n
i
53 TOELICHTING OP DE WINST-EN-VERLIESREKENING
Het nettoresultaat nam in 1999 met 9% toe. Het rende
ment op het eigen vermogen en de baten-lastenverhou
ding bleven met scores van 9,8% en 1,41 achter bij de
streefwaarden van respectievelijk 10% en 1,60.
62 Rabobank Groep Jaarverslag 1999
Provisieresultaat
stijgt met 22%
Bijgaande grafiek geeft
een beeld van de
ontwikkeling van het
provisieresultaat in de
afgelopen jaren.
BATEN
Het totaal van de baten groeide in 1999 met
989 miljoen tot 6.821 miljoen. De procen
tuele stijging met 17% betekent een vergroting
ten opzichte van 1998 toen de baten met 11%
toenamen.
Rentewinst fors hoger
De rentewinst nam met 684 miljoen toe tot
4.465 miljoen. Dat is een toename met 18%
ten opzichte van 1998 toen de groei van de
rentewinst met 7% op een beduidend lager
niveau lag. De belangrijkste verklaring hiervoor
is de volumegroei van de reguliere kredietverle
ning en van de activiteiten in de financiële
markten met een rentekarakter. In 1998 werd
de rentemarge gedrukt door de relatief sterke
rentedaling waardoor de niet-rentedragende
passiva minder opbrachten.
Ontwikkeling provisieresultaat
(in miljoenen euro's)
1.500
Overig
"1 Effecten
ii 0
1 Assurantie
Betalingsverkeer en deviezen
1995
1996
Provisieresultaat
Het provisieresultaat steeg in 1999 met 223
miljoen (22%) tot 1.234 miljoen.
De provisies uit de activiteiten betalingsverkeer
en deviezen en ook uit verzekeringen zijn door
de jaren heen vrij stabiele inkomsten. De snelle
groei van het provisieresultaat in de afgelopen
jaren is dan ook vooral gerealiseerd door de
toegenomen beleggingsactiviteiten van onze
klanten (effectenprovisie) en door de groei van
het vermogensbeheer (overige provisies).
Effectenprovisie
Klanten plaatsten in 1999 2,20 (2,65) miljoen
effecten- en optieorders. Door dit lagere aantal
daalden de effectenprovisies met 22%. De
effectenprovisie kwam nu uit op 282 miljoen.
Ook de toenemende populariteit van beleggen
via de Rabo Orderlijn en via de internetsite van
de Rabobank heeft een neerwaartse invloed op
de effectenprovisie. Voor beleggen via de Rabo
Orderlijn en internet betalen klanten een lagere
provisie.
Overige provisies
De overige provisies stegen met 229 miljoen
(83%) tot 504 miljoen. Het gaat hierbij om
de beheersvergoedingen die van de Robeco-
fondsen worden ontvangen en om de resultaten
van de eind 1998 door Robeco verworven
Amerikaanse vermogensbeheerder Weiss, Peck
&c Greer.
Andere baten
De opbrengsten uit eigen effecten en deelne
mingen stegen met 13 miljoen (5%) tot 299
miljoen. Het gaat hier om gerealiseerde koers-
Financiële resultaten 63
winst op aandelen uit de beleggingsportefeuille
en de boekwinst die werd gerealiseerd op de
verkoop van een aantal participaties.
Het resultaat uit financiële transacties steeg
met 6 miljoen (3%) tot 190 miljoen.
De overige baten, waaronder de verzekerings
technische resultaten van Interpolis, stegen met
63 miljoen (11%) tot 633 miljoen.
LASTEN
Als gevolg van het hogere activiteitenniveau
stegen de bedrijfslasten met 742 miljoen tot
4.841 miljoen. Dat is een toename met 18%
ten opzichte van 1998. De bedrijfslasten
bestaan uit de personeelskosten, de andere
beheerskosten en de afschrijvingen.
Personeelskosten
De personeelskosten stegen met 414 miljoen
(17%) tot 2.860 miljoen. Naast de loonstij
ging speelde hierbij de uitbreiding van het aan
tal medewerkers ten gevolge van de opnieuw
toegenomen dienstverlening een rol. Het aantal
volledige arbeidsplaatsen nam dit jaar toe met
2.914 tot 48.224. Van deze groei is ruim 10%
in het buitenland gerealiseerd.
Andere beheerskosten en afschrijvingen
De andere beheerskosten stegen met 250 mil
joen (19%) tot 1.594 miljoen.
Als gevolg van investeringen in gebouwen en de
inrichting ervan stegen de afschrijvingen met
78 miljoen (25%) tot 387 miljoen.
Baten-lastenverhouding
Doordat de bedrijfslasten (+18%) meer stegen
dan de baten 17%) daalde de baten-lasten
verhouding van 1,42 eind 1998 naar 1,41 eind
1999. Daarmee is de Rabobank Groep nog
relatief ver verwijderd van de doelstelling van
1,60. Dit onderstreept het belang van de in
1999 ingezette prestatieverbeteringprogram-
ma's. De ontwikkeling van de baten-lastenver
houding dient daarmee een belangrijke impuls
te krijgen in de richting van de 1,60. De presta-
tieverbeteringsprogramma's zijn zowel gericht
op verbetering van de baten als op reductie van
de kosten. De nadruk ligt daarbij duidelijk op
het remmen van de kostenontwikkeling: er zal
efficiënter gewerkt moeten worden.
Waardeveranderingen van vorderingen
Onder de post waardeveranderingen van vorde
ringen worden de debiteurenverliezen verant
woord. Deze post wordt door de Rabobank
Groep dynamisch bepaald op basis van een
langjarig gewogen gemiddelde van de werkelijke
verliezen in procenten van de uitstaande kre
dietverlening, waarbij de meest recente jaren
het zwaarst wegen. De post waardeveranderin
gen van vorderingen steeg in 1999 met 10
miljoen (3%) tot 350 miljoen. De verder
toegenomen kredietverlening en de daarmee
samenhangende risico's vormen hiervoor de
verklaring.
Fonds voor algemene bankrisico's
Gelet op het toegenomen renterisico is besloten
om 100 miljoen aan het fonds voor algemene
bankrisico's toe te voegen.
Operationeel resultaat 14%
Het operationele resultaat (baten minus
bedrijfslasten) steeg met 247 miljoen (14%)
tot 1.980 miljoen.
Operationeel resultaat onderdelen
Het operationele resultaat van het lokale bank
bedrijf is in 1999 uitgekomen op 1.144 mil
joen. Dat is nagenoeg gelijk aan het resultaat
van 1998 dat 1.136 miljoen bedroeg.
Bij het internationale bankbedrijf steeg het ope
rationele resultaat met 61 miljoen (25%) tot
304 miljoen.
Het resultaat van de verzekeraar van de groep,
Interpolis, steeg met 19 miljoen (11%) tot
187 miljoen.
De vermogensbeheeractiviteiten Robeco,
International Private Banking Sc Trust en
Schretlen 8c Co realiseerden in 1999 samen een
resultaat van 156 miljoen. Dat is een verdub
beling ten opzichte van 1998. Het resultaat van
de onder 'overige' weergegeven eenheden,
waaronder De Lage Landen, steeg met 76
miljoen (67%) tot 189 miljoen.