rekening; de bij verkoop van de overige beleggingen gerealiseerde resultaten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Terreinen en gebouwen worden gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de geschatte opbrengst bij onderhandse verkoop, rekening houdend met het te verwachten rendement, de aard en de ligging van het object. De actuele waarde van de terreinen en gebouwen in eigen gebruik wordt vastgesteld door externe deskundigen. Taxaties van de terreinen en gebouwen in eigen gebruik geschieden zodanig roulerend dat deze ten minste één keer per vijf jaar worden getaxeerd. De overige terreinen en gebouwen worden jaarlijks door interne taxateurs getaxeerd. Waardeverhogende investeringen in bestaande objecten die na de laatste taxatie hebben plaatsgevonden, worden tot aan de volgende taxatie voor het bedrag van de investering geactiveerd. In aanbouw zijnde gebouwen worden gewaardeerd tegen de tot en met balans datum gemaakte directe stichtingskosten vermeerderd met contractueel aangegane verplichtingen en voorzover nodig verminderd met verwachte waardedaling bij oplevering. Op terreinen en gebouwen wordt niet afgeschreven. De belangen in beleggingspools zijn gewaardeerd op de voor de pools overeen gekomen waarderingsgrondslagen. Beleggingen voor risico van polishouders De beleggingen uit hoofde van gesepareerde beleggingsdepots worden gewaardeerd overeenkomstig de waardering van - voor eigen rekening en risico - gehouden beleggingen. Afwijkend hiervan worden de niet-gerealiseerde resultaten op beleggingen in zakelijke waarden verwerkt in de voorziening koersverschillen derden. De gerealiseerde resultaten op beleggingen in zakelijke waarden worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De overige beleggingen voor risico van polishouders zijn gewaardeerd op markt waarde, in voorkomende gevallen vermeerderd met lopende rente. Waardeverschillen worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Technische voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's De technische voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's betreft uitsluitend schadeverzekeringen en bevat het nog niet verdiende deel van de premies. In deze voorziening zijn tevens begrepen de verouderingsvoorzieningen voor arbeidsongeschiktheids- en ziekengeldverzekeringen. Technische voorziening voor levensverzekering De verzekeringsverplichtingen zijn berekend volgens de nettomethode op basis van recente sterftetafels en op een rekenrente van overwegend 4%. Voor verzekeringsverplichtingen uit hoofde van Spaar-Optimaal-Verzekerings- producten is de rekenrente gebaseerd op een variabel percentage, afhankelijk van de aan de verzekeringen gekoppelde hypotheken. Op de voorziening zijn in mindering gebracht de nog af te schrijven rentestandskortingen en de nog af te 15; schrijven afsluitprovisies voor levensverzekeringen met periodieke premiebetaling. De afschrijving van de rentestandskorting van verzekeringen waarbij Interpolis het volledige beleggingsrisico loopt, geschiedt lineair over een periode van 10 jaar. De afschrijving van de afsluitprovisies geschiedt eveneens lineair over een periode van 10 jaar. Voor verzekeringen waarvoor Interpolis nagenoeg geen beleggings risico loopt, vindt afschrijving van de rentestandskorting plaats gedurende de volledige looptijd van de verzekering. In deze voorziening zijn opgenomen de winstgaranties overeenkomstig de actuariële principes. Technische voorziening voor te betalen schaden/uitkeringen De technische voorziening voor te betalen schaden/uitkeringen is de voorziening voor de nog niet afgewikkelde schaden, rekening houdend met nog niet gemelde schadegevallen die betrekking hebben op het verstreken boekjaar. De vaststelling is geschied, hetzij post voor post, hetzij als benadering hiervan, op basis van ervaringscijfers. Hieronder zijn ook begrepen nog te betalen schade- regelingskosten. De voorziening schaden arbeidsongeschiktheidsverzekering is berekend op basis van actuariële schadereserveringsfactoren, met een rekenrente van 4%.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1998 | | pagina 79