ten gunste van de overige reserves en bedraagt f 650 miljoen. Deze wijziging heeft geen invloed op het resultaat van het vergelijkende jaar. Tevens is in het verslagjaar besloten om, met terugwerkende kracht, bij NV Interpolis een calamiteitenvoorziening te treffen. Gebruteerd bedraagt deze voorziening f216 miljoen. Deze wijziging heeft geen invloed op het resultaat van het vergelijkend jaar. Met ingang van het verslagjaar worden resultaten van buitenlandse vestigingen die luiden in vreemde valuta, omgerekend tegen de gemiddelde koersen van het boekjaar. Het hieruit resulterende verschil met de betreffende balanswaarde wordt via de herwaarderingsreserves geleid. De invloed van deze wijziging op het resul taat van het vergelijkende jaar is te verwaarlozen. In het verslagjaar zijn de commerciële en de fiscale behandeling van roerende en onroerende zaken zo veel mogelijk geharmoniseerd. Zo is de afschrijving op onroerende zaken verlaagd van 3% naar 2'/2% en worden kosten van ver bouwing en herinrichting voortaan geactiveerd en afgeschreven en niet meer ten laste van de cumulatieve afschrijving en herwaarderingen gebracht. De afschrijving op roerende zaken is in lijn gebracht met de fiscaal gehanteerde methode. Deze wijzigingen hebben de post afschrijvingen in het verslagjaar positief beïnvloed met f 127 miljoen. Voor zover overige beslissingen in 1996 hebben geleid tot een andere presentatie, zijn de vergelijkende cijfers eveneens aangepast. Grondslagen voor waardering en resultatenbepaling Algemeen De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. Voor alle activa geldt dat deze zijn gewaardeerd onder aftrek van noodzakelijk geachte waardeverminderingen. Agio en disagio worden opgenomen onder respectievelijk overlopende activa en overlopende passiva en worden over de looptijd van de desbetreffende posten in de winst- en verliesrekening geamortiseerd. Afwaarderingen Conform artikel VI van de Wet van 17 maart 1993 houdende bepalingen voor de jaarrekening van banken, heeft op de post kredieten een extra afwaardering plaatsgevonden van f 3.454 miljoen, die het karakter van een stille reserve heeft. De toevoegingen aan deze extra afwaardering geschieden stelselmatig onder de post waardeveranderingen van vorderingen in de winst- en verliesrekening. Hierbij wordt gestreefd naar een minimumomvang van deze extra afwaardering, die in redelijke verhouding staat tot de risico's die via deze extra afwaardering moeten worden opgevangen. Noodzakelijke afwaarderingen van vorderingen en vrijval van eerder getroffen voorzieningen vinden plaats via de rekening waarde veranderingen van vorderingen. De met de toevoeging of onttrekking aan de extra afwaardering samenhangende belasting wordt over deze extra afwaardering geleid. De bijgeboekte rente en provisie ten aanzien waarvan twijfel omtrent de inbaar heid bestaat, worden niet als resultaat verantwoord. Dit geldt met name voor niet- ontvangen rente en provisie, berekend over vorderingen waarop een waarde vermindering is toegepast en waarbij ten aanzien van de debiteur een discontinuï teitsverwachting bestaat of waarbij reeds sprake is van discontinuïteit. Rente en provisie - voor zover niet ontvangen - berekend over vorderingen waarop in ver band met het landenrisico een waardevermindering is toegepast, worden - voor zover berekend over voornoemde waardevermindering - evenmin als resultaat ver antwoord. Derivaten Rentecontracten die verband houden met handelsactiviteiten zijn gewaardeerd tegen marktwaarde. De marktwaarde is gebaseerd op de contante koers per balansdatum. Resultaten worden verantwoord onder resultaat uit financiële transacties. Overige rentecontracten zijn gewaardeerd conform de activa en passiva waarop deze betrekking hebben. De resultaten worden verantwoord onder rente in verhouding tot het verstreken deel van de looptijd. Valutacontracten die verband houden met opgenomen en uitgezette gelden wor den gewaardeerd tegen de contante koers per balansdatum. Resultaten uit hoofde

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1996 | | pagina 70