Om de activiteiten van de lokale banken en de expansie van het
internationale bankbedrijf te financieren is wederom een aanzienlijk
beroep gedaan op de openbare kapitaalmarkt. De post schuld
bewijzen groeide in verband hiermee met 29,1 miljard (47,1%)
tot 90,9 miljard.
Tevens werd een groter beroep gedaan op deposito's van
professionele partijen. Hierdoor nam de post bankiers met 36,2
miljard (46,9%) toe tot 113,5 miljard.
Het aansprakelijk groepsvermogen steeg ten opzichte van eind 1997
met 2,0 miljard tot 27,7 miljard. Dat is inclusief het open fonds
voor algemene bankrisico's (FAR) dat een ongewijzigde omvang had
van 3,5 miljard.
Off-balancesheetbedrijf
De traditionele bankdiensten (sparen en kredietverlening) zijn direct
in de balans zichtbaar. De bank is in toenemende mate ook inter
mediair tussen partijen door middel van activiteiten die zich niet in
de balans weerspiegelen. Deze off-balancesheetactiviteiten omvatten
onder meer garanties, onherroepelijke faciliteiten en derivaten.
Derivaten dragen bij tot een beheersing van risico's zonder dat daar
voor balansposities worden aangegaan. Deze instrumenten worden
met name door klanten ingezet om rente- en valutarisico's af te
dekken. De vraag naar derivaten is de laatste jaren sterk gegroeid.
De nominale waarde van de uitstaande (met name derivaten-)
contracten steeg ten opzichte van eind 1997 met 475 miljard tot
1.787 miljard. De gecontracteerde bedragen geven een indicatie
van de mate waarin de Rabobank op deze markten actief is.
Het kredietrisico dat daarbij wordt gelopen is een fractie hiervan en
te vergelijken met 36,7 (24,7) miljard aan kredietverlening.
BIS-ratio
De BIS-ratio bleef gehandhaafd op 11,1%. Hiermee wordt ruim
schoots voldaan aan de minimumeis van 8% die door de externe
toezichthouders wordt gesteld.
Het aansprakelijk vermogen volgens de BIS-definitie bestaat uit
twee componenten: Het 'echte' eigen vermogen, het zogeheten
kernkapitaal (tier-1 vermogen), alsmede het aanvullende vermogen.
De ratio voor het kernkapitaal bedroeg eind 1998 10,3%. Voor
deze ratio geldt een minimumeis van 4%.
Toelichting op de winst-en-verliesrekening
Baten
De baten stegen met 10,5 (20,7)% tot 12.853 miljoen. De groei
van de rentewinst met 526 miljoen (6,7%) tot 8.332 miljoen
bleef achter bij de toename van de kredietverlening. Klanten leenden
weliswaar meer, maar door de lage rentemarge werd de toename
van de rentewinst gedrukt.
Tegenover de achterblijvende groei van de rentewinst staat een
voortgaande stijging van het provisieresultaat met 365 miljoen
(19,6%) tot 2.227 miljoen. Hier is zichtbaar dat onze klanten
steeds actiever worden op het gebied van beleggen en dat de
Rabobank zich heeft ontwikkeld van spaarbank tot ook een
prominente beleggersbank. In het commissionairsbedrijf werden in
1998 2,65 miljoen effecten- en optieorders uitgevoerd. Dat is bijna
de helft meer dan in 1997.
De opbrengsten uit eigen effecten en deelnemingen stegen in 1998
met 80 miljoen (14,5%) tot 631 miljoen. Het gaat hier om
gerealiseerde koerswinst op aandelen uit de beleggingsportefeuille
en de boekwinst die werd gerealiseerd op de verkoop van een aantal
participaties.