grotere vraag naar diensten en producten en de verbetering van de dienstverlening. De groei vanuit de commerciële hoek kwam bovenop de effecten van de invoering van de in 1995 afgesloten CAO. Daarin is de werkweek verkort tot gemiddeld 36 uur, terwijl ruimere bedrijfstijden kunnen worden aangehouden. Op het einde van het verslagjaar had ruim 50% van de lokale Rabobanken de openstellings tijden verruimd. Ook dit betekende extra medewerkers. Eind 1996 bedroeg het totale medewerkersbestand van de Rabobankorganisatie, inclusief deelnemingen 40.275 (37.437), waarvan 2.672 (2.010) in het buitenland. Omgerekend in volledige arbeidsplaatsen steeg de werkgelegenheid met 2.809 (-433) tot 36.828 (34.019). Het aantal deeltijdwerkers bij het binnenlandse bankbedrijf kwam uit op 8.380 (7.956), ofwel 23,6 (23,8)% van het totaal. Tot de professionals van de Rabobank behoren inmiddels ook de succes volle renners van de Rabobank Wielerploeg. Zij vormen de kopgroep van het zeer omvangrijke peloton fietsende Nederlanders dat op Rabobank- ondersteuning mag rekenen. Loyaal en gemotiveerd Ondanks het grote beroep op flexibiliteit en aanpassingsvermogen van medewerkers en managers was het ziekteverzuim op organisatie niveau met 3,5 (3,8)% ook in 1996 zeer laag. Dit bevestigt het uit het eerder geciteerde personeelsonderzoek naar voren komende beeld dat de Rabobankorganisatie wordt gedragen door zeer gemotiveerde en loyale mensen. De inzet en betrokkenheid van medewerkers en managers, zonder wie het bouwen aan een duurzame relatie met klanten een vruchteloze onderneming is, verdienen grote waardering.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Rabobank | 1996 | | pagina 47