uitvoerder op het gebied van de Ziektewet. In 1998 werden voor bereidingen getroffen om met ingang van 1999 ook voor de WAO eigenrisicodrager te worden. Deze keuzes brengen met zich mee dat de bank zelf de kosten draagt voor zieke en arbeidsongeschikte medewerkers en zelf via de Rabobank Arbo-dienst de begeleiding van deze medewerkers ter hand neemt. Om te voorkomen dat medewerkers ziek of arbeidsongeschikt worden, is preventie de hoeksteen van het arbeidsomstandigheden beleid. Zo werd de periodieke keuring van medewerkers op reguliere basis voortgezet. Ook worden medewerkers die specifieke risico's lopen vaker op eventuele problemen onderzocht. Om mogelijke problemen met 'repetitive strain injuries' (RSI) of een 'muisarm' te inventariseren, werd een project gestart. In dit project gaat het zowel om het onderzoeken van mogelijke technische aanpassingen die problemen kunnen voorkomen als om het vroegtijdig identificeren van mogelijke risicogroepen onder de medewerkers. Verder zijn in 1998 instrumenten ontwikkeld om de werkdruk en werkstress binnen de bank in kaart te brengen. Op diverse plekken zijn projecten gestart om te hoge werkdruk te verminderen. Bij het periodiek onderzoek onder medewerkers naar het arbeidsklimaat duidt het merendeel van hen overigens aan dat ze hun werk goed aankunnen. De werkdruk die zij ervaren is de afgelopen jaren vrijwel gelijk gebleven. Vanaf 1998 heeft de bank de bestaande regeling voor sabbatsverlof ook voor directeuren van lokale Rabobanken van toepassing verklaard. Ook zij kunnen nu eenmaal per vijf jaar een periode van drie maanden een verlof opnemen dat ze naar eigen inzicht kunnen besteden aan bijvoorbeeld opleiding, persoonlijke ontplooiing of bezinning. Het beleid op het gebied van arbeidsomstandigheden, met sterke nadruk op preventie en op eigen begeleiding, heeft in de afgelopen jaren zijn vruchten afgeworpen. Hierdoor handhaafden het ziekte verzuim en de WAO-instroom zich op een relatief laag niveau. Niettemin is het ziekteverzuim op organisatieniveau in 1998 gestegen tot 4,03 (3,44)%. Ook de WAO-instroom nam in absolute zin toe tot 365 (271) personen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico in 1998 was 0,88 (0,70)%. De belangrijkste oorzaken van het toegenomen verzuim zijn psychische klachten, veelal gerelateerd aan hoge werkdruk en klachten van het bewegingsapparaat. De hernieuwing van de coöperatieve basis en de grote vraag van klanten eisen veel van medewerkers en management. Uit het periodiek onderzoek naar het arbeidsklimaat onder Rabobankmedewerkers blijkt dat zij zeer betrokken zijn bij hun werk, bij de bank en bij hun klanten. Grote waardering voor de inzet van medewerkers en management is hier op haar plaats. Alleen met hun inzet kan de bank goed invulling geven aan haar missie klanten de best mogelijke producten en diensten te verschaffen. De bestuurders en toezichthouders in 1998 De bestuurders en toezichthouders van de lokale Rabobanken vormen een belangrijke groep mensen binnen de Rabobank- organisatie. De bestuursleden vertegenwoordigen de leden en klanten en bepalen het beleid en de richting van de bank; de leden van de raden van toezicht houden onder meer toezicht op het klanten- belang. In 1998 is de discussie over de gewenste ontwikkeling van de coöperatie op landelijk niveau tot een afronding gebracht. Vastlegging van de resultaten van die coöperatiediscussie heeft plaats gevonden door de aanvaarding van nieuwe modelstatuten voor de Rabobanken in de extra Algemene Vergadering van 2 april 1998. De aanpassingen hebben niet alleen invloed op de aard en de

Jaarverslagen Rabobank | 1998 | | pagina 47