De Rabobank en haar natuurlijke omgeving De Rabobank wil actief bijdragen aan een duurzame economische ont wikkeling. Dit betekent dat niet alleen de eigen bedrijfshuishouding van de bank op milieueffecten moet worden getoetst. Ook bij de financiële dienst verlening aan klanten moet de bank oog hebben voor de wijze waarop activiteiten uitwerken op de natuurlijke omgeving. De ondertekening van officiële milieuovereenkomsten markeert de weg die de Rabobank op milieugebied bewandelt. Zo heeft de bank in 1994 het Handvest van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) voor een duurzame ontwikkeling getekend. Daarmee heeft zij zich verplicht de milieubelasting door de eigen bedrijfs voering te beperken. Hierop volgde in 1996 de Meerjarenafspraak voor energie efficiencyverbetering met het Ministerie van Economische Zaken. Deze is erop gericht het energiegebruik in tien jaar tijd met een kwart te verminderen. In mei 1997 plaatste de Rabobank als eerste grote Nederlandse bank een hand tekening onder de United Nations Environment Programme, kortweg de UNEP- verklaring. Door dit te doen heeft ze zich verplicht haar milieubeleid verder te ontwikkelen, in haar interne bedrijfsprocessen en dienstverlening te integreren en erover te rapporteren. De Rabobank ziet het streven naar duurzame ontwikkeling als richtinggevend voor het eigen functioneren en voor de beoordeling van de activiteiten die ze mede mogelijk maakt. Interne milieuzorg Hoewel bankieren als zodanig een activiteit is die het milieu relatief weinig belast, heeft de Rabobank vanwege haar omvang toch een hoog energie- en grondstof- verbruik. Interne milieuzorg, onder meer gericht op energiebesparing, milieu vriendelijker grondstoffengebruik, recycling en verantwoorde afvalverwerking, is voor de Rabobank dan ook een belangrijk thema. Milieuzorg is niet alleen een kwestie van apparatuur en installaties vernieuwen of beter afstellen. In een arbeidsintensieve bedrijfstak als het bankwezen moet de milieuwinst vooral komen uit een combinatie van het maximaal benutten van technische mogelijkheden en het aanmoedigen van bijpassend gedrag. Een medewerker van Rabobank Nederland gebruikt bijvoorbeeld bijna 80 velletjes A4-papier per dag voor brieven, nota's, kopieën, circulaires en dergelijke. Door op grotere schaal tweezijdig te kopiëren, elektronische post te gebruiken en digitaal te archiveren en te documenteren kan het gebruik aanmerkelijk worden verminderd. In de combinatie technologie en menselijk gedrag is stimulering van het milieu bewustzijn dan ook een belangrijke component. Dat vergt gerichte communicatie en het kost enkele jaren vooraleer doorslaggevende winst te boeken is. Er wordt dan ook veel energie gestoken in het opvoeren van het milieubewustzijn van de mede werkers. Energiebesparing Een belangrijk onderdeel van de interne milieuzorg is het energiemanagement. Binnen de eigen gelederen heeft de Rabobank een innovatief monitoring- en communicatiesysteem ontwikkeld dat een goed hulpmiddel is voor energie besparing. Inmiddels maken lokale Rabobanken voor zo'n 500 locaties gebruik van dit systeem. Het feitelijke energiegebruik wordt beoordeeld en becommentarieerd, waarbij rekening wordt gehouden met wisselingen in weersomstandigheden en met afwijkende bedrijfstijden. Via dit meet- en terugkoppelsysteem moet het energie gebruik op termijn met 10% te verminderen zijn. Van de vier hoofdvestigingen van Rabobank Nederland is het precieze energie verbruik over 1997 bekend. Het computercentrum in Zeist verbruikte per vierkante meter gebouw 287 (325) kWh elektriciteit en 12,3 (11,8) m3 gas. Op de locatie Best, waar zich een computercentrum en het centrale magazijn bevinden, daalde het energieverbruik sterk. Per vierkante meter werd 92 (137)kWh elektriciteit ingekocht. Aan gas werd 95,8 (91m3 verbruikt. Het gasverbruik viel hoger uit omdat er meer

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1997 | | pagina 63