verhouding weer
tussen het kernkapitaal en het totaal van de gewogen
posten. De tier 1-ratio kwam eind van het jaar uit op
10,2 (10,3). Dat is iets hoger dan de langetermijndoel-
stelling van 10,0. Externe toezichthouders hanteren
een minimumeis van 4,0. De hoge solvabiliteitsratio
is een van de belangrijkste redenen voor de
triple A-rating van de Rabobank Groep.
Het totaal van de gewogen posten nam met
EUR 10,5 miljard toe tot EUR 152,8 miljard. Deze stijging
is vooral het gevolg van de toegenomen kredietver
lening. Het kernkapitaal nam met EUR 2,3 miljard toe
tot EUR 17,0 miljard. Deze toename is het saldo van
toevoeging van de nettowinst en de uitgegeven
ledencertificaten enerzijds en de afboekingen in
verband met de betaling van goodwill anderzijds.
BIS-ratio: 10,5"
De BIS-ratio wordt bepaald door de som van het
kernkapitaal en aanvullend kapitaal te delen door het
totaal van de gewogen posten. De BIS-ratio kwam uit
op 10,5 (10,6). Dat is ruim hoger dan de minimumeis
van externe toezichthouders van 8,0.
Toelichting op de winst-en-verliesrekening 51
Het totaal van de baten steeg in 2001 met 9% tot
EUR 8.434 miljoen. De rentewinst nam 60% van de
totale baten voor haar rekening
De rentewinst nam in het verslagjaar met EUR 475
miljoen toe tot EUR 5.060 miljoen. Dat komt overeen
met een stijging van 10%.
Opbrengsten uit effecten en deelnemingen
De opbrengsten uit effecten en deelnemingen
kwamen in het afgelopen jaar uit op EUR 517 (759)
miljoen. Dat is EUR 242 miljoen lager dan in 2000. Er
zijn twee belangrijke verklaringen voor deze daling.
Op de eerste plaats was in 2000 de boekwinst bij de
verkoop van Nedship Bank van circa EUR 100 miljoen
in deze post opgenomen. Op de tweede plaats was
in 2000 sprake van forse koerswinsten op aandelen
uit de beleggingsportefeuille. Deze koerswinsten zijn
in 2001 in mindere mate gerealiseerd vooral vanwege
het slechte beursklimaat.
Provisieresultaat
Het provisieresultaat is in 2001 met 21% toegeno
men tot EUR 1.782 (1.467) miljoen. Deze stijging
wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van
de overige provisies, waaronder de opbrengsten uit
bedrijfszorg (Arbo-dienstverlening en reïntegratie) bij
Interpolis. De provisies uit betalingsverkeer en devie
zen, alsmede uit verzekeringen vormen door de jaren
heen een relatief stabiele vorm van inkomsten.
Als gevolg van het slechte beursklimaat stegen de
provisies uit vermogensbeheer slechts 3% en namen
de provisies uit effectendienstverlening af met 30%.
Ontwikkeling provisies
(in miljoenen euro's)
betalingsverkeer en deviezen
vermogensbeheer
Provisies uit bedrijfszorg
Interpolis heeft haar dienstverlening op het gebied
van bedrijfszorg afgelopen jaar fors uitgebreid. Dit
vloeit direct voort uit de samenwerkingsverbanden
die Interpolis het afgelopen jaar is aangegaan. De
provisies uit bedrijfszorg zijn in 2001 met EUR 163
miljoen toegenomen tot EUR 223 miljoen. Deze
groeiversnelling is zichtbaar in de grafiek onder de
noemer'overige'.
Effectenprovisie
De effectenprovisie wordt vooral gerealiseerd door
de lokale Rabobanken. Afgelopen jaar is de stem
ming op de effectenbeurzen slecht geweest. Dit is
direct zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal
voor klanten verwerkte orders. Het aantal effecten
en optieorders is in 2001 met 38% afgenomen tot