Toelichting
(bedragen in miljoenen guldens)7997 996
Achtergestelde leningen 82 11
Obligatieleningen en overige langlopende
schuldbewijzen 5.924 7.328
Kasstroom uitfinancieringsactiviteiten 6.006 7.339
Nettokasstroom 23 285
Liquide middelen
Liquide middelen per 1 januari 1.473 1.188
Liquide middelen per 31 december 1.496 1.473
Mutatie 23 285
Exclusief de mutaties in de technische
voorziening verzekeringsbedrijf
Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de
nettomutaties uit bancaire, verzekerings- en
financieringsactiviteiten, alsmede een over
zicht van investerings- en desinvesterings
activiteiten.
Liquide middelen bestaan uit wettige betaal
middelen en onmiddellijk opeisbare tegoeden
bij centrale banken.
Grondslagen voor consolidatie
In deze geconsolideerde jaarrekening zijn de cijfers verwerkt van de lokale
Rabobanken, de Onderlinge Waarborgmaatschappij Rabobanken BA, de Rabo-
hypotheekbank NV, NV Interpolis en Rabobank Nederland, alsmede de cijfers van
de overige groepsmaatschappijen. De activa, passiva en de resultaten van deze
maatschappijen zijn integraal in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen.
Het belang van derden is als een afzonderlijke post gepresenteerd. Joint ventures
worden naar evenredigheid van het daarin gehouden belang in de geconsolideerde
jaarrekening opgenomen.
Deze geconsolideerde jaarrekening maakt deel uit van de toelichting op de enkel
voudige jaarrekening van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank BA
(Rabobank Nederland) en wordt aangeduid als de jaarrekening van de Rabobank-
organisatie. De jaarrekening wordt gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Amsterdam te Amsterdam.
Alle bedragen in deze toelichting luiden in miljoenen guldens, tenzij anders is
vermeld.
Wijziging in rubricering en grondslagen voor waardering en resultatenbepaling
Conform artikel VI van de Wet van 17 maart 1993 houdende bepalingen voor de
jaarrekening van banken, hebben tot en met de jaarrekening 1996 op de post kre
dieten extra afwaarderingen plaatsgevonden, die het karakter van een stille reserve
hadden. Ultimo 1996 bedroeg de stand van deze stille reserve f 3.454 miljoen.
De toevoegingen aan deze extra afwaardering geschiedden stelselmatig onder de
post waardeveranderingen van vorderingen in de winst- en verliesrekening. Hierbij
werd gestreefd naar een minimumomvang van deze extra afwaardering, die in
redelijke verhouding stond tot de risico's die via deze extra afwaardering moesten
worden opgevangen. Noodzakelijke afwaarderingen van vorderingen en vrijval
van eerder getroffen voorzieningen vonden eveneens plaats via de rekening waarde
veranderingen van vorderingen. De met de toevoeging of onttrekking aan de extra