Jaarrekening voor de Lokale Agenda 21 is de dialoog tussen alle betrokken partijen: burgers, gemeentelijke overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven. In ons land werken ongeveer 200 (van de circa 500gemeenten aan een Lokale Agenda 21 Voor de Rabobankorganisatie is het meewerken aan de Lokale Agenda 21 een van de middelen om een directe bijdrage te leveren aan duurzaamheid. Inmiddels zijn tientallen lokale Rabobanken daarmee bezig. De Rabobanken in Utrecht en Den Haag maken zelfs op bestuurlijk niveau deel uit van lokale Stuurgroepen LA21. De Rabobank Rotterdam sloot convenanten met de gemeente, onder meer om'ronde-tafelconferenties'over duurzaamheid te beleggen. In bijvoorbeeld Bunschoten-Spakenburg, Steenwijk, Stadskanaal, Winterswijk en Zeeuws- Vlaanderen werken de Rabobanken actief mee aan de samenhang tussen de regionale economische en ecologische ontwikkeling. In 1998 is tevens de publicatie 'Een aanpak voor duurzaamheid in de lokale Rabobank'tot stand gekomen. Circa 20 voorbeelden laten zien wat de lokale Rabobanken op dit terrein lokaal presteren. De publicatie toont aan dat ook in het bedrijfsleven kansen bestaan voor een lokale vormgeving van duurzaamheid. Door inzet van alle deelnemers wordt via de Lokale Agenda 21 veel kennis over duurzame ontwikkeling opgedaan. De Stafgroep Duurzame Ontwikkelingen van Rabobank Nederland verzorgt de distributie van die kennis door de hele organisatie en treedt op als verbindende schakel met de buitenwereld. Het kasstroomoverzicht, de geconsolideerde balans en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van de Rabobankorganisatie zijn weergegeven op de uitklapbare pagina's 182 tot en met 184.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1998 | | pagina 73