Nederland verschaft het fonds de middelen, in veel gevallen nemen ook lokale
Rabobanken een deel van de bijdragen voor hun rekening. In de loop der jaren
hebben ruim 200 projecten een financiële bijdrage ontvangen voor een bedrag
van in totaal ongeveer f 35 miljoen.
Het merendeel van de ondersteunde projecten is te vinden in de agrarische sector,
waarbij met name de initiatieven om de mestproblematiek op te lossen opvallen.
Ook als het gaat om innovatie en diversificatie in de agrarische sector heeft het
Projectenfonds een ruime bijdrage geleverd. Zo zijn er onderzoeken ondersteund
naar de haalbaarheid van de teelt van nieuwe gewassen als ginseng, quinoa, mee
krap en zeekralen. Ook hebben initiatieven gericht op kwaliteitsverbetering regel
matig bijdragen ontvangen, met name in de tuinbouw, de varkenshouderij, de
boomkwekerij en de biologische landbouw. Verder zijn verschillende agrificatie-
projecten ondersteund, teneinde agrarische grondstoffen te benutten voor non-
food-toepassingen, zoals de opwekking van energie. Op onderwijsgebied werd met
behulp van het Projectenfonds een aantal leerstoelen ingesteld en onderhouden,
zoals de leerstoelen Ondernemerschap, Agrarisch Recht en De Coöperatieve
Onderneming.Ten behoeve van allochtone ondernemers werden stimuleringsprojec
ten ondersteund. Ook werden bijdragen geleverd om de drempels die vrouwelijke
ondernemers tegenkomen ,te slechten. Een initiatief dat vrijwel vanaf het begin op
belangstelling van het Projectenfonds kon rekenen is de Stichting Kleinnood. Deze
stichting zorgt voor de advisering van kleine ondernemingen. De adviseurs van
Kleinnood zijn mensen die hun sporen in het grotere bedrijfsleven hebben verdiend.
Ze stellen hun kennis en ervaring om niet beschikbaar.
Stichting Steun door Rabobanken
De maatschappelijke betrokkenheid van de Rabobank beperkt zich niet alleen tot
de Nederlandse samenleving. De Stichting Steun door Rabobanken (SSR) onder
steunt in ontwikkelingslanden coöperatieve initiatieven van groepen mensen die
vaak op het platteland te vinden zijn. Bedoeling is de economische onafhankelijk
heid van de plattelandsbevolking te bevorderen. In Nederland gaat de SSR-steun
naar projecten die er op gericht zijn achtergestelde groepen perspectief op een zelf
standig bestaan te geven.
In 1996 bood de SSR financiële ondersteuning aan 146 projecten, waarvan 115 in
het buitenland. Daar was in totaal ruim f 6 miljoen mee gemoeid, waarvan het groot
ste deel, een kleine f 5 miljoen, buiten Nederland werd besteed. De SSR verkrijgt
haar fondsen door vrijwillige bijdragen van de plaatselijke Rabobanken. Rabobank
Nederland verdubbelt deze bedragen.
De ontwikkeling in de afgelopen jaren laat zien, dat de bijdragen van de SSR in
toenemende mate de vorm krijgen van een lening op bijzondere voorwaarden. Ook
stelt de stichting vaak deskundigheid beschikbaar op het gebied van coöperatieve
spaar- en kredietsystemen. Juist waar het erom gaat de kleinschalige en informele
spaar- en kredietsystemen in ontwikkelingslanden aansluiting te geven bij duurzame,
levensvatbare instellingen, die een blijvende betekenis voor de deelnemers hebben,
kan de Rabobankervaring een belangrijke bijdrage zijn.
Voorbeelden van de opzet van spaar- en kredietcoöperaties zijn te vinden in alle
windstreken. Spaar- en leensystemen op coöperatieve grondslag blijken in India, in
Indonesië, in Tanzania en in Vietnam op grote schaal met goede resultaten toegepast
te kunnen worden. De deelnemers aan een dergelijke coöperatie krijgen de financiële
armslag die nodig is om hun economische afhankelijkheid te doorbreken en kunnen
als kleine veehouder, fruitteler, straathandelaar of kleinschalige producent blijvend
voor gezinsinkomen zorgen.
Internationale bekendheid heeft het project Doi Moi (Nieuwe Weg) in Vietnam
gekregen. Op het platteland rond de hoofdstad Hanoi gingen vertegenwoordigers
van de Vietnam Bank for Agriculture ondersteund door een voormalige Rabobank-
directeur de dorpen in om uitleg te geven over coöperatieve spaar- en leensystemen.
Vervolgens werden in het betreffende gebied meer dan honderd spaar- en leen-
groepen opgericht. In 1996 startten vele nieuwe groepen en werd samen met de
Vietnamese partnerbank een trainingsprogramma voor de medewerkers opgezet.