gegeven. De lezingen verschenen in gebundelde vorm als uitgave van de Stichting Maatschappij en Onderneming. Het belang dat door de organisatie aan opleiding wordt gehecht blijkt verder uit het feit dat een toenemend aantal lokale Rabo- banken samenwerkingsverbanden met elkaar aangaan op opleidingsgebied. Zij streven zo naar een optimale afstemming van het opleidingsaanbod in hun regio op hun specifieke scholings behoeften. Werving, selectie en loopbaanbeleid De arbeidsmarkt in de financiële sector kenmerkte zich ook in 1998 door krapte. Voor commerciële functies, voornamelijk op het gebied van financiële advisering, en voor specialistische functies in de informatietechnologie was het moeilijk om voldoende geschikte mensen te vinden om alle vacatures te vervullen. De Rabobankorganisatie zal in haar arbeidsmarktcommunicatie de mogelijkheden die het hele concern - ook internationaal - biedt nog nadrukkelijker onder de aandacht van toekomstige medewerkers gaan brengen. Verder wordt internet ingezet als communicatie medium. Ook zullen de bestaande contacten met HBO-, WO- en MBA-instellingen worden gecontinueerd om zodoende goede mensen in een vroeg stadium voor de Rabobankorganisatie te werven. Omdat de eigen cultuur en missie kenmerkend zijn voor de Rabo bankorganisatie leidt de bank graag haar eigen medewerkers op. In dit kader werd er in 1998 weer een aantal specifieke traineetrajecten opgezet, onder andere bij Rabobank International en op het gebied van financiële advisering en bedrijvenadvies. Om getalenteerde medewerkers die al in dienst zijn te laten door stromen naar hogere functies werd extra aandacht gegeven aan 'talentscouting en -development'. Het streven om goede medewerkers voor langere tijd aan de organisatie te binden, is een van de redenen voor de systematische periodieke loopbaangesprekken, maar ook vergroting van inzetbaarheid en doorstroming worden ermee bevorderd. Om die doorstroming te vergroten is in 1998 op het intranet van de Rabobankorganisatie een loopbaansite geopend. Zo kunnen mede werkers snel en uitgebreid de mogelijkheden op de interne arbeids markt bekijken, functieprofielen en de bijbehorende opleidingseisen achterhalen en het complete scholingsaanbod opvragen. Met deze informatie kunnen ze hun eigen plan trekken. Specifiek voor de directeuren van lokale Rabobanken is het mobiliteitsprogramma 'Management op weg naar 2000', dat door individuele loopbaanbegeleiding de mobiliteit van geschikte managers over het hele concern wil bevorderen. Ruim éénderde van de directeuren van de Rabobanken en overige managers binnen de organisatie participeert inmiddels in dit programma. Het percentage vrouwelijke medewerkers bij de Rabobank is 54,3 (54,6)%. De organisatie streeft ernaar om meer vrouwen op hogere en op leidinggevende functies te krijgen. Dat beleid is in 1998 verder aangescherpt, mede door contacten met 'Opportunity in Bedrijf', een stichting die ondernemingen ondersteunt in hun streven vrouwen te laten doorstromen naar hogere functies. Een van de onderdelen van het beleid is dat de bank experimenten doet met deeltijd- en duobanen in hogere functies. In 1998 is een aantal samenhangende maatregelen genomen om oudere medewerkers voor de bank te behouden. Bedoeling van dit leeftijdsbewuste personeelsbeleid is te voorkomen dat de kennis en ervaring van ouderen voor de bank verloren gaan en er voor te zorgen dat functiebelasting en individuele belastbaarheid met elkaar in evenwicht zijn. Hierbij valt te denken aan middelen als 'job rotation', taakaanpassing, flexibele pensionering en scholing.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1998 | | pagina 44