Deze post omvat onder meer het verzekeringstechnische resultaat van Interpolis. In het verslagjaar steeg de winst van deze verzekeraar minder uitbundig dan in de twee voorgaande jaren. De groei van de overige baten was tevens te danken aan hogere inkomsten van De Lage Landen. Lasten De hogere bedrijvigheid bij nagenoeg alle onderdelen van de organi satie en de consolidatie van de Robeco Groep gingen uiteraard ook gepaard met hogere lasten. Tevens werd in het verslagjaar een aantal voorzieningen gevormd. Als gevolg hiervan stegen de bedrijfslasten met 27,7 (13,1)% tot f 8.220 (6.437) miljoen. Exclusief de Robeco Groep en de getroffen voorzieningen was dat 19,6%. De verhouding 108 tussen baten en bedrijfslasten liep terug tot 1,42 (1,50). Gecorri geerd voor incidentele factoren, waaronder de effecten van getroffen voorzieningen en het in 1996 gewijzigde afschrijvingsregime, daalde dit verhoudingsgetal licht van 1,54 tot 1,52. De personeelskosten lieten een toename zien met 21,4 (9,0)% tot f 4.474 (3.685) miljoen, met name als gevolg van de uitbreiding van het aantal medewerkers. Omgerekend in volledige arbeidsplaatsen steeg de bezetting bij de Rabobankorganisatie met 11,1 (8,3)%, waarvan 2,5%-punt in verband met de consolidatie van de Robeco Groep. De toename van de personeelsbezetting was deels noodzake lijk om klanten bij een hoger activiteitenniveau adequaat te kunnen blijven bedienen. Bovendien heeft de in 1996 voor het overgrote deel van de in Nederland werkzame personen ingevoerde gemiddeld 36-urige werkweek in het verslagjaar nog doorgewerkt. Daarnaast werd in toenemende mate gebruikgemaakt van tijdelijke krachten, onder meer op het gebied van automatisering. Ten slotte speelt ook de verdere internationale expansie een rol. De andere beheerskosten namen toe met 32,1 (26,1)% tot f 3.128 (2.368) miljoen. De stijging wordt voor f 575 (310) miljoen verklaard door het treffen van voorzieningen, hoofdzakelijk in verband met de introductie van de euro en het nieuwe millennium, alsmede met de uitbouw van de internationale activiteiten. Na een daling van de afschrijvingen in 1996 door wijzigingen in het afschrijvingsregime, liepen deze in het verslagjaar op van f 384 miljoen tot f618 miljoen. De post waardeveranderingen van vorderingen bedroeg f560 miljoen. In 1996 was dit nog f 840 miljoen. Dit bedrag omvatte echter zowel de werkelijke debiteurenverliezen als de dotatie aan de voormalige voorziening voor algemene risico's (VAR). Eventuele toevoegingen of onttrekkingen aan het nieuwe, open fonds voor algemene bank- risico's (FAR) worden thans afzonderlijk in de resultatenrekening getoond. Gegeven het risicoprofiel van de Rabobankorganisatie en de reeds ruime omvang van dit fonds hoefde in de verslagperiode niet aan het FAR te worden gedoteerd. De totale lasten stegen met 20,7 (11,4)% tot f 8.780 (7.277) miljoen. Resultaat De ontwikkeling van de winst hield gelijke tred met de hogere bedrijvigheid. Het bedrijfsresultaat vóór belastingen verbeterde met 20,8 (13,9)% tot f2.856 (2.365) miljoen. De belastingpost steeg tot f 871 (706) miljoen. Het belang van derden liep op tot f 78 (27) miljoen. Dit was het gevolg van de acquisitie van het 50%-belang begin 1997 in de 3 Met ingang van het boekjaar 1997 worden onder deze post uitsluitend de debiteuren- verliezen verantwoord. De Rabobank stelt deze post op dynamische wijze vast. Ze wordt bepaald op basis van een langjarig gewogen gemiddelde van de werkelijke verliezen in procenten van de uitstaande kredietverlening.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1997 | | pagina 56