Rabobankorganisatie slaat bruggen
naar de toekomst
HOOFDSTUK I
Het jaar 1998 is voor de Rabobankorganisatie een bijzonder jaar
geweest en in verscheidene opzichten een historisch jaar. Natuurlijk
was 1998 het jaar waarin de organisatie haar 100-jarig bestaan vierde
met haar klanten en medewerkers. Maar tegelijk zijn in het verslagjaar
fundamentele besluiten genomen omtrent de coöperatieve
vernieuwing van de Rabobankorganisatie en is hieraan vorm en
inhoud gegeven. Daarnaast kenmerkte 1998 zich door een forse
toename van activiteiten in de financiële dienstverlening aan de
klanten, zowel in omvang als in verscheidenheid. Hiermee is de positie
van de Rabobankorganisatie als'Allfinanz-dienstverlener'verstevigd.
Ontstaan als emancipatiebeweging
Bij het 100-jarig bestaan van de Rabobankorganisatie werd meer in
het bijzonder herdacht dat in 1898 de Coöperatieve Centrale
Raiffeisen-Bank te Utrecht en de Coöperatieve Centrale Boerenleen
bank te Eindhoven werden opgericht. Deze samenwerkings
verbanden van lokale kredietcoöperaties, die in de jaren daaraan
voorafgaand waren ontstaan, vormden het begin van de Rabobank
organisatie zoals die nu bestaat. Anno 1999 is de Rabobank
organisatie een brede financiële dienstverlener, die haar klanten alle
gewenste financiële diensten wil kunnen aanbieden. Dit doel wijkt
niet af van het streven dat ten grondslag lag aan de oprichting van
de eerste coöperatieve banken. Ook toen ging het erom mensen te
helpen aan de financiële diensten waaraan ze behoefte hadden,
destijds veelal krediet.
De Rabobankorganisatie is ontstaan in een tijd van onvolkomen
financiële markten, waarin velen waren afgesloten van krediet
verlening. Zij functioneerde daarbij als een emancipatiebeweging,
die bijdroeg aan de economische ontwikkeling op het platteland.
Bij de nadering van haar 100-jarig jubileum heeft de Rabobank
organisatie zich uitvoerig bezonnen op haar missie voor de
toekomst. Nu vrijwel iedereen aan het financieel verkeer kan
deelnemen, heeft de coöperatieve Rabobankorganisatie haar oude
missie heroverwogen en herbevestigd. Vanuit dit perspectief maakte
niet zozeer de jubileumviering het jaar 1998 tot een historisch jaar
voor de Rabobankorganisatie, als wel de beslissing die werd
genomen in de Algemene Vergadering van 2 april 1998.
Op 2 april 1998 werd formeel vastgelegd dat de Rabobankorganisatie
ook in de toekomst vast wil houden aan haar coöperatieve
grondslag. De coöperatieve missie beperkt zich niet langer tot
zakelijke kredietnemers, voor wie een verplicht lidmaatschap gold
en een aansprakelijkheid van maximaal 5.000. Voortaan staat het
lidmaatschap van de lokale Rabobanken in beginsel open voor alle
klanten. Gezien de huidige sterke vermogenspositie van de
Rabobankorganisatie is een verplichte aansprakelijkheid van leden
zoals in het verleden niet langer nodig en derhalve niet gewenst.
Coöperatieve vernieuwing
Tegelijk met de verbreding van de coöperatieve doelstelling werd
besloten tot aanpassing van de coöperatieve bestuursstructuur van
de lokale Rabobanken. In de modelstatuten, die in de Algemene
Vergadering van 2 april werden vastgesteld, is opgenomen dat het
bestuur van een Rabobank voortaan bestaat uit gekozen leden én de
algemeen directeur samen. Door de gekozen leden en de bancaire
deskundige in één bestuur samen te brengen, worden de leden van
de Rabobanken directer bij de beleidsvorming betrokken.