I
De geringe groei van de rentewinst, de ruggegraat van het resultaat,
leidde tot een verdere verkrapping van de rentemarge op organisa
tieniveau van 2,46 tot 2,39%.
Deze daling vloeide vooral voort uit ons beleid om de leden zo
goedkoop mogelijk te Financieren. Het adviestarief voor variabele
leningen schommelde maandenlang zelfs ruim 0,5%-punt onder het
tarief van Staatsleningen, waarmee een bijzonder scherp coöperatief
tarief werd gehanteerd. Op jaarbasis lag het adviestarief gemiddeld
0,2%-punt lager dan de kapitaalmarktrente. Daarnaast stond de
rentemarge onder druk door de voortgaande verschuiving bij de
middelen naar de duurdere categorieën.
Het provisieresultaat steeg met 10,3 (10,4)% nagenoeg even sterk
als in het voorgaande jaar. Met name de provisie voor effecten
bemiddeling nam sterk toe.
VERDELING PROVISIEBATEN
Assurantiebemiddeling
13%
Overige
12%
Betalingsverkeer
51%
Effectenbemiddeling
VERDELING BATEN
Provisie
13%
Overige baten
77%eM
De andere baten daalden tot f 812 (833) miljoen, ondanks een sterk
verbeterd verzekeringstechnisch resultaat bij Interpolis en een hoger
factorloon bij De Lage Landen. De daling houdt verband met een
tegenvallend resultaat uit financiële transacties door verliezen op de
handelsportefeuille in obligaties ten gevolge van koersdalingen in
het eerste halfjaar. De goede resultaten bij het off-balance-bedrijf
konden deze tegenvaller slechts gedeeltelijk compenseren.
Lasten
Dank zij het succesvolle kostenmatigingsbeleid stegen de bedrijfslas
ten in 1994 met slechts f 146 (414) miljoen tot f 5.350 (5.204)
miljoen. Na een stijging van de personeelskosten met 6,1% in 1993
stabiliseerden deze zich in het verslagjaar op f 3.176 (3.174)
miljoen.
De werkgelegenheid uitgedrukt in volledige arbeidsjaren is met 707
(1.099) afgenomen.