LEDENBELEID Op de valreep van de 20ste eeuw hebben bijna alle lokale banken van de Rabobank Groep zich getransfor meerd tot open coöperaties. De volgende stap is een verdubbeling van het aantal leden tot ruim 1 miljoen. In 1999 zijn programma's opgezet om banken en klan ten nog dichter bij elkaar te brengen. 22 Rabobank Groep Jaarverslag 1999 Coöperatief bewustzijn De coöperatieve oriëntatie moet veran kerd raken bij alle betrokkenen (mede werkers, bestuurders en toezichthouders) afzonderlijk en in de organisatie als geheel. Na de statutenaanpassing door vrijwel alle 424 lokale Rabobanken zijn in 1999 initiatieven genomen om inhoud te geven aan de coöpe ratieve vernieuwing. Het gaat onder meer om de opzet van een ledenwaarderingsprogramma en acties om klanten te attenderen op de inhoud én voordelen van het lidmaatschap. Tijdens de algemene vergadering van Rabobank Nederland op 2 april 1998 werd formeel vast gelegd dat de Rabobank wil vasthouden aan haar coöperatieve grondslag, maar wel met een eigentijdse invulling. Daartoe werd het ver plichte lidmaatschap van zakelijke kredietne mers afgeschaft alsmede de ledenaansprakelijk heid tot maximaal 5.000. De Rabobank veranderde daarmee van een gesloten kredietcoöperatie voor leden-onderne mers in een open coöperatie waarvan in begin sel alle klanten lid kunnen worden. Inmiddels hebben bijna alle lokale Rabobanken het besluit genomen tot de overeenkomstige wijzi ging in de statuten van hun eigen bank. Invulling van vernieuwde coöperatie Na de besluitvorming ging de aandacht naar de praktische invulling. Aan dit proces is in 1999 veel aandacht besteed door met elkaar te spre ken over wat de coöperatieve Rabobank bete kent voor medewerkers, voor klanten, voor bestuur en management, voor de leden en voor de maatschappelijke omgeving. In dit verband werd in 1999 bij de Rabobanken onder meer aandacht besteed aan: Ambitiestatement: met het ambitiestatement van de groep als basis schreven vele banken hun eigen ambitiestatement. Nieuwe rol bestuurders en toezichthouders: om op praktische wijze vertrouwd te raken met de nieuwe bestuurlijke verhoudingen namen meer dan tweeduizend collegeleden deel aan de workshop 'Besturen en toezicht houden'. Ledenbeleid: als aanzet tot de ledenwerving ontwikkelden banken plannen en instrumenten om hun ledenbeleid vorm te geven. Klankbordgroepen: lokale banken hebben, onder meer via het oprichten van talrijke klankbordgroepen, het contact met leden, klan ten en maatschappelijke organisaties verbreed en versterkt. Meer betrokken leden Tegelijk met het besluit tot de coöperatieve ver nieuwing werd het voornemen uitgesproken om vorm en inhoud te geven aan de betrokkenheid van leden en de groei van het aantal leden. Als coöperatie ontleent de Rabobank immers haar bestaansrecht aan het hebben van leden: samen vormen ze het coöperatieve hart van de organi satie. Bovendien vormt een voldoende aantal leden de basis voor de relatieve zelfstandigheid van de lokale Rabobanken. Coöperatie 23 Eind 1999 bedroeg het aantal leden 560.000. Dat is 5.000 minder dan in het jaar ervoor. De terugloop heeft te maken met de in 1999 inge zette opschoning van ledenadministraties door de lokale banken. Dit effect werkt nog door in 2000, terwijl de banken dan actief zijn met de ledenwerving. De Rabobank streeft ernaar om binnen enkele jaren ten minste 20% van de klanten (volwassenen en bedrijven) tot lid te mogen rekenen. Dat betekent een verdubbeling tot ruim 1 miljoen leden. Dit vergt forse inspanningen. Motieven voor lidmaatschap Uit een in 1999 gehouden onderzoek onder klanten van lokale Rabobanken blijkt dat de belangstelling voor het lidmaatschap vrij groot is. Zeker een derde van de particuliere klanten en de helft van de zakelijke klanten heeft hier voor interesse. Klanten noemen diverse motie ven die zijn verdeeld in vier categorieën: inspraak; maatschappelijke betrokkenheid; extra kennis; materiële voordelen. Grotere ledenbetrokkenheid De Rabobank Groep wil in 2000 het beleid dat in 1999 in de steigers is gezet tot concrete uit voering brengen. Met het opzetten van een ledenwaarderingsprogramma door de lokale banken wordt ingespeeld op de diverse motieven die klanten hebben om lid te worden. De plaats waar leden hun belangrijkste statu taire bevoegdheden uitoefenen is de jaarlijkse algemene vergadering van hun coöperatieve Rabobank. Betrokkenheid, kennisuitwisseling en invloed kunnen ook totstandkomen via klankbordgroepen. Deze hebben geen formele positie in de zeggenschapstructuur, maar zijn een uitstekend middel om de communicatie met een specifieke groep leden gestalte te geven. Ook het beschikbaar stellen van kennis tijdens speciale ledenbijeenkomsten is een mogelijkheid. Voor het goed functioneren van de coöperatie is het van belang dat leden worden gestimuleerd om gevraagd en ongevraagd mee te praten over de kwaliteit van de dienstverlening en over maatschappelijke activiteiten. Bij de Rabobank zijn het immers de leden die toetsen of hun bank voldoet aan de eisen die aan haar gesteld mogen worden. Ledenwaarderingsprogramma Conform het advies van de centrale kringverga dering bestaat het voornemen om aan de relatie met leden naast immateriële ook materiële ele menten toe te voegen. Hiermee wordt inge speeld op een veelgehoord motief van klanten om lid te willen worden. De gedachten gaan dan ook uit naar specialiteiten die in beginsel beschikbaar zullen zijn na toetreding als lid. Naast een ledenwaarderingsprogramma wordt gedacht over de opzet van een loyaliteitspro gramma voor medewerkers. Meer over de coöperatie op www.rabobankgroep.nl/jaarverslag "Tot voor kort was de Rabobank voor mij een bank als alle andere. Ik heb nooit geweten dat het een coöperatie is. In het kader van nieuwbouwplannen van mijn tandheelkundig centrum heb ik mij laten financieren door de lokale Rabobank en werd ik lid. Mijn motieven waren dus puur zakelijk. Nu begint mij duidelijk te worden waarom de Rabobank echt een andere bank is. Het coöperatieve karakter geeft de bank een unieke kans om in heel nauw contact met haar klan ten haar diensten te verlenen. Als tandarts doe ik regelmatig tevredenheidsonderzoeken onder mijn patiënten. Dat kan een bank ook door haar leden te raadplegen. Ik begreep dat de bank Alphen aan den Rijn daarvoor ook plannen heeft. Een prima zaak. Daarnaast zou je leden moe ten binden door hen informatie te geven waar ze ook in hun eigen bedrijf of huishouden profijt van hebben. Voor mij is dat voldoende. Dat de bank ook maatschappelijk actief is, vind ik prima. Maar ook de Rabobank blijft allereerst een financiële instelling."

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1999 | | pagina 13